Aangetekenen (uit Raalte)

Den Weledele Heer

L.G. Kortenhorst

Thorn Prikkerlaan 45

‘s Gravenhage

 

Heeten 22 maart 1944

Beste Leo,

Uw brief vanmorgen ontvangen en hierbij stuur ik je de tabaksbon R 03 van Bernard z’n kaart.

Ik hoop dat het nog op tijd aankomt, hier is alles nog goed behalve de vos, die heeft weer bloedvergiftiging dat is niet zo mooi, hij had de poot 2x zo dik als de andere. Hij wordt weer beter.

Wij hebben al 20 koeien, melk.

Jammer dat het blauwe konijntje is doodgegaan, affijn de anderen zijn nog goed gezond.

Nu tot ziens.

Nu reeds hartelijke dank.

Groeten aan allemaal.

In haast,

Jan (boer Jan)

 

 

 

 

 

 

4 juni 1943

 

 

Ondergetekende, J.H. Kortenhorst, landbouwer te Heeten F 68, verklaart hiermede Leonard Gerhard Kortenhorst in zijn dienst te hebben.

De duur van de dienstbetrekking is voor onbepaalde tijd.

JH Kortenhorst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vrijdag, mei 1943, Heeten

Lieve Moeder,

Ik was juist bezig graszoden te steken en een weiland af te graven, toen je rieten koffertje kwam, tegelijk met vaders brief. Terwijl ik je kaart al gisteren ontvangen heb, waarin je me de aankomst van de boter meldt. Zoals je ziet was hij al, ongevraagd overigens, door Jan de postambtenaar, aangetekend als brief verzonden.

Het is sinds drie dagen prachtig weer, je kunt je niet voorstellen hoe prachtig het is ‘s morgens om 5 uur, nog vóór zonsopgang, op een melkkar, het paard mennend. Lang de weilanden te gaan die tot kniehoogte in een dikke nevel gehuld zijn. Even later als de volle melk, zonder bon, in de emmer gutst gaat de zon op en kietelt je lekker warm in je nek (evenals de staart van de koe.). Van tevoren ben je opgestaan zonder je te wassen of je tanden te poetsen, terwijl je een pet opzet om de buitenwereld te verhullen dat je ongekamd bent. Net of die zich er wat van aantrekt. (Stuur je me een alpino'tje  of iets dergelijks, je krijgt hier zo’n vieze haren.)

Daarna weer naar huis terug waar je je tanden poetst enz. en ontbijt eieren, boter, roggebrood, spek, rookvlees en 1 ½  liter melk).  Tot 12 uur is het programma van de dag b.v. onkruid wieden, hout stapelen, bouwvallige schuur afbreken en weer opbouwen enz.

12 uur eten, hetgeen ik met het oog op je ontstoken watertanden maar niet zal gaan beschrijven.

Tot 2 uur, half drie rusten en daarna weer verder tot 4 uur waarna de koeien weer gemolken worden. Direct na afloop daarvan de koppen onder de kraan en de avondboterham in de mond waarna weer verder tot +/-  half 9.

Schonen klompen en werkpakken worden dan aangetrokken om daarna bij elkaar te gaan zitten en om het kwartier ja-ja te zeggen en te vertellen dat het mooi weer is. (Hetgeen een zeldzaamheid is voor een boer.) Verder worden met graagte krassen staaltjes van de duivel verteld en als ik ze mag geloven (hetgeen ik onvoorwaardelijk doe) dan heeft een van onze diepgelovige buurlui, de duivel als sinds een week als logé.  De goeie oude pastoor is dan ook niet zo goed geweest of hij heeft het hele huis met wijwater moeten schrobben met de verzekering dat hij nou toch wel niet meer zou terugkomen, (de duivel bedoel ik) hetgeen inderdaad het geval is nu de diefachtige dienstmaagd ontslagen is.

Behalve de vleesbonnen stuurde je me twee bonnen “Algemeen” 557 en 556. Ik zal ze hem ook maar geven.

Wat de nieuwe toestanden betreft, niemand is van plan zich aan te melden, hoewel ze weten dat ze vrijgesteld zijn. Ze doen dat om het voor de anderen niet te verknoeien! Voorlopig zal ik maar afwachten en misschien kan ik dan eens naar Evers gaan hoewel ik niet geloof dat hij me veel kan helpen.

Overigens betekent aanmelden nog niet: naar Duitsland.

Toch wel typisch dat ze blijkbaar de mensen niet via het bevolkingsregister kunnen identificeren.

De stemming tegen de vijand is hier onder de boeren uitermate fel; je hoort hier telkens van gevechten en aanslagen in de buurt. Overigens heb ik deze week nog maar één mof gezien en nog wel in Raalte.

 

 

 

 

Heeten, vrijdagavond, mei 1943

 

Lieve Moeder,

Gisteren ontving ik de schone was en vanochtend verstuurde ik de 1 ½ pond boter.

De mensen die zich aan de arbeidsbureaus melden en voor Duitsland in aanmerking komen, worden meteen de stamkaarten ingehouden en worden op vrij korten termijn op transport gesteld. Gekeurd wordt er, zover ik heb kunnen nagaan, niet. Er meld zich dan ook niemand meer aan hier.

Hier in de buurt, zo luidt het gerucht werden vandaag al radio toestellen verzegeld. Ik raad je dan ook aan hem maar vast weg te zetten.

Kan je de volgende keer  de volgende zaken sturen: mijn wekkerklokje, mijn blauwe badpak, kerkboek, zeep van mijn wastafel, lucifers, rondjes (met rondjes worden sigaretten bedoeld) en kan Jan ook geregeld cigaretten-papier bij Drent voor me kopen, ik raak er langzamerhand doorheen.

De rekening van Ernst is in orde wat mij betreft maar volgens mij benadeelde hij zichzelf voor f 4,50 (één montuur) Overigens is de rekening voor Rosmalen.

De drukke tijd is hier nog steeds niet aangebroken, die komt de volgende mand met het hooien, daarna de rogge maaien en dan binnenbrengen. Laatst was ik een koe aan het melken, toen achter dit nuttig rund, het hoofd van een heer opdook die onmiddellijk in een stroom van klachten uitbarstte over het stadse leven; hij had een vrouw en 6 kinderen en hij had geen eten en drinken en of ik wel wist dat ze maar één litertje tapte melk per dag kregen en niks niet geen boter.  “Neeje, dat wist ik niet.” zee ik met mijn domme boerengezicht. En of ‘ie nou geen litertje melk van me mocht hebben; Maar natuurlijk hoor, wel de hele emmer vol, zee ik en verwees hem naar Hein. Hij verdween in een stofwolk.

Dat gaat zo elke dag, de een om wat melk, de ander eieren of rogge. Boter krijgen ze nooit. Laatst bleek een van de koeien al uitgemolken te zijn in het land.

Gisteren was Dora jarig en ‘s avonds dronken we chocolademelk bij liters tegelijk en aten we cake die droop van de boter

Kan je je mij voorstellen, luidkeels zingende en met mijn blank geschuurde klompen de maat stampend op de muziek van: “Ik heb zeven jaren gevochten om de meid van Krijn.” Of : “Kijk eens Piet, wat een benen heeft die Griet.” Alles begeleidt door een lallend mondorgel. Ik heb nog nooit zo’n plezier gehad en we glommen om het hardst.

Ondertussen geef ik niet alleen engelse les maar ook clandestien dansles want de pastoor wil het eigenlijk niet hebben. Binnenkort is er boerenbruiloft, waar ook ik genodigd zal worden en dan zullen voor de eerste maal in Heetens historie, jazz-tonen opklinken en de pastoor uit zijn slaap wekken.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(Elsebé’s beschrijving van haar logeerpartij in Heeten bij de Kortenhorsten aan Leo’s onderduikadres.)

         Amsterdam, 5 juni 1944

Lieve Mô en Vaêr,

Hieronder een verslag der Heetense gebeurtenissen in de afgelopen week:

Dinsdag 30 mei:

Trein 1.10 uur uit Den Haag. Zweeten mijnheertje, geweldig! (Geweldig met een zachte ‘g’, is een Heetens stopwoord.) ’t Was stikkende puf. Eindelijk kwamen we om +/- 4 uur in Deventer. Leo’s voorband bleek lek en na oneindig trekken van de eenen naar de anderen fietsenmaker vonden we er een die het in een uur zou klaarspelen. Het was inmiddels 5 uur. Wat te doen in dezen tijd? Op den markt was een goed restaurant (hotel) met open ramen alwaar we bessensap dronken.

We zagen van der Lande voorbijfietsen, een vriendinnetje van mij lopen en dan de Heetense schoolmeester met vrouw en kroost. Ik kocht nog een bloemetje. Om 6 uur startten wij tenslotte en kwamen door schone dreven in het nog schoner Heeten aan.

De eerste kennismaking ging natuurlijk nog wat moeilijk en stijf, hetgeen weldra verholpen werd. Wij maakten een wandeling (Dora, Jan, Leo en ik) langs het aan ‘de Boer’ behorende land en we bezichtigden de levende have. Vooral het jonge sikkie (zaterdags geboren) was uiterst gezellig om te knuffelen.

Het avondgebed bezorgde mij de eerste avond de lachstuipen. Maar dat stekt niet als je maar schik hebt. (Dit is weer Heetensch.) Daarna naar bed. Dit is een voetlengte te kort en de matras bestaat uit een slecht gestopte strozak, hetgeen hard maar op den duur went het wel.

(Op de brief zit een vlek die Elsebé heeft omcirkeld:) Dit is een botervlek!

 

Woensdag 31 mei 1944:

Ongeveer halfacht voor mij reveille. Door Dörtie (of Zus, of Dora) opgetuigd met zwarte gebreide kousen, klompen en een blauw schort voor het werk en als je naar Heeten gaat een blommetjesschort. Met Hein Haank (hij heet Hagen!!) op de melkwagen met klompen naar de melkfabriek. Heel Heeten stond op de kop om dit feit en iedereen wist daar ook dat de meiden van de Boer naar de melkfabriek waren geweest. Voskuilen, de directeur, leidde ons rond. Van alle vettige heerlijkheden zal ik maar niet vertellen. In ieder geval kregen  we een fleschje room mee dat echter verderop in de geschiedenis jammerlijk zou sneuvelen, zonder onze magen te hebben bereikt.

Hein Hagen (spreek uit: Haank) zegt als stopwoord ‘hè……ja’ en Voskuilen van de fabriek lacht gek en maakt daarbij het geluid van: ‘gggggiiiii’, hetgeen een onuitputtelijke bron van vreugde is voor ons eenvoudigen van harte!! En we hoeven dan ook maar een van allen te zeggen ‘hè…..ja’ of ‘gggggiiiii’ en ‘mô mak’n möppie’ (Heetensch voor: ‘Moeder mag ik een koekje?’) of we beginnen allemaal van harte smakelijk te lachen.

Voskuilen vond het zoo mooi dat er twee dames de fabriek kwamen bekijken dat hij ons nog op het kantoor liet kijken, alwaar ons de post van die dag ter inzage werd gegeven en waar Dora bovendien een boek met zeer persoonlijke gegevens van de koeien van alle Heetenaars mocht inzien, waaruit je o.m. zag hoeveel melkgeld iedere boer beurde!! Ik tikte, onder stomme verbazing over de snelheid waarmee dit gebeurde, een verslagje over het proces in de fabriek. Daarna kwamen we thuis bij Voskuilen, alwaar we een kopje koffie met een möppie gepresenteerd kregen (in de beste kamer nog wel: geweldig mooi) en waar ik op de piano moest spelen. De meest ontzettende deunen en sentimentele half klassiek kreeg ik voor mijn neus en Voskuilen en Dora zongen hierbij (niet mooi). Daar tusschendoor deed ik maar gauw een sonate van Beethoven om ze stil te krijgen maar ze hoorden toch liever Ouwe Taaie Jippiejippiejee. Op de terugweg gingen we met een andere melkwagen mee, reden daarbij langs de school waar wij en de kinderen naar elkaar wuifden en waarbij meester zus en zo ook zijn ‘hand opstak’ (ons groette).

(Het verhaal over de melkfabriek is een vergissertje met de datum, het speelde zich nl op donderdag 1 juni af maar dat stekt niet, als je maar schik hebt; mô ma’k ’n möppie, hè…..ja, gggggiiiii; ha ha ha ha !!!!)

I.p.v. het melkverhaal krijg je eigenlijk nu het molen verhaal. We gingen nl de molen bekijken. Folkert de molenaar, met zijn goudblonde krullenhoofd, wit bestoven van het meel, vond het ook een evenement om twee dames rond te leiden, hetgeen hij dan ook heel goed en volledig deed. En we hadden dan ook ‘veul schik’.

’s Middags ging ik mee met het melken, hetgeen al zo’n bêttie ging. Na de avondboterham (Leo en ik en later Dora, zaten apart in de ‘daagsche keuken’, de gewone huiskamer dus, terwijl de anderen in de eetkamer (vroegere melkkamer) aten) kwam er nog een naburige onderduiker op bezoek met zijn meisje, die twee dagen over was. Daarna gingen Dora en ik naar onze buren om te vragen of ik op de bruiloft van hun dochter mocht komen, waar eigenlijk alleen Dora uitgenodigd was. Dörtie en ik stapten daar binnen; ik werd zoo’n beetje voorgesteld (geen hand geven) en we gingen op twee stoelen zitten, die we een ietsie van de muur af schoven; de klompevoetjes over elkaar en de handjes in de schoot, niet leunen. Dora viel maar meteen met de deur in huis en Toose (moeder van de bruid) zei dat het wel goed zou zijn, als ik ook kwam. Ik verstond het goede mensch absoluut niet en schoot een grote bok op ’t laatst door ‘neen, heus niet’ te zeggen op haar vraag of ik dan morgen dus op de bruiloft zou komen, omdat ik dacht dat ze me nog koffie wilde geven. Maar Dora ving alles weer op en wat stekt het ten slotte, als je maar schik hebt. Enfin naar huis (Dora wil altijd gearmd met me lopen), bidden, boterhammetje en naar bed.

Donderdag 1 juni :

Het melkverhaal van gisteren hoort dus op deze ochtend thuis.

’s Avonds naar de bruiloft. Dora vroeg me wat ik zou doen als een jongen vroeg of ik met hem mee wilde gaan. Ik wist niet precies wat dat inhield en hield me dus maar op de vlakte en zei dat ik dacht dat ze met mij wel geen geintjes zouden durven uithalen. Riekje (vriendin van Dora en speciaal van Leo!! -hij zegt dat ze zulke zachte wangetjes heeft!!-) en Dora besloten niet met een jongen mee te gaan. Enfin er was niet zo erg veel schik op die avond. Het eten en drinken was niet erg geweldig en de stemming ook niet. Er werd gelukkig niet al te lang ‘kies een vogeltje’ gedaan (in een kring en dan een soort sneeuwbaldans) en ook hoefden we niet te zoenen. Daarna gingen we maar naar binnen op de deel, alwaar ik me maar met de onderduiker Karel (winkelbediende) occupeerde, want Dora en Riekje waren toch door knaapjes overgehaald om bij hen te komen zitten, hetgeen geloof ik, wel vrij netjes bleef daar de kapelaan de teugels in handen hielden het waakzaam oog liet weiden over de jonge gasten. Karel was een net verlegen jongetje, die mij keurig thuis bracht met een handje tot afscheid, hetgeen veel te vlug ging naar de zin van Dora’s  galant, die meende dat hij nu even de tijd had!! Dora kroop bij mij in bed. We sliepen dus niet zoo geweldig.

Vrijdag 2 juni:

Dora, Jan, Leo en ik gingen op de fiets naar de Holterberg. We hadden van tevoren voor 4 A-bonnen kinderkönties besteld. Verder hadden we bij ons: 1 flesch limonade, pakje puddingpoeder, 10 12 eieren, een flesch melk, klein fleschje room, 1 jampot rabarber, 1 weckflesch hoofdkäse, käse, een jampot boter en voorts een ijzeren pan, braadpannetje, geëmailleerd kommetje, eetgerei en een spirituspotje van Leo. Dit geheel zat in Leo’s koffertje en in rieten koffer!!!

Het weer was niet daverend, telkens een motregentje, maar dat stekte niet want we hadden toch veul schik. Bij een boer kregen we nog jappels (Dora dacht nl dat we niet genoeg hadden!). Aan het begin van de reis zag Jan dat er iets verdachts uit mijn koffer drupte en bij controle bleek dat het roomfleschje gesneuveld was. De kinderkönties waren tot roombroodjes gepromoveerd en het restant van het fleschje stopte Jan in een hooiberg, waaruit we hem zondagavond weer opgevischt hebben, aangezien Voskuilen (van de melkfabriek) hem weer terug zou komen halen. (Hij kon er natuurlijk wel eens mee inlopen als er door iemand  zoo’n monsterfleschje gevonden zou worden.)Van de eieren sneuvelden er ook enkelen.

Eindelijk na veel omzwervingen vonden wij een houten arbeiderskeetje waar we precies inpasten met ons vieren plus mondvoorraad. We kookten pudding en bakten enkele spiegeleieren en zetten juist de jappels op om een beetje te koken voordat we ze zouden bakken, toen de spiritus op bleek te zijn.

Enfin niet getreurd, we maakten in een geroest teertonnetje zonder bodem een vuurtje van stro en (natte) dennetakjes, legden daarover twee dikke planken en daarop de pan met jappels. Het geheel begon echter zoo geweldig te rooken dat het leek alsof het hele Holterbos in brand stond. We sleepten dus alles uit het keetje en bibberden toen mar buiten in de motregen totdat het vuurtje weer uit was en we weer zonder tranen in de ogen te krijgen binnen konden zitten. We maakten van de, toch nog vrij gaar geworden, jappels een stamppotje met walgelijke hoeveelheden boter en hoofdkäse. Na dit verwerkt te hebben begonnen we aan de pudding en om dit geheel af te dekken een hapje rabarber. Toen zeiden we ook wel: oef, oef, we zijn zat (spreek uit: sjät). Na de boel een beetje aan kant te hebben gebracht braken we weer op en gingen naar Nijverdal alwaar Dora een nieuwe hoed moest kopen!

Na enkele hindernissen, als daar zijn een lekke band, arriveerden we bij de eerste Nijverdalsche hoedenwinkel. Hier hadden ze echter alleen maar ordinaire hoeden achter op ’t heufd waarvan Dora zei: ‘Ze lieken mie niet.’ (Ze staan me niet). Waarop we naar de tweede Nijverdalsche hoedenwinkel trokken. Deze was meer au fait wat de mode betreft en na schier alle hoofddeksels opgepast te hebben, werd plotsklaps het hoedje ontdekt welke Dora ‘geweldig mooi liekt’, maar die apart, eenvoudig en volstrekt on-Heetensch was en bovendien f 45,- kostte. Stel je dus die tweestrijd voor. Een geëmancipeerde jonge deerne met goede smaak in een conservatief dorp, een hoed die haar ‘goed liekt’ maar die Heeten en vooral Mô in opschudding zal brengen.

Jan, Leo en ik steunden eenstemmig de hoed, Dora bekeek hem van voren, opzij, van achteren en omgekeerd en hakte ten slotte de knop door en kocht hem. Ons werd op het hart gedrukt thuis te zeggen dat hij maar f 30,- kostte. Toen nog het drama van de drie textielpunten, die niet aanwezig waren, maar waarvoor de juffrouw met alle graagte twee hele en twee kapotte eieren accepteerde!! De hoed in een grote zak, werd om beurten en omzichtig door Jan, Leo en Dora in de wapperende wind vervoerd.

Dichtbij huis was een cafeetje waar we aanlegden om de overblijfselen van de proviand te verwerken, waartoe wij het restant van melk en eieren lieten koken. (We hadden ook nog wat koffie extract bij ons.) Verder was er een grammofoon die zonder ophouden beide kanten van ongeveer 20 platen kon draaien waarop Leo met Dora en mij af en toe danste. Jäntie is deze schone kunst nl nog niet machtig.

Daarna, het was ongeveer halfacht, op huis aan waar we nog langs uit de wei gebroken koeien kwamen waar we nog even hielpen. Het was geen gezicht die koebeesten in de rogge; deze komt nl hoger dan een koe. Daarna kwamen we langs de boerderij van een buurman waar een ‘oude bruiloft’ aan de gang was en waar wij eigenlijk zondag op de ‘jonge bruiloft’ genodigd waren, maar waar wij niet naar toe wilden omdat de andere bruiloft waar we ook op genodigd waren leuker was. We gingen toen even naar binnen om te feliciteren, zoodat we toch aan onze verplichtingen  voldaan zouden hebben, maar konden haast niet wegkomen omdat de jongere ‘oude gaste’ dolblij waren dat er wat jong goed verscheen. We rukten ons tenslotte los, na nog ‘kies maar een vogeltje’ te hebben moeten doen, waarbij wij maar steeds in de kring gevraagd werden!! Toen nog wat te drinken en een möppie en eindelijk zijn we als hazen weggelopen.

Daarna aan iedereen de hoed vertoont, welke Mô met alle tekenen van ‘het liekt niet voor Heeten’ bekeek. Daarna naar bed.

Zaterdag 3 juni:

Kalme dag op de boerderij. Van alles meegedaan, zoals koeien melken, groente halen, naar Speelman gaan en kalveren ‘wetteren’. Dit is de kalveren hun rantsoen karnemelk met water geven, hetgeen een merkwaardige sensatie is. Die beesten hebben nl een onbevredigd zuigcomplex, wat opgewekt wordt als ze drinken of zien drinken. Eerst proberen ze hun kop in de emmer van degene die aan de beurt is te steken en als hun dat belet wordt door een flinke mep met een stok gaan ze sabbelen op wat hun voor de bek komt, meestal buurmans –ik bedoel buurvrouws- oor of staart en als je hun een paar vingers toesteekt zijn ze ook tevreden. Een keer sabbelde er een aan mijn hand, een aan mijn elleboog en een aan mijn rok, hetgeen een vrij slijmerig geheel. Leo maakte hiervan en van het melken nog foto’s.

Zondag 4 juni:

Half acht kerk. Dora had rullegies in gezet en liep als een trotse pauw met de nieuwe hoed op ’t heufd en trachtte te kijken of het doodgewoon was.

Daarna kookten Dora, Leo en ik ‘fijne keuken’ bestaande uit aspergesoep, asperges (één maaltje dat iemand voor Johan had meegebracht) die ze nog nooit zelfs gezien hadden (de asperges dan). En als goede boeren vonden ze het dus griezelig, maar toch ook niet echt vies. We hadden er een sausje van gewelde boter bij. Verder stoofsla met varkensgehakt er door heen. Pudding met crème au beurre er op en rabarber toe. Stoofsla hadden ze ook nog nooit gegeten, maar daar hebben ze van gesmuld. Dora groeide natuurlijk in het geheel.

’s Middags nog gemolken. Topprestatie: drie koeien half uitgemolken.

Daarna naar de bruiloft (zilveren bruiloft). De deel was leuk versierd. Er was een harmonikaman met een pracht van een vischwijvenstem. We gingen aan lange tafels zitten. Jongens aan de eene kant, meisjes aan de andere kant. Wij, Leo en ik, zaten net aan het andere eind van een tafel dus naast elkaar. We zongen: Lang zullen ze leven, Ouwe Taaie, Varia Varia, Hoeperdepoep zat op de stoep, Twee ogen zo blauw, Brürderlein Trink, welkomstliederen, huldebetuigingen en Het is mooi geweest. Vooral ouwe taaie is zeer in trek. We kregen koffie met een möppie en daarna de meisjes schilletje en de jongens bier en dat aan de lopende band. Glas leeg, direct weer ingeschonken.

Daarna naar buiten voor de polonaise. De jongens moesten een meid vragen maar bleven bête grinnikend op een kluit staan met de handen in de zakken. De meisjes, giechelend, ook op een kluit. De entertainer, de harmonikaman, zag wel dat het zoo niet ging – alleen Leo stond met Riekje geduldig arm in arm te wachten-  en zei dat de meiden dan maar een jongen moesten vragen. Ik gaf dus maar, onder veel aangegaap, het voorbeeld en stevende op ons Jäntie af, die straalde. Dora hierdoor aangemoedigd vroeg toen een of andere Bennie (onderduiker) en daarna volgde de rest. We polonaisden dus overal rond en kwam het onvermijdelijke ‘kies maar een vogeltje’, U thans wel bekent.

Daarna moesten de jongens weer een meisje vragen voor ‘We gaan naar Zandvoort’ waarvoor Jäntie, tot mijn onuitsprekelijke vreugde, op mij afeilde. Zijn enthousiasme was me toen echter nog niet duidelijk, hetgeen me allengs heel klaar werd aangezien hierbij al meteen veel en veelsoortig gezoend wordt. ’s Lands wijs s’ lands eer en ik heb me dan ook maar dapper geweerd. Enfin iedereen had veul schik en toen gingen we weer naar binnen op de deel, waar we thans een plaats naast het bruidspaar kozen en als een hecht blok Kortenhorsten bontgereid de beste plaatsen hadden. Er werd weer gezongen, door diverse lieden voordrachten ten beste gegeven o.a. de levensloop en er werd arm in arm heen en weer gehost of gedeind. We hebben nog wat gewoon trachten te dansen, hetgeen moeilijk op die muziek en tot slot kwamen er levensgrote broodjes met kaas en evenzo levensgrote dubbele boterhammen met spek te tafel met koffie.

Daarna naar huis. Leo moest toen tot zijn grote schrik Riekje naar huis brengen. We drukten hem op het hart dit moedig en met alle ceremoniën te volbrengen. Dora, Bennie, Jäntie en ik gingen gezamenlijk naar huis, hetgeen hem niet mocht hinderen en we hadden alsmaar veul schik.

We gingen toen naar bed, d.w.z. na eerst Leo te hebben afgewacht die beweerde dat Riekje misschien wel teleurgesteld geweest was over een tekort aan ceremoniën en na onze meid, Corry, die op de andere bruiloft was geweest evenals Hein – wiens verkering met een zekere Mina (geloof ik) net uitgeraakt was- gevraagd te hebben of ze veul schik had gehad en of ze ook met een jongen was gegaan. Zij vertelde stralend van ja en wel met een zekere Geert, de onderduiker van het bruidspaar, ook een zilveren bruidspaar. Het is nl geweldig als je een onderduiker aan de haak slaat!!

Dora, die weer bij mij wilde slapen, en ik droomden alsmaar tegen elkaar en moesten toen weer om half zes opstaan. Ik moest nl de trein van 8.01 uur uit Deventer hebben. Ik kreeg nog een pond boter mee benevensch een fles melk (deze is zuur geworden, maar ik heb er toch nog een lekker puddinkje van gemaakt) en 5 eieren.

Deze eerste invasiedag heb ik dus gelukkig geen honger geleden.

Hopelijk tot spoedig kijk (als het kan kom ik zaterdag gewoon) en dikke zoen van

Elsebé

 

P.S. 1) Ik geloof dat ze het daar even zielig vonden als ik dat ik wegging. Althans Jäntie en Dora keken zeer droevig toen ik resp. in Heeten en Deventer afscheid nam.

2) Ik heb al bedank geschreven.

3) Ik word beroerd van al dat regenweer hetgeen zeer drukkend werk in deze invasietijd.

4) Komen jullie maar gauw in Amsterdam, want het lijkt me toch hoogst onplezierig in de vesting.

5) Wat hangt ons nog boven het hoofd. We shall hope the best of it.

Nogmaals gegroet door

Elsebé

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, zondag 18 juni 1944

Lieve Moeder,

Eindelijk heb ik dan weer eens even tijd om je te schrijven, want ik heb het afgelopen week erg druk gehad. De wasmand en de brieven met bonnen en kaarten kreeg ik dinsdag en woensdag geloof ik, evenals je telegram dat meen ik, maandag kwam en verder Jan’s  knipsels. Voor alles mijn dank.

Ziehier dan de reden van het uitblijven van mijn brieven. Jan moest van zijn vader  naar een toiletteer–cursus voor paarden en hij vroeg me of ik ook meeging. Aanvankelijk voor de grap ben ik ook meegegaan temeer daar ik hier langzamerhand een beetje kijk op paarden gekregen heb. Tot mijn schrik bemerkte ik later wel dat het wat duur was namelijk f 10,50.

Eerst kregen we de vorige week vrijdag theorie en daarna op dinsdag en woensdag praktijk. We moesten toen op woensdag per twee man een paard meenemen om op te knappen. Jan en ik leenden een oude knol van een buurman.

Het toiletteren voor keuring bestaat uit het volgende: de haren om neus, lippen, en ogen wegknippen, de maantop tussen de oren uitdunnen en op de gewenste lengte brengen, met een kaars de haren in de oren en onder de keelgang wegbranden, de staart uitdunnen en in een bepaald model (voor elk type paard verschillend) brengen, de manen uittrekken tot een bepaalde lengte, daarna vlechten en van wol roosjes in maken (zoals je misschien wel eens in een bioscoopjournaal gezien hebt) hetgeen een aparte kunst is  om de wol kaarsrecht over de hals van het paard te krijgen. En ten slotte het moeilijkste; het opscheren van de benen hetgeen een geweldige kijk op   de stand van het paard van de toiletteur schijnt te vergen. De bedoeling van dit alles is om een paard dat gemonsterd wordt voor stamboek keuring of premiekeuring zo gunstig mogelijk voor de jury te brengen en daarmee alle grotere of kleinere gebreken van het paard weg te werken. Jan en ik hadden het dien dag al aardig goed in de slag en kregen een pluim van de instructeur. Het grappige is dat de oude knol na onze bewerking een paar honderd gulden meer waard zou zijn op een taxatie markt.

Vrijdag was het hoogtepunt van de cursus want toen moesten allen (56 man) één paard, thuis getoiletteerd, meebrengen voor de jury van de stamboekvereniging van warmbloedpaarden naar Raalte.

Jan had de stamboek merrie van boer’s Jan en ik een tweejarige merrie, die volgens kenners veel schijnt te beloven. Een week lang hoefden we niet op het land te werken. We hebben van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat er aan gewerkt en waren bekaf maar kwamen op tijd klaar. De mijne had ik wekenlang van tevoren gepoetst en flink haver gevoerd tot hij glom als een spiegel. Vrijdagmiddag gingen de deelnemers uit Heeten in optocht met prachtig gepoetste wagentjes en tuig achter elkaar aan naar Raalte nageoogd door vele Hetenaren die in spanning meeleefden.

In Raalte kwamen ongeveer 60 van de mooiste paarden bij elkaar. Werkelijk een prachtig gezicht. De deelnemers waren hoofdzakelijk grote boerenzoons en ook bekende hengstenhouders uit de omgeving van Raalte. Speelman was er ook bij. Stuk voor stuk moesten we de paarden monsteren d.w.z. het paard in mooie stand voor de jury neerzetten, daarna 10 meter stappen en weer terug en dan laten draven, daarna weer voor de jury opzetten, die dus lette op het toilet van het paard.

De instructeur maakte ondertussen opmerkingen over het toilet. Bij mij was alles in orde, alleen merkte hij op dat ik een klein velletje in het oor gebrand had. Toen allen vóór geweest waren werden een stuk of 10 terug geroepen waaronder Jan en ik. De paarden moesten in een rij naast elkaar staan, terwijl de jury erlangs liep om ze in volgorde van de mooiste te zetten. Ik moest direct al vooraan gaan staan en bleef daar ook. Ik kreeg de eerste prijs ad f 12,50! Jan kreeg een eervolle vermelding. Het hoogst aantal punten, dat dus door mij behaald was, was 7. Jan kreeg 7-.  Ik vond het een mooie grap want alle grote paardenbezitters stonden paf dat een ‘stadse’ met de prijs ging strijken.

Boer’s Jan gloeide van trots om zijn mooie paarden waarmee hij iedereen de loef afstak. Het mooiste is nog dat het paard wat ik had nu ‘opgemerkt’  is voor de premiekeuring en waarschijnlijk wel f 1000, - in waarde gestegen is.

Donderdag is er keuring voor Belgische paarden waarin Boer’s Jan ook met een van zijn paarden uitkomt. (Het paard dat indertijd geopereerd is). Nu laat hij die altijd toiletteren door zijn hengstenhouder maar deze wil dat Jan en ik dat nu zullen doen.

Morgen gaan we er weer heen, dan zal hij ons aanwijzingen geven. Het is voor mij alles wel erg toevallig, want zoveel verstand heb ik niet van paarden, ik heb gewoon volgens mijn gevoel gewerkt en het was allemaal precies goed.

 

Als ik morgen de tijd heb stuur ik een wasmand weg met de havermout. Boter heb ik nog niet, dat verstuur ik de volgende keer dan. Je wilde ook vlees hebben, schreef je. Wat dacht je van mijn twee hanen, allen blijven die niet zo lang goed in de wasmand. Anders kan ik ze beter eens meenemen als jullie in een hotel in de buurt zijn. Ik zal verder ook mijn best doen om ergens anders vlees top te scharrelen. De f 100,- heb ik al geïncasseerd. Hierbij melkbonnetjes.

 

Gisteren was het hier ‘zwart dag’ in het kader van de bid- en boete dag uitgeschreven door het episcopaat. Het pastoortje van hier was laatst bij Johan en daarbij heeft hij aan de bazin ingepraat dat ze een vastendag moesten houden zo als ze dat vroeger hier bij de boeren deden. Dat houdt het volgende minstens in; ‘s ochtends één korst roggebrood zonder boter of iets erop, koffie zonder suiker of melk, ‘s middags pannekoeken in olie gebakken (met stroop als je er niet omheen kan) ‘s avonds hetzelfde recept als ‘s morgens. Alle varianten die de zaak erger kunnen maken zijn toegestaan.

De hele dag hebben we tegen elkaar opgeschept hoe goed we konden versterven. Dora had ‘s ochtends helemaal niet ontbeten, de dienstmaagd de hele dag geen druppel gedronken, de bazin de hele dag niets anders dan koud water gedronken, enz.  Opvallend is dat de vrouwen het fanatiekst in die dingen zijn. Mijn versterving bestond uit zo veel mogelijk eten en drinken en de hele dag niet naar de wc. te gaan. Ik heb het niet kunnen volhouden, ik kreeg het te benauwd!

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 29 juli 1944

Beste Leo,

Ziehier het merendeel van de Kroniek. Lees en geniet ervan. Je zult er enige gegevens in vinden omtrent het gezin van je gastheer, die nog wat data en jaartallen moet aanvullen. Doe dit even voor mij en zend mij het stuk weer gauw terug. Ik heb nog een paar exemplaren en de familie staat te springen om er kennis van te nemen. Moeder is redelijk wel en gaat met de dag vooruit. Na redenen enz.   niet op reis te gaan naar ik hoop toch in augustus er met moeder tussenuit te kunnen knijpen. Is er in Holten nog een goed hotel dat nog kamers heeft?

Groetjes,

Vader

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 2 augustus 1944

Beste Leo,

Zoo juist een telegram van moeder verzonden. Ik hoop dat je de zaak nu begrepen hebt. Het woord ‘navordering’ was verkeerd. Ter wille van de synchronisering van jouw en moeders kaarten moest jij vrijdag de zaak in orde hebben. Snap je! Enfin, dinges! Van je opmerkingen over de kroniek inderdaad is Remming gehuwd met de laatste Kortenhorst uit een nog niet nagespeurde zijtak. In 1911 heb ik Reiming's schoonvader in Luttenberg bezocht. Hij was toen al een oude man. Hij had een kindje met blond haar op zijn schoot, zijn kleinkind Reimink. Zij of hij is nu ongeveer 95 jaar oud en hij zei de laatste van zijn geslacht te zijn en van zijn familie niet veel af te weten. Hij woonde op een oude boerderij. Ik vind het zeker zeer interessant als je met de kroniek gewapend, deze familie eens gaat opzoeken en in Lutteveld de officiële gegevens raadpleegt. Je vindt in de kroniek een paar namen van Kortenhorsten die nog niet geïdentificeerd zijn. Wellicht bestaan die in het bakje van de Reiminks.

Je kunt wel aannemen dat iedereen die Kortenhorst heet uiteindelijk familie van elkaar is. Ook de andere correcties, speciaal de werkzaamheden van Johan op de boerderij, zal ik vermelden. Jammer dat hotels in Holten geblokkeerd zijn. We zullen proberen in Stameren plaats voor je te vinden in september. Met moeder gaat het gelukkig veel beter. Ze is vandaag naar Suusje en Arend Jan en de volgende week komt het jonge gezin bij Toon en Mimi (Daalderop) logeren en zijn dus in de buurt. Het gaat goed!!!! Hartelijk gegroet,

Vader

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag 9 augustus 1944

Beste Leo,

Vanmorgen ontving ik je aangetekende brief d.d. 6 aug. met de berekeningen van 100 jaar geleden. Ik zal er met name uit overnemen en je dan 3 documenten weer terugzenden. Wat je in Luttenberg te weten bent gekomen is voor een deel nieuw voor mij. Het is nu van belang contact te krijgen met Van Doorninck te Deventer. Zie dus te weten te komen hoe hij precies heet en waar hij woont. De familie Van Doorninck is zeer uitgebreid. Verder zou ik willen weten of de burgerlijke stand van Luttenberg aldaar dan wel in Hellendoorn of Raalte gehouden wordt. Is Luttenberg een afzonderlijke gemeente? Je zoudt het onderzoek zeer vergemakkelijken door zelf eens naar de bewuste secretaris te gaan en namens mij de gegevens te vragen. De kosten zijn voor mijn rekening, vanzelfsprekend. Ik heb onder mijn gegevens niets kunnen vinden over Man’s Kortenhorst vader: Nol’s. De familie Pot heb ik in deel 2 vermeld op blz.13. Je kunt de naam daar vinden. Kun je geen portret machtig worden van Herman K? En van Reiminks vrouw? Je correcties over de Heetense boerderijen heb ik in mijn exemplaar aangebracht. Heb je de kroniek in Luttenberg aan Reimink laten zien? Bestaat er belangstelling voor bij je gastheren? Zie ook in Luttenberg bij de pastoor inlichtingen te krijgen. De vrouwelijke linies interesseren mij niet zoozeer. Als ik de ouders van Arnoldus K heb kan ik wellicht de aansluiting op hun stamboom reconstrueren. Er zijn nl. diverse mogelijkheden.

Vanmorgen kwam je grote pakket met heerlijkheden in goede orde en beste conditie aan. Wel bedankt. Hierbij een geschrift dat je interesseren zal. De officiële instanties slaagden er niet in om fabrieksarbeiders ‘in te zetten’ voor de aardappeloogst zodat men zijn toevlucht nemen moest tot een circulaire ondertekend door’ oude’ vertrouwden. Het is wel tekenend dat de handteekeningen en niet alleen de namen er onder gedrukt staan.

Vader

PS: Ik heb naar Stameren geschreven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam, 10 augustus 1944

Lieve Leo,

Mijn hartelijke gelukwenschen ter gelegenheid van je 24 ste verjaardag. Hoe kleine Leotjes toch groot kunnen worden!

Ik ga zaterdag iets voor je kopen en dan stuur ik dat nog wel. Hierbij al vast een pakje vloei.

Ik hoop dat je het gezellig zult hebben. Een mooi diner ( met stoofsla en lekkere pudding) en een glaasje van dit of dat.

Vorig week-end ben ik in Tilburg geweest. Reuze gezellig. Vrijdagavond ben ik al weggegaan en maandagochtend terug. What you call a long week-end!

De trein was natuurlijk verschrikkelijk vooral omdat toen alle bedrijven vacantie hadden.

Zondagavond hebben we nog een dansje gemaakt. Erg gezellig. (Vooral omdat Herman Kaman er ondergedoken zat!)   (* red: 9 maart 2005 uit tantes mond opgetekend!)

En in Tilburg eten en drinken ze ook nog best!

Ik denk dat ik donderdagochtend 7 sept. in Heeten kom (als het mag). Tot hoe lang weet ik nog niet misschien wel een week, want ik wil proberen om nog 14 dagen vacantie uit mijn baasje te boren dan ben ik van 3-6 sept. in Hotel Stameren (Maarn) dan een weekje Heten, dan misschien weer naar kantoor en de 14e trouwt Marijke Kortenhorst.

Enfin, zodra mogelijk (waarschijnlijk volgende week) schrijf ik precies wanneer, hoe laat en hoe lang ik kom.

Lieve Leo, nogmaals vele jaren en in gelukkiger tijden.

Veel liefs ook voor alle bewoners van de Boer van,

Elsebé

 

 

 

Maandagavond

Lieve Leo,

Heel hartelijk gelukgewenscht met je verjaardag. Van Vader en Moeder krijg je ingesloten boek, het pakje tabak en de flesch jenever die ik al zond. Het andere boek is van Jan met zijn allerbeste wenschen. Ik hoop dat je een gezellige dag zult hebben en dat het volgend jaar je verjaardag onder vredige omstandigheden thuis mag worden herdacht. Ik had het aardig gevonden als we vrijdag naar je toe hadden kunnen komen maar ik ben nog niet goed genoeg om een ietwat stevige fietstocht te wagen. Misschien over een paar weekjes.

Ik hoop maar dat je me spoedig de havermout kunt zenden want ik word zoo mager dat ik wat flinker bij moet eten en het is zoo vervelend dat ik Hiltje mis om me te verzorgen want Jannetje is uitgesproken knudde. Ik krijg gelukkig na de oorlog Anny uit Venlo terug. Wat heerlijk dat je me nog vleesch kunt sturen want hier wordt het steeds schraler, uit Dokkum ook is het heel weinig.

Hebben jij en Bernard wel een tabakskaart gekregen? Zoo ja, zendt de jouwe dan weer naar ons op voor Jan. Het stukje toiletzeep is voor je vriend van de havermout.

Dag lieve jongen, dikke zoen van

Moeder

 

PS. Heb je gelezen dat de melkbonnen in ‘t vervolg Zaterdags ingeleverd moeten voor de volgende week. Ik moet dus alle melkbonnen vroeg ontvangen om er iets aan te hebben, dus zodra de dames hun nieuwe kaarten innen.

 

 

Zelfde brief:

Dear Leo,

I thought of writing you in English, but your mother is hasting me, for she must close the trunk and has no time to wait till I’m ready. Daarom nu in ordinair Hollands mijn hartelijke wensen bij je intrede in je 24e levensjaar. t’ Schijnt in de sterren beschreven te staan, dat je deze dag zelden of nooit thuis viert. We moeten ’t in Stameren maar overdoen, als tenminste de opmarsch in Frankrijk den oorlog niet te dichtbij onze grenzen brengt. Ik krijg bij gelegenheid een exemplaar van het tweede deel van de kroniek wel van je terug. Er zijn liefhebbers genoeg voor. Het derde deel is ook al half getyped. Door de correcties kan mijn typiste er niet assidu (voortdurend) aan werken, ze moet het werk van haar collega erbij doen en zoo blijft er voor mijn liefhebberijwerk weinig tijd over. Je neef Arend Jan groeit als de befaamde kool. Wij zijn allen zeer tevreden over hem. Jan is gisteren op de Kaag gaan zeilen. Het was er goed weer voor: veel zon en wind. Omdat de grote boten gevorderd zijn was het niet al te druk op het water. Elsebé bracht het weekend in Tilburg door bij Annie van den Bergh, ze heeft het daar leuk gehad. Moeder en ik waren dus alleen thuis (Jan logeerde bij Suus en Pit) heerlijk rustig!

Doe de hartelijke groeten aan de familie. Als het kan, komen we je nog bezoeken over een paar weken; maar ik durf het nu niet aan. De treinen worden weer beschoten en ik acht het niet verantwoord ons leven daaraan te wagen.

Veel plezier op je verjaardag,

Vader

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 15 augustus 1944

Lieve Leo,

De laatste weken heb ik het steeds zoo druk dat ik eigenlijk niet meer weet waarop ik je wel en waarop ik je niet heb geantwoord. Ik liet  vader ook nog schrijven dat het een en ander was aangekomen maar hij weet zelf niet meer wat. Dus, je mand met zalig rundvleesch, vet, rabarber kwam aan. Verder doos met uien. Ik schreef je geloof ik wel dat je de bonnen maar weer na de Kortenhorsten moet halen dan is het veiliger dat je het geheel krijgt. Lukt het niet dan houd ik hier mijn vriendje achter de hand. Je hebt me ook de aardappelen 203 teruggezonden plus de melkbonnen waarvoor veel dank. Heb je de cheque ontvangen en de kaart van B terug? Ik vergat je nog te zeggen dat het rundvleesch heerlijk was maar de zwezerik bedorven, daarvoor is het nu te warm. Ik stuur je zo spoedig mogelijk ondergoed en ook een pakje shag, als je het binnen een paar dagen niet hebt hoor ik het wel van je. In Maarn heb ik plaats voor je van 2 tot 7 sept. Je zoudt 1 sept. Bij tante Johanna kunnen slapen als ik dat vraag dan kan je geheel fietsen, dat is veiliger zonder wat beschieten als controle betreft en je kunt dan 2 september naar ons toe fietsen en Elsebé komt van 4 tot 7 september en dan kunnen jullie samen terug naar Heeten, dat heeft ze zo vastgesteld gisteren, toen ze hier was.

Ik hoop gauw te horen dat het nieuwe mandje goed is overgekomen en ook hoe je verjaardag was. Ik verzend deze brief pas morgenochtend in de hoop dat er aan het ontbijt nog een brief van je komt.

Dag, dikke zoen van

Moeder

 

Zoals ik hoopte komt zoo juist je brief. Heerlijk dat je een fijne dag hebt gehad en ze allen zo aardig voor je waren. Het is jammer dat de toilletteercursus gelijk valt met Maarn maar andere tijd is er niet vrij. Mocht je er alsnog afwillen dan telegrafeer je maar. Ik heb nu voor je besproken maar kan er natuurlijk af.

Van die razzia is beestachtig en reuze stom!! Willem heeft hoop ik zijn kaart voor de komende periode (dus over 2 ½ week) of moet hij die ook hebben?

Ik stuur je vanmorgen nog het beloofde pakje met ondergoed en rondjes en shag. Als ik de bakkersmand terug krijg stuur ik je een buiten bord, dat durf ik niet in andere verpakking. By by!!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam, 16 augustus 1944

Liefste Léotje,

Hierbij een boekje bij wijze van een verjaardagscadeautje, Ik vond het ergens in een winkel en meende dat het misschien iets voor jou zou zijn. If not dan ga ik nog eens voor je kijken en dan stuur je het gerust terug of bewaart het tot september, want anders wil ik het ook graag hebben. Maar ik zal maar hopen dat het je wel bevalt.

Van moeder kreeg ik vanmorgen een kaartje dat jij van 2-7 september ook in  Maarn terechtkunt, zoodat wij dus samen naar Heeten terug kunnen. Ik blijf dan tot maandag de eerste trein van 8.01 uur (meen ik) naar Amsterdam. Knus, knus!!!

Dat weer is zoo angstig mooi dat ik bang ben dat het op is als ik vacantie krijg. En verder gaat die oorlog met zoo’n daverende snelheid, dat het wel eens afgelopen zou kunnen zijn voor september, wat denk je er van?

Zoolang er nog een trein loopt kom ik naar Heeten!!

Was het gezellig met je verjaardag? Zal wel.

Tot kijk en veel groetjes van,

Elsebé

 

PS. Hierbij nog een koffiebonnetje.

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage, 17 augustus 1944

Beste Leo,

Ik heb je vondsten over de Luttenbergers vergeleken met mijn eigen gegevens en ben tot de conclusie gekomen dat de Hetenaars en de Luttenbergers wel degelijk verwant zijn. Beide takken stammen af van Derk Kortenhorst 1690-1745 en Gertruid Wijten. Deze Derk en Geertruid hadden twee zoons: Jan (1715-1770) waarvan wij en Boer’s Jan afstammen.  En Gerrit Kortenhorst geboren 1727 gehuwd met Henrika Kloostermans waarvan de oude Nols en Mans de nakomelingen zijn.

In het jaar 1849 was volgens het doopregister te Heeten Nols Kortenhorst en zijn vrouw uit Luttenberg de peter van Johannes Theodorus Kortenhorst te Heeten, de oudoom van Boer’s Jan. Dus een eeuw geleden wisten de Luttenbergers en Heetenaars nog goed dat ze familie van elkaar waren, want anders zouden ze niet uitgenodigd geweest zijn als peetoom en peettante op te treden. Ik ben erg benieuwd het adres te weten van de Heer van Doorninck te Deventer..

 Ik geloof nl niet dat de beide boerderijen bij de brug over de Oosterbroek ooit aan anderen  dan de Kortenhorsten toebehoord hebben. In de oudste papieren wordt al gesproken van Jan…, Willem…, enz. aan de Kortenhorst of bij de Kortenhorst. Het is interessant om dit na te gaan. Zijn er nog afstammelingen Mari Kortenhorst en Johannis, die zich ‘Orelien’ noemden? Zo ja, dan hebben we nog een tak der Kortenhorsten die nagespeurd moet worden.

Heb je een gezellig verjaardag gehad?

Veel groeten voor allen,

Vader

 

 

 

 

17 augustus 1944 Den Haag

Lieve Leo,

Ingesloten je suikerbon en koffiebonnen voor de bazinnen. Voor Willem kun je gerust zijn, ik kreeg een kaart voor de volgende periode voor hem. Het kost voor onderduikers f 5,-. Dat is dus niet zo veel.

Ik schreef je geloof ik, al dat ik zoo blij was dat je een gezellige verjaardag hebt gehad, we verheugen er ons op je bij ons in Stameren te zien. Het blijft er dus blijkbaar bij dat je van 2-7 sept. daar met ons bent. Zal ik Johanna schrijven of je bij haar kunt eten en slapen op 1 september?

Er wordt nu zoo ontzettend gebombardeerd dat je beslist niet op een trein moet gaan zitten. Hoe dat met jullie terugreis moet weet ik ook niet want het is beslist levensgevaarlijk. Maar om Elsebé nu twee dagen te laten fietsen dan blijft er ook niets meer over voor Heeten. Misschien is de oorlog dan wel uit; alles wijst in die richting.

Hoe is het nu met je voet, het is toch niet ernstig? Is het waschmandje al onderweg vanwege de fietsband die ik je moet zenden.

Denk je eraan dat je naar Maarn vleeschbonnenbroodbonnen, boter en suiker moet meenemen? Heb je al boter van Speelman gehaald?

Vader schrijft hier nog wat onder, dus tabé, dikke zoen van

Moeder

 

Ik zou gaarne de stamboom van Nols en Mans verder willen onderzoeken,  omdat er in Zwolle en Utrecht Kortenhorsten gewoond hebben, die hoogstwaarschijnlijk van Nols of zijn vader afstammen. Ik schreef je geloof ik, dat Nols de peetoom was van een oom van Boer’s familie, zowel een bewijs dat in de oude lijst de Heetense Kortenhorsten wisten dat de Luttenbergen familie van hen waren.  De grootvader van Nols moet -volgens mijn gegevens- Mr. Gerrit Kortenhorst geweest zijn. Wat was dat voor een 'Mr' ? Een advocaat??   Ik kan me het haast niet voorstellen.

Laten we hopen dat we in september net zoo mooi weer hebben als in augustus. Hoe gaat het nu met het binnenhalen van de oogst?  En hoe is de toestand  in oost Gelderland?

Tot spoedig!

Vader

 

 

 

 

 

 

 

Zonder datum

 

Lieve Leo,

Vandaag wordt een waardepakket voor f 500,- aan je verzonden met wat linnengoed, een hemd, nieuwe klompslofjes, 2 fietsbanden en je kiektoestel. De ontvangst van je aardappelbonnen heb ik je geloof ik, al gemeld?  De film in je kiektoestel kun je gebruiken. Ik heb nog steeds niet van je gehoord of je bij tante Johanna wilt slapen. Schrijf haar nu zelf even want ik zal er nauwelijks meer tijd voor hebben. Maarn ligt op de spoorlijn Arnhem – Utrecht. Je rijdt dus over Ede – Scherpenzeel – Maarn. Het hotel Stameren ligt recht boven het station op een hoogte, iedereen weet het bij Maarn’s viaduct te zeggen. Had ik nog niet over de eieren geschreven? Ze waren prachtig op één gebarsten na, het was zalig! Het sikkevleesch (geitenvlees) was wel lekker als hachee. Hebben jullie je bonnen gekregen? Willem krijgt een kaart van me voor f 5,-. Komkommers niet nodig wel snijbonen maar nu maar wachten tot na 10 sept. Bestel ze maar vast. Roggevlokbonnen zéér gewenscht in ’t vervolg als ruilmiddel.

Van kantoor laat ik enveloppen sturen.

Dag, zoen, grote haast,

Moeder

 

 

 

 

 

 

 

 

Arnhem vrijdag

(poststempel 18 augustus 1944)

Beste Léo,

Vanmorgen ontving ik je brief, waarvoor mijn hartelijke dank, tevens ook met de toezending over een tijdje van wat rogge. ’t Is zoo’n reuze verschil met wat je hier krijgt! En toen je moeder hier bij mij kwam koffie drinken, vertelde ik het haar.

Ik vond je moeder heel goed, zij was zoo uit over de goede zorgen die zij voor haar gehad had tijdens haar ongesteldheid. Zij is nogal nerveus natuurlijk over den algehelen toestand en nu ook weer kon het best mogelijk zijn dat ze weer verhuizen moeten want ze kregen een evacuatie bevel, maar ze doen moeite er van vrij te komen.

Volgens afspraak zal ik je dan over eenige weken een sloopje zenden en mogelijk kan ik dan nog wel eens een koekje op den kop tikken. Die roggevlokken kan ik best gebruiken, we hebben ze al eens gebruikt maar je begrijpt, in een huihouding van twee personen is de bedeling schraal!

Gaat het je goed? Wij hadden hier in het begin van de week een afschuwelijk gezicht op een vliegmachine, dat in brand stond, aan den achterkant van ons huis konden we het zien. Één vuurgloed en alles gehuld in vlammen en rook, totdat je niets meer zag als een donkere lucht.

Het vliegtuig kwam neer op de Deelensch hei, er zaten 3 pilotes in, natuurlijk dood. Het was wel een vreeselijk gezicht, maar nu weet ik hoe het is als een vliegtuig brandend naar beneden stort.

Vele hartelijke groeten van

Je tante Johanna

(Mejuffrouw J.C. Woltersom

Sweerts de Landasstraat 4

Arnhem)

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage 22 augustus ’44

Beste Broeder,

Vlak voor je verjaardag werd ik plotsklaps aan het ziekbed gekluisterd, waardoor ik je niet meer op tijd kon schrijven om je met je verjaardag geluk te wenschen. Terwijl mijn werkprogram van mijn a.s. vacantie buitengewoon overvuld  was en mij tot nog langer uitstel dwong. Daarom niet minder hartelijk alsnog gelukgewenscht mede van vrouw en “kroost”!

De verwachtingen voor het volgend jaar zijn in ieder geval nog veel hoopvoller dan de vorige keer. Wat gaat het goed aan alle fronten. Ik bedacht mij juist vanmiddag waarover iedereen binnenkort zal praten wanneer er geen ‘nieuws’ meer is om met spanning te beluisteren. Ik ben totaal vergeten wat het onderwerp van gesprek voor den oorlog was.

Dan zullen wij ook eindelijk weer in staat zijn bij dergelijke feestelijke gelegenheden een gezellig cadeau te geven. Ik heb mij nu suf gepeinsd, wat ik je sturen kon, maar bij gebrek van een verlanglijst ben ik daarin nog niet geslaagd. Ik heb over een boek gedacht maar je vertelde dat je daar toch niet lezen kan en om nu een boek voor den toekomst te geven vindt ik de moeite niet daarvoor zijn ze veel te leelijk uitgegeven.

Wanneer je nog een wensch heb, schrijf het mij en wij doen onze best en anders zul je het tegoed moeten houden tot in vrij Nederland weer Sinterklaas gevierd wordt.

Hoe stijgen de zenuwcurven in het boerenland? In deze buurten wacht iedereen met spanning op de naderende teekenen dat het krijgsrumoer ook ons zal overweldigen. De gemalen van de Haarlemmermeer zijn ondermijnd en kunnen ieder ogenblik de lucht in gaan. Ik hoorde dat ‘ze’ vanochtend begonnen zijn de Javabrug af te breken! Het wordt hier dus ernst en iedereen ziet het grijnzende hongerspook naderen. Wat dat betreft zijn de berichten uit Florence en Parijs niet bemoedigend. Wij zijn dan ook begonnen met het verzamelen van levensmiddelen die bewaard kunnen worden en die wij op een kolenkachel kunnen toebereiden. Kunnen jullie mij hierbij niet helpen? Wij stuurden indertijd de dweilen, maar de melktransactie kon niet doorgaan. Misschien is er nu iets anders in de geest van boter, kaas, spek of iets dergelijks. Een beperkte hoeveelheid roggemeel voor roggebroden is ook niet onwelkom. Overleg eens met je bazinne.

Ik moet eindigen, dus nog eens vertraagd gelukgewenscht en hartelijke groeten van vrouw en spruit.

Pit  (Alexanderstraat 7, Den Haag)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dolle Dinsdag is de aanduiding voor dinsdag 5 september 1944. Op die dag speelden zich in heel Nederland emotionele taferelen af naar aanleiding van de berichten dat het land nu elk moment bevrijd kon worden van de Duitse bezetting. De geallieerden hadden namelijk in de voorgaande dagen in hoog tempo terrein gewonnen. Op maandag 4 september was Antwerpen op de Duitsers veroverd.

Veel Nederlanders maakten zich de volgende dag op om hun bevrijders te begroeten. Vlaggen en oranje vaandels werden te voorschijn gehaald, en bedrijven liepen leeg omdat het personeel de geallieerden op straat wilde opwachten. Onder Duitsers en NSB-ers brak paniek uit; administraties werden haastig vernietigd en velen sloegen op de vlucht.

Wat de Nederlandse bevolking niet wist, was dat de omvang van de geallieerde troepen op dat moment nog te klein was om heel Nederland te kunnen bevrijden. Noord-Nederland moest na Dolle Dinsdag nog een Hongerwinter doorstaan, voor het op 5 mei 1945 werd bevrijd.

 

 

Ik (Laetitia) neem aan dat Leo inderdaad naar Stameren in Maarn is geweest, daar zijn ouders heeft ontmoet en voorzien van leeftocht. Hij is na Dolle Dinsdag, zonder Elsebé, weer teruggefietst naar Heeten. Waarom Elsebé niet mee is gekomen vermeldt de historie niet. Onderweg stuurt hij zijn ouders berichten in de vorm van briefkaarten van 5 cent:

 

1) Barneveld stormenderhand genomen. In Scherpenzeel 8 broodjes gekocht. De bevolking hongerend achtergelaten. Trek op naar de Uddeler meren. Ondervind weinig tegenstand van de wind.       Barneveld 11 uur 55

 

2) Na Barneveld een hergroepering van mijn maag uitgevoerd, met behulp van de broodjes. Bij Voorthuizen ondervond ik enige tegenstand, men wilde me er n.l. mijn fiets afpakken. Met behulp van enige patriotten kon ik een omtrekkende beweging maken en Garderen bereiken, van waaruit ik over de Uddelse inundaties doorstootte tot Uddel, dat thans hecht in mijn handen is.     Uddel 15 uur 15

 

3) Na 1 ½ uur aan een stuk door gefietst te hebben door de prachtige bossen en mens noch dier ontmoet te hebben, is het eerste wat ik ontmoet een kleine rode brievenbus, zomaar zonder enige reden midden in het bos. Ik ben hier waarschijnlijk dicht bij Vaassen. Ik zal proberen een bruggenhoofd over de IJssel te vormen

 

4) Sta thans voor de IJssel. Het regent pijpenstelen maar ik zit droog in het wachtershuisje. Aan de overkant ligt Olst. Zal ik binnen de muren van deze vesting kunnen komen?? De overkomst van dit document zal het moeten bewijzen. Mijn doel is een diepe penetratie in Salland tot stand te brengen. Ik heb zin in gebakken aardappels.   Olst 18 uur 40      Laatste bericht van heden!

 

 

 

 

 

 

Heeten, 17 september 1944

Lieve Moeder,

Reeds vrijdag ontving ik vaders brief en briefkaart van de 11e. Het telefoontje van den heer “Leonard uit Heeten” zal Hes wel begrepen en doorgegeven hebben. Daarmee heb ik dus de weddenschap gewonnen, uitgeloofd voor degene die het eerst bericht zou weten te sturen. Vóór mij hadden al enige anderen proberen te telefoneren maar ze wisten niet in hun rol te blijven van ambtenaar van de voedselvoorziening, vroegen hoe het thuis was en werden prompt afgesloten. Gisteren stuurde ik een brief met melk en boterbonnen. Aangezien het niet aangetekend kon, hoop ik dat het goed overkomt. Stuur je me gauw even bericht als het kan. Uit mijn briefkaarten heb je zeker wel gelezen dat mijn reis volgens plan verliep, zonder avonturen. Het was een mooie tocht langs binnenpaadjes door hei en bossen en de wind in de rug, bijna geen regen en zonder bandenpech. Precies om 8 uur kwam ik in Heeten aan. Dora heeft nog naar Hotel Stameren melkbonnetjes toegestuurd, heb je die nog ontvangen? Pit’s pakket heb ik ontvangen maar ik kan door het stileggen van de pakketpost uiteraard geen rogge sturen. Ik hoop niet dat er bij jullie hongersnood is of komt. De boeren dorsen onofficieel een gedeelte van de oogst met hun eigen dorsgarnituren en hebben laatst voor Deventer b.v. in Heeten, vrijwillig 7 koeien geleverd. Wij leverden ook een. Dat alles gaat buiten de Duitsers om maar met behulp van de controleurs, die ineens zijn omgezwaaid en de boeren openlijk aanraden voor zichzelf te slachten. De melkauto’s rijden, uit vrees voor beschieting niet meer en de boeren krijgen alle ondermelk terug. Mocht het nu in Den Haag erg krap worden dan zou ik b.v. met de bakkersmand achterop, gevuld met goede gaven kunnen fietsen in de richting Den Haag  b.v. tot Scherpenzeel of Maarn waar ik een van jullie trof om alles over te nemen. In zo’n geval zou je in Heeten de drogist T. Obdeyn moeten opbellen b.v. als secretaris van de vakgroep vleeswaren en moeten vragen of Leo Kortenhorst even terug wil bellen. Het kan dan wel de volgende dag worden met het oog op de drukte van de telefoonlijn.

Vaders brief heb ik met interesse gelezen. Wordt die V1 dag en nacht ononderbroken afgeschoten en hebben de Engelsen al gebombardeerd?  -  Elk ogenblik kunnen we nu de aanval op Nederland verwachten, ik vrees dat er hard gevochten zal worden; vooral om de grote rivieren, die de laatste defensie linie van NW Duitsland wordt genoemd. Oom Piet is nu dus vrij. Gelissen heeft reeds een leidende functie in de watervoorziening op zich genomen. We krijgen in ons land Canadezen, Polen en Engelsen. Deze maand zijn we nog vrij. Hier verder geen nieuws. Groetjes,

Leo

 

PS. Zojuist hoor ik dat er troepen uit de lucht geland zijn bij de Lek. Ik vrees dat deze brief je niet meer bereikt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 24 september 1944

Lieve Moeder,

Ik weet niet of deze brief nog overkomt maar ik wil het toch proberen, al was het alleen maar uit tijdverdrijf. Sinds vaders brief van 11 september heb ik niets meer van jullie gehoord.

De familie hier is in rouw gedompeld door het plotseling overlijden van Johan. Donderdagavond was hij nog heel goed, hij zong en maakte nog grapjes en ging vroeg naar bed. Vrijdagochtend was hij ook nog gezond, las nog een brief van Antoon en wilde juist zijn boterham, in bed, opeten, toen hij waarschijnlijk iets voelde aankomen. Hij ging nog zijn bed uit om zijn moeder te roepen. Hij was net weer zijn bed in toen hij een hevige bloedspuwing kreeg waarin hij stikte. Ik was net boven, toen ik beneden kwam was hij al dood. Het geheel heeft niet langer dan twee minuten geduurd. De jongens en zijn vader waren allemaal op het land. Ik sprong gauw op de fiets en waarschuwde de pastoor en de dokter, die beiden binnen het kwartier er waren, maar natuurlijk te laat. Het H. Oliesel is hem nog toegediend.

De arme jongen heeft gelukkig niet lang geleden. Er werd altijd rekening mee gehouden maar dit einde kwam toch wel heel onverwachts, temeer omdat hij de laatste tijd veel beter leek en overdag veel op was en buiten zat. Hij had zelfs allerlei plannen voor de toekomst. Zijn moeder houdt zich bewonderenswaardig goed. Eerst wat tranen bij haar en Dora, daarna kon je niets aan haar merken. Als ik haar niet beter zou kennen zou je zeggen dat zij zich er weinig van aantrok. Boeren uiten zich maar weinig.

Ik ben ’s ochtends nog naar Raalte gegaan en heb gezorgd voor advertentie en annonces. Eerst ben ik nog naar een der schoolmeesters  gegaan om eens mijn licht op te steken over de plaatselijke gebruiken; hetgeen achteraf maar goed is gebleken. Nu was het ogenblik aangebroken dat de buurt in actie kwam. Een der buren moest de andere buren waarschuwen en tevens het tijdstip van de burenvergadering meedelen.  Deze vergadering alleen voor de mannelijke buren en gedeeltelijk bijgewoond door een der familieleden moest ik ook meemaken, aangezien ik voor de annonces gezorgd had. Eerst werden alle namen opgeschreven van de familieleden en kennissen, die gewaarschuwd moesten worden of ‘aangeschreven’.  Daarna verlaat het familielid van de overledene de vergadering. Daarna worden al die namen in groepen verdeeld naar gelang ze dichtbij of verderaf wonen. Nu begint het bieden: de voorzitter noemt een buurt waar de familie 'aangezegd’ moet worden b.v. Luttenberg. Hij biedt één gulden, twee gulden, een rijksdaalder net zo lang tot er een ‘ja’ zegt. Deze moet dan de betreffende buurt ‘aanzeggen’  en krijgt dan het door hem ‘gemijnde’ bedrag minus zijn aandeel in het totale bedrag, dat door de buren opgebracht wordt. In dit geval bedroeg het totale bedrag f 34,- . De nettowinst van de meest gehaaide bedroeg f 10,-. 

Gelukkig was ik door de meester van dit eigenaardige gebruik op de hoogte gebracht, zodat toen het afhalen van de annonces aan de orde kwam, ik al stiekempjes verdwenen was. Daarna werd besproken wie voor paarden en wagens zou zorgen om de familieleden in de begrafenisstoet te rijden, ( Het ‘dodenfahren’ is de vaste plicht van de naaste buurman die daartoe in staat is; die dus paard en wagen heeft.)  wie het lijk moet wassen en in de kist leggen en wie voor zonen en dochters zorgt om huis en hof schoon te maken.

Het schoonmaken gebeurt daags vóór de begrafenis, in dit geval maandag. Nu is het de eer van elke boerin te na dat de buren ook maar één stofje in haar huis vinden, zodat er, wat het huis betreft, twee maal schoonmaak gehouden wordt. De officiële schoonmaak is niet minder grondig dan de onofficiële die we vrijdag en zaterdag hebben doorstaan. Het hele huis werd op zijn kop gezet, er werd geveegd en geschobd en geboend, je kon nergens zitten hetgeen alles nog spleener maakte.

Één meisje van de naaste nabuur hielp daar onofficieel aan mee. Ook mijn kamertje, waar dus niemand van de genodigden dinsdag, wanneer de begrafenis plaats vindt, komt, werd en wordt daarin betrokken. Morgen wordt die hele poppenkast herhaald door de buurmeisjes en gaan de buurjongens aan het werk buiten. Paden worden afgestoken, bomen gesnoeid, de hooiberg netjes afgeknipt enz.enz. De hele dag is er werk. Waarvoor dat alles goed is, snap ik niet, misschien is dat hun enige troost. Ook een schilder is er al geweest die alles nog eens heeft bijgewerkt.

Antoon, die sinds Pinksteren niet meer thuis is geweest, komt ook over, ondanks het verbod van zijn ouders die het te gevaarlijk vinden. Ik geef hem anders gelijk.

     In Deventer worden steeds meer mannen opgepakt om verdedigingswerken te maken. In Heeten zie je, voor het eerst sinds de oorlog, telkens Duitsers door trekken. Volgens berichten en ook geruchten moet Arnhem er erg aan toe zijn. Hebben jullie nog iets van tante Johanna gehoord? Hier wordt, vooral de laatste dagen, veel gevlogen en hoor je kanongebulder in de verte. We hebben hier, op mijn initiatief, schuilgaten gegraven. Verschillende boeren hebben ons voorbeeld al gevolgd. Een maal hebben we er al gebruik van gemaakt toe twee Amerikaanse vliegtuigen een Duitser achternazittende, schietend, heel laag over ons heen vlogen.

Laatst ben ik bij de pastoor van Raalte geweest. Hij had een brief van een collega uit Doorningen (Kuinre) gekregen, waarin deze hem, namens een familielid geparenteerd aan de ‘van Kortenhorsten’ om inlichtingen vroeg over een priester die in vroeger jaren uit Heeten naar de Kuinre, of omgekeerd voor de vervolgingen was gevlucht en in de Kuinre (of in Heeten) was ondergedoken. De Raaltense pastoor vroeg mij of ik daar meer van wist. Ik heb hem gezegd dat die Doorningse pastoor zich het best in verbinding met Vader kon stellen. Kan het overigens niet zijn dat dat familielid vader zelf is? Ik heb nooit eerder van hem gehoord, hij heet: pastoor Th. Galama.

Probeer je nog eens te schrijven?

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

Heeten, 1 october 1944

Lieve Moeder,

In mijn vorige brief, die je, als ik deze schrijf, nog wel niet ontvangen zult hebben, beschreef ik je de voorbereidselen voor de begrafenis van Johan. Ziehier de beschrijving van de begrafenis zelf: Dinsdagochtend vroeg namen de boeren bezit van de boerderij. De ouders en kinderen, waartoe ik ook gerekend werd, zaten in de beste keuken naast het geopende kamertje waar Johan opgebaard lag. De jongens in zwarte pakken, de boerin met een grote, hoge zwarte muts op en een grote zwarte strik voor, een werkelijk voorname verschijning. Om kwart voor acht kwamen de ooms en tantes zonder een woord  te zeggen in statie binnen. De mannen de hoge hoed recht voor zich uit, daarachter de zoons in volgorde van leeftijd, het laatste de vrouwen en meisjes. Ze knielden allemaal neer, bleven even bidden en vertrokken toen weer om zich op de deel op te stellen. Alleen de oudere der familieleden bleven bij ons achter en dronken koffie. Een half uur lang herhaalde zich hetzelfde tafereel, toen vrienden en kennissen arriveerden; alles in de diepste stilte. Eindelijk kwamen de mannelijke buren die de kist voorlopig sloten en naar de deel droegen waar alle genodigden in een grote cirkel stonde opgesteld. De kist werd weer geopend en twee brandende kaarsen aan het hoofdeinde geplaatst. Allen knielden neer, terwijl de oudste der buren een laatste gebed voorbad. Van de hele plechtigheid was deze wel de meest indrukwekkende door zijn eenvoud. De deel, waar ’s winters de koeien staan  en het wel en wee van de boer zich afspeelt was nu ook de plaats waar hij afscheid van zijn doden neemt.

De kist werd nu gesloten en op een eenvoudige platte boerenwagen gedragen met twee zware paarden ervoor. De buurjongens hadden intussen de paarden voor de tentwagens gespannen waarin nu de familieleden plaats namen. In de eerste zaten de boer, de boerin en Dora, terwijl Hein het paard bestuurde. Het tweede rijtuig werd door een buurman bestuurd en daarin waren de andere jongens en ik gezeten. Daarachter kwamen de familieleden, allen in hun eigen tentwagen.

De buurjongens waren intussen naar de kerk gefietst en namen daar de paarden van de later arriverende stoet weer over en zetten ze op stal.

De kerkelijke plechtigheden hoef ik je natuurlijk niet te beschrijven, alleen was er één eigenaardigheid n.l. de mannen zaten nu rechts, de vrouwen links in de kerk.

Van iedere familie in Heeten was minstens een vertegenwoordiger aanwezig. De kerk was overigens zo vol als een hoogmis op zondag.

Na de begrafenis gingen de vrouwen weer naar de kerk, de mannen naar een naburig café waar zij koffie en borrels dronken en hun laatste sigaar paften. De vrouwen kwamen even later in een zijvertrek samen.

Na een half uur (het was ondertussen 11 uur geworden en we hadden nog niets gegeten) gingen we weer naar huis terug. De buurvrouwen hadden, op de deel, ondertussen lange tafels opgesteld voor de gewone genodigden, op de dagelijkse keuken voor bijzondere genodigden, zoals kerkmeesters en op de beste keuken voor de naaste familie. Stapels en stapels wit tarwebrood, kaas boter, enz. enz.

Na afloop hiervan kwamen allen ons condoleren. De formule daarvoor is: ‘Ik condoleer (feliciteer, constateer enz.) U met het verlies van Johan en dat U hem in de hemel weer mag zien.’ Waarop wij dan antwoordden: ‘En dat ‘ie er getuige van moogt wezen.’

De laatste paar dagen komen hier steeds meer vluchtelingen voor de Duitsers, familieleden van spoorwegbeambten enz. Laatst gingen er geruchten dat we vluchtelingen uit Arnhem van de Woeste Hoeve moesten halen. ’t Is echter niet doorgegaan, gelukkig maar want de Duitsers halen alles weg, paarden, koeien, kalven en zelfs geiten. Sinds vannacht horen we aan een stuk door kanongebulder in de verte, waarschijnlijk Arnhem. Er wordt hier gezegd dat Wageningen bevrijd is. Overal worden mannen opgepakt om aan versterkingen voor de D’s te werken.

Je hoort hier bijna niks van de buitenwereld; geen kranten of brieven.

Ben benieuwd hoe het jullie gaat.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

Heeten, 8 october 1944

Lieve Moeder,

Deze week is er veel gebeurt in het anders zo rustige Heeten. Woensdagmiddag arriveerde plotseling een Duitse geluidswagen, die opriep dat alle mannen tussen 17 en 50 jaar zich ogenblikkelijk moesten melden aan de school. Deze mannen moeten dan direct naar de IJssel om stellingen te graven. Wie niet verscheen werd opgespoord en doodgeschoten of anders werden gijzelaars genomen of één of meer huizen verwoest. In begrijpelijke angst meldden zich de meesten en raakten hun persoonsbewijs kwijt. De volgende dag vertrokken ze reeds en elke avond komen ze weer terug. We waren een van de weinigen die ons niet meldden. Woensdagmiddag waren Willem en ik juist bij een buurman om de toestand te bespreken toen twee ‘Grünen’ kwamen. We konden nog net in een bos wegvluchten, ze doorzochten het huis, vonden niemand en vertrokken weer. Enige tijd tevoren hadden we reeds een schuilhut in het bos gemakt, waar we nu elke nacht slapen.

Enige dagen van betrekkelijke rust, toen gisteren de spanning ten top steeg. In Rijssen werden gisteren ruim 2000 mannen opgepakt en kwamen door Heeten gemarcheerd. Wij waren ondertussen in de berg gekropen en de kap er boven op laten zakken. De achtergebleven vrouwen konden echter alles goed zien. De jongens hadden onderweg zo’n honger gekregen dat ze de knollen van het land plukten en opaten. Ze hadden heel Rijssen afgezet en alle mannen gevangen, ze liepen onder geleide van landwacht  en Duitsers met het geweer in de aanslag. De angst onder de bevolking is natuurlijk groot en  vandaag, zondag, duikt alles onder, ook zij die van de burgemeester vrijstelling gekregen hebben. Vanmorgen stond in Heeten aangeplakt dat tot heden 12 uur men de gelegenheid had om zich in Wijhe te melden. Alles is nu bezig in gaten in de grond te kruipen. Waar ik blijf wil ik liever nog niet op papier zetten. Allen zijn nu weg, allen ik ben nog achter gebleven om deze brief te schrijven en vertrek dan ook. Ze verwachten eigenlijk elk ogenblik razzia’s, vooral morgen. Het werk staat al lang stil. De beide meisjes melken nog de koeien. Niemand is zijn zenuwen meer de baas. Daarbij komt nog dat de wegen krioelen van de vluchtelingen uit Deventer en Arnhem. Bij ons is ook reeds een familie uit Deventer ingekwartierd en er zullen nog wel meer komen die dan op de deel moeten slapen. Deventer wordt de laatste dagen dag en nacht gebombardeerd. Ze willen de bruggen raken maar zijn er tot dusver nog niet in geslaagd. De stad loopt sinds gisteren leeg. De Engelsen zijn hierboven  dag en nacht in de lucht en telkens moeten we in de schuilgaten kruipen. Gisteren kwamen er meer dan 1000 bommenwerpers over: een imposant gezicht. Ook horen we zwaar kanonvuur zodat uren achter elkaar de ruiten rinkelen.

Ik ben eigenlijk erg benieuwd naar berichten van thuis, heb nog steeds niets gehoord. We verwachten hier elk ogenblik het eind van de oorlog, het zijn spannende dagen!!

Groetjes,

Leo

 

(zelfde brief) Maandag 9-10-44

Zojuist de brief van Vader (28 sept.) ontvangen. Ben blij weer iets gehoord te hebben en dat alles nog rustig is in Den Haag. We leven de hele dag zo’n beetje in de open lucht en zijn niet veel meer thuis. Gewerkt wordt er niet meer.

 

 

 

 

 

 

Den Haag 13 october 1944

Lieve Leo,

Je brieven beginnen nu in bonte verscheidenheid binnen te komen: gisteren een brief met bonnen en tegelijk de beschrijving van Johan’s begrafenis. De dag tevoren kwam je brief met de aankondiging van zijn sterven. Vanmorgen de doodsannonce en tevens een veel vroegere brief van je n.l. die van 17 sept. de dag dat de eerste landingen in Holland begonnen. Je brief eindigt met de veronderstelling: ‘deze maand zijn we nog bevrijd’ Och jongen, we dachten het allemaal en wat is het nodig dat het eindelijk gebeurt.

We beginnen het hier met alles benauwd te krijgen en steeds denk ik met weemoed aan het bakkersmandje dat je me zou kunnen sturen vol met heerlijke zaken. Toch mogen we nog niet klagen want ik heb door een gezegend toeval 8 in plaats van 3 distributiekaarten zodat ik tot nu toe, voor ons, voor Elsebé  en Hes nog kan zorgen. Voor Elsebé koop ik natuur (ze hebben in Amsterdam andere noodbonnen dan wij) en zo nu en dan gaat een koerier die een pakje voor haar mee neemt. Voor Hes en Bobby neem ik extra porties uit de centrale keuken, gelukkig zit ik door die extra kaarten ruim in brood want stel je voor dat ze hier f 10,- voor een gewoon brood betalen en f 40,- voor een pond boter. Ik betaal f 20,- voor een pond vleesch en zoo gaat het door. Den Haag is geheel zonder gas maar gelukkig hebben we in de vesting aparte elektriciteit zodat we licht hebben en met de keteltjes water enz. kunnen maken. Hes niet behalve van 6-9 ‘s avonds, stel je voor dat dus nergens de huisbel gaat! Ik slaagde erin steenkool te krijgen (eigenlijk bestemd voor 6 ¼ !!) en nu koken we bij op de kachel in de huiskamer. Als het eten uit de centrale keuken stamppot is, maak ik zelf een gortschotel of iets dergelijks vóór, vader braadt een stukje vleesch en zoo gaat het wel. Ik maak ook champignons klaar die heel voedzaam zijn en lekker, ze kunnen me geregeld worden gebracht. Het is zoo doodjammer dat je bonnen twee weken te laat kwamen, nu zijn ze hopeloos verlopen. Je moet je best eens doen boter en melkbonnen te krijgen nl de gewone ‘rantsoenbonnen’, die zijn geldig gebleven en hebben zelfs voorrang. Als er b.v. bij ziekte of bevalling rantsoenbonnen uitgereikt worden zou je ze kunnen  ruilen voor andere bonnen en ik ben er gelukkig mee. Begrijp goed dat de noodkaartbonnen nu voor het heele land verschillend zijn, Elsebé kan b.v. in Amsterdam niets met een Haagsche kaart beginnen. En tegen de tijd van de bevrijding zorg dan een voorraadje voor ons te hebben, het zal nodig zijn.

Gelukkig voel ik me veel beter en met de zeer goede hulp van Vader en Jan kan ik het werk wel aan.

Zeg, deze brief lost de puzzel van Hes over jouw telefoontje op, soms dacht ze dat jij het was en soms kon ze haast niet begrijpen dat je het spel zóó goed kon volhouden, het was ongelofelijk en op het eind helde ze er toch toe over te denken dat het een vreemde was. Heb je mijn brief al gekregen waarin ik je vroeg Dora te bedanken voor haar melkbonnen naar Stameren gezonden. Zeg haar maar dat ik ze inwisselde en er nog steeds plezier van heb. Weet je dat heel Wassenaar geëvacueerd geweest is gedurende drie weken vanwege de V1. Nu maken ze niet meer zoveel omslag, ze schoten er vandaag 3 af vanuit het Prinsevinkepark, vlak bij het Bankaplein. We zijn er al aan gewend; het is net een sneltrein boven je hoofd. Kwam Vaders condoleancebrief aan de familie over?

Hartelijke groetjes van ons drieën en dikke zoen van

Moes

 

 

 

 

 

’s Gravenhage 20 october 1944

VII

 

Beste Leo,

Vanmiddag kwam je brief van 8 en 9 october dus binnen 11 dagen hier aan. De verbinding gaat dus vooruit en is sneller dan in het begin. Het zijn opwindende dingen die je ons schrijft en ze hebben de bevestiging van hetgeen we hier te hooi en te gras reeds hadden vernomen. Jullie standpunt is volkomen correct en ik hoop spoedig van je te horen dat alles goed blijft gaan. Ik vrees dat degenen die zich nu laten inlijven bij het aanleggen van militaire werken later bij de terugtocht de oren zullen worden gewassen. Ik hoop dat je mijn vorige brieven nu ook in je bezit hebt gekregen en dus op de hoogte bent van de toestand hier. Deze toestand wordt gekenmerkt door een stijgend gebrek aan brandstof en voedsel. Omdat er geen kolen en electriciteit meer is  om de fabrieken te laten draaien staan deze volkomen stil. De werkgevers houden echter alle arbeiders in dienst en blijven ze voorlopig het volle loon uitbetalen. Er is nu een wachtgeldregeling in de maak waardoor de overheid een groot deel van de kosten voor haar rekening neemt. De verwoestingen in Amsterdam en vooral in Rotterdam zijn enorm het zal jaren duren voordat alles weer hersteld is. Bovendien worden er veel machines uit de niet vernielde fabrieken weggehaald. Bijna iedereen – wij en Hes ook - eet van de centrale keukens. Het rantsoen is maar een 1/2 liter stamppot, soep of pap per dag en per persoon. Dat is natuurlijk veel te weinig. Het broodrantsoen is nog gehandhaafd en ook het melkrantsoen bleef op het oude niveau. Suiker is er niet meer, groente en vruchten zijn er nog in geringe hoeveelheid. De voedselautoriteiten zeggen dat deze matige rantsoenen van aardappels en brood niet langer dan ongeveer twee à drie weken te handhaven zijn. Het wordt dus hoog tijd dat de oorlog dan hier in het westen voorbij is. Deze week is met de Duitschers afgesproken, dat arbeiders in de grote steden aardappels in Drenthe zullen rooien en dat dan de opgestapelde voorraden in het oosten naar hier zouden mogen komen (per schip). Je hebt zeker wel gehoord dat onze regering in Londen dit plan hebben ontraden. Men is het hier niet mee eens of dat wel goed is. Sommigen zeggen: 2/3 der aardappeloogst is al gerooid waarom kan dan niet één deel naar het westen gebracht worden? Er zijn in de oostelijke provincies toch handen genoeg om de oogst binnen te halen! Wat zit daar achter? Enfin ik was van mening, dat wij deze maatregel niet moeten aanvaarden maar anderen (Jan bijvoorbeeld) zijn van tegenovergesteld gevoelen.

Intussen behoef je je over ons niet bezorgd te maken, we zullen ons wel redden en we zijn blij dat we nog met ons drieën zijn en dus alle maatregelen kunnen nemen om zuinig met onze voorraad om te springen. Den Haag is overigens rustig, grote groepen der bevolking gaan eropuit om in de omgeving hout te stelen, bomen om te kappen, aardappels en groente te halen. De meeste handel heeft nu het aspect gekregen dat er qua geld meer wordt gevraagd voor goederen b.v. kleeren, tabac, thee, koffie enz. Merkwaardig is echter, dat iedereen nog van goede moed is.

Nu we geen gas meer hebben koken we op een kacheltje op mijn kamer. Dat gaat uitstekend. We hebben nog wat kolen en hopen het daarmee te kunnen uitzingen.

Van Elsebé krijgen we geregeld -ook telefonisch- goede berichten en we kunnen haar van hier uit nog wel wat toestoppen. Ook tante Anna is heel lief en hulpvaardig voor haar. Als het weer wat beter wordt ga ik per fiets (ik heb een bewijsje gekregen dat mijn fiets niet gevorderd mag worden) eens naar haar toe, we hebben haar sinds Doorn niet teruggezien. Van oom Joh. Woltersom uit Wageningen kregen we een paar dagen geleden een briefkaart uit Veenendaal waarheen hij met zijn gezin geëvacueerd is. Van tante Johanna nog niets gehoord. In den Bosch en omgeving is het thans rustig. Wel verdwaalt er zo nu en dan een bom in ’s-Bosch, de mensen slapen dan ook in hun kelders. Directe berichten ontving ik niet maar ik hoorde het van iemand die per speciale koerier versch nieuws had gekregen.

Ik vergat je nog te zeggen dat wij in de vesting nog steeds den hele dag en nacht electriciteit hebben. In de meeste delen der stad is het licht beperkt tot een paar uur; van halfzeven tot kwart over tien.

Bobby is zwaar ziek maar de veearts geeft hoop op herstel, hij heeft een nierziekte en je begrijpt hoe vol zorg Hes over hem is, ze verpleegd hem als ware hij een kind. We hebben veel gezelligheid van de Rümkes en de de Groots en moeder is nu aan de piano- en zangkunst gaan doen. De piano staat nu in mijn kamer.

In den Haag verschijnen nog maar twee kranten; De Residentiebode en Het Vaderland. De Haagsche Courant is verdwenen doordat de typografen gestaakt hebben. De machines zijn vernield. De omvang der kranten heeft teruggebracht tot een ½ pagina en bevat practisch alleen legerberichten en officieel nieuws.

Ziezo, je bent nu weer op de hoogte van ons doen en laten. Maak je over ons maar geen zorgen het gaat nog redelijk wel en moeder is gelukkig helemaal in orde en gezond. Op kantoor is het niet druk maar we houden ons bezig met de dagelijkse lessen van Ten Bouwhuis (engels) en met allerlei werk, dat er nog te doen valt. Juist op dien zaterdag dat de 1000 vliegmachines over ons land vlogen was ik bij Suus en Pit. Pit komt niet meer hier en blijft thuis. Hij zag er wel weer beter uit en Arend Jan groeit best en is een flinke baby.

Heel veel groeten van ons allen, ook aan de familie, houdt goeden moed en tot spoedig weerzien,

 

Vader

 

P.S. Je tabac kwam voor je, 3 pakjes.

Dikke zoen van moeder die vraagt om de botervoorraad gereed te houden. Tegen de tijd dat je weer wat reizen kunt of – beter nog - het zelf kan komen brengen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 22 october 1944

Lieve Moeder,

Woensdag ontving ik weer een brief van Vader en tegelijk een envelop met kranten, De brief was gedateerd 3 october. Ik ben blij dat alles nog rustig was. Volgens de berichten dreigt er alleen hongersnood in het Westen. Ik hoop dat jullie het nog lang kunnen uithouden. Zodra het mogelijk is zal ik naar Den Haag komen met een lading levensmiddelen.

Voor de volgende zaterdag wens ik jullie geluk met jullie trouwdag.

Hier staat alles nog in het teken van de oppakkerij. Het werk werd deze week stiekempjes gedaan, telkens stonden we klaar om er vandoor te gaan. We slapen nu nooit meer thuis maar in een zelfgemaakt hutje in het bos, half in de grond gegraven. Eerst sliep ik niet zo goed maar nu even best als in bed. Koud hebben we het ook niet. ’s Nachts zijn we daar natuurlijk veilig maar overdag niet. Daarom hebben we ons in groepen verdeeld en holen in de grond gegraven waar we bij dreigend onraad inkruipen. Ingang en luchtpijp zijn zo goed gecamoufleerd dat zelfs iemand die er vanaf weet ze niet kan vinden. Jan en ik hebben er b.v. een in het bos gegraven op een strategisch punt waar we de hele buurt in de gaten kunnen houden, op het laatste ogenblik verdwijnen we dan van de aardbodem.  Het lijkt veel op wildwest maar ’t enigste middel om onze vrijheid te behouden. We zitten er zelfs tamelijk comfortabel in het stro en in ieder geval droog. Schep voor schep hebben we het zand weggekruid en de omgeving gecamoufleerd. Sinds de laatste oproeping tot aanmelding is hier niets meer gebeurd maar des te meer in de omgeving. De Duitsers roepen niet meer op maar zetten een heel dorp af en houden drijfjachten door de bossen en door de knollenvelden. Iedere man die zij vangen moet mee. Gisteren is in Nieuw Heeten en onderduiker op de vlucht doodgeschoten. Deze week zagen we karavanen en karavanen van mannen op boerenwagens door Heeten trekken in de richting van de IJssel en Deventer. Ze werden slechts bewaakt door twee of drie Duitsers of landwachters. Sommige konden makkelijk vluchten onderweg maar de meeste gingen gedwee, als makke schapen, mee. Zo is b.v. uit Nijverdal nagenoeg de hele mannelijke bevolking weggevoerd. Gisteren was er razzia in Haarle, vlak bij ons. We verwachten het nu ook elk ogenblik bij ons. Temeer omdat sinds vandaag alle Heetenaren die nog aan het werk waren voor de Duitsers, weggebleven zijn. Maak je maar niet ongerust over me, ik kom er wel door.

Groetjes,

Leo

P.S. Als je kunt stuur dan veel kranten en wat sigarettenvloeitjes. Hou me ook op de hoogte van de toestand bij jullie.

Maandag:

Net had ik deze brief geëindigd, gisteren,  toen plotseling Free Kortenhorst arriveerde. Hij kwam uit Beek, in de buurt van Zevenaar, waar hij de laatste tijd vertoefde. De grond was hem te warm onder de voeten geworden en hij ging nu naar huis. Hij bleef gisteren bij ons en sliep bij ons in het bos. Vanochtend is hij weer vertrokken. Je moet de groeten van hem hebben.

Onder het vee is mond en klauwzeer uitgebroken. Het voordeel ervan is dat we nu een papier op de deur krijgen en dat er minder gevaar voor ons bestaat dat we opgepakt worden. Officieel mogen we niet weggevoerd worden om dwangarbeid te verrichten. Althans worden de Duitsers erdoor afgeschrikt.

Vanmorgen ontving ik weer een krant van jullie, hartelijk dank ervoor. Deze krant was verstuurd op 15 september, volgens het poststempel. Je laatste brief droeg het poststempel 3 october en ik kreeg die 6 dagen eerder. Als je kunt stuur dan veel kranten.

Groetjes,

Leo

 

Heeten, 28 en 29 october 1944

(eigenlijk 21 en 22 october)

Brief no. 6

Lieve Moeder,

Vandaag, net op jullie trouwdag, ontving ik jullie brief no. 4, gedateerd 10 october, waarin je me de ontvangst bevestigt van mijn eerste brief van 24 september. Voor mij dus het eerste bewijs dat er contact bestaat tussen Heeten en Den Haag. Ik schrijf elke zondag, zodat je aan de datum kunt zien of je al mijn brieven hebt gekregen. (Jullie brieven 1,2en 3 heb ik, zoals ik in vorige brieven al schreef, ook ontvangen.) Ik schrijf vandaag ook op zaterdag omdat ik net herstellende ben van een griep en verkoudheid en dus nog niet naar buiten kan.

De familie dankt jullie zeer voor Vaders condoleantie-brief die ze erg mooi vinden. De baas zelf is er erg trots op en ik denk dat hij hem ook wel aan zijn vrienden zal laten lezen.

De namen van degene die het doodsbericht van Johan is ‘aangezegd’ of ‘aangeschreven’ heb ik niet genoteerd maar dat zijn behalve de buurlui en vrienden van Johan, de zwagers en de zuster van Boer’s Jan en de broers en zusters van de bazin en een paar van haar neven. Van de Kortenhorst zijde zijn dat dus niet veel (dus alleen Trees ten Have-Kortenhorst), aparte figuren die ik nog niet kende heb ik niet opgemerkt. Reimink uit Luttenberg is, zover ik weet, niet verwittigd. Van de andere waren de meeste op de begrafenis, jongeren waren er niet veel vanwege de oppakkerij. Hoe het verder op de begrafenis is toegegaan zal je wel uit mijn tweede brief vernomen hebben. Houd er echter rekening mee dat de taak, zoals het dragen van de lijkkist enz., bestemd was voor de jongere buurlui, de leeftijdgenoten van de overledene en niet voor de ouden. Dit geschiedde ook weer als gevolg van de tijdsomstandigheden.

In Arnhem moet de schade tot dusver meevallen, volgens berichten van vluchtelingen. Free wist van Duitsers, dat alleen veel burgers door henzelf vermoord zijn bij demonstraties. De bevolking schijnt bovendien op grote schaal de Engelsen meegeholpen te hebben. Er wordt nog steeds aan de IJssellienie gewerkt maar volgens de arbeiders, waarvan ook verscheidene uit Heeten, is het niet veel waard: een paar loopgraven en prikkeldraad. Van de tien bossen prikkeldraad verdwijnen er zes in de IJssel. Krammen en spijkers worden bij de vleet gestolen. Ook aan het kanaal bij Heeten worden nu versterkingen gemaakt. Verschillende ‘Organisation Todt’ mannen zijn hier ingekwartierd en we waren dus deze week weer bang om opgepakt te worden. Ikzelf bleef maar in bed liggen en kon binnen twee minuten met dekens en al achter de coulissen verdwijnen, de andere zaten weer onder de grond. Tot nu toe is nog niets gebeurd en het ziet er ook niet naar uit dat ze weer gaan oppakken maar we blijven ‘on the alert’.

De spoorbrug van Deventer is nu na dagenlange bombardementen zo beschadigd dat ze er niet meer met een trein over durven te rijden. Vooral de laatste dagen en terwijl ik dit schrijf, wordt Raalte veel gebombardeerd. Het station en de spoorweg is al herhaaldelijk getroffen. De electriciteit functioneert, na enige dagen onderbroken te zijn, weer normaal. Brandstoffen komen natuurlijk niet aan maar overdag, als we toch buiten bezig zijn, hebben we die ook niet nodig. Voor kookdoeleinden gebruiken we hout die, zolang er bomen in de buurt zijn, genoeg aanwezig is.

De centrale keukens zijn voor jullie natuurlijk een uitkomst nu er geen dienstbode meer is. Kunnen jullie nog boter krijgen, in mijn vorige brief sloot ik een paar boterrantsoenbonnetjes in (welke verlengd zijn tot December). Het is beroerd dat ik nu niets meer kan sturen. Volgens de radioberichten moet Amsterdam er anders nog slechter voorstaan. Wordt er in jullie buurt nog opgepakt?

Zo goed als alle koeien bij ons hebben nu mond en klauwzeer, ze geven bijna niets geen melk meer. Het werk de laatste paar weken gebeurde zo stiekum mogelijk. Om het uur zowat was er alarm dat er weer razzia dreigde en dan verdwenen we weer onder de grond. Met dat alles is er toch nog gezaaid, de aardappels en suikerwortels zijn eruit maar vraag niet hoe lang en onder angst en beven het gebeurde. ’t Is een tijd om nooit te vergeten maar ik geloof wel dat we erdoor komen.

Kunnen jullie me ook een heleboel sigarettenvloeitjes sturen, hier is niets meer te krijgen en we teren allemaal op mijn kleine voorraadje die bijna uitgeput is. Stuur me ook wat enveloppen.

Groetjes,

Leo

P.S. Jan nog hartelijk gelukgewenst met zijn verjaardag!!

Ik heb zojuist aan Elsebé een verjaardagsbrief verstuurd met een stukje spek, eigengemaakte kaas en wat tabak. Ik ben benieuwd of het goed overkomt.

 

 

 

29 october 1944

Brief no. 6a

Lieve Moeder,

De vorige maal dateerde ik mijn brief een week te vroeg en nummerde hem als brief no. 6 terwijl het nummer 5 moest zijn. Deze brief no. 6 wordt dan maar 6a en volgende zondag no. 7.

Ik was dus ook voorbarig met mijn gelukwensen ter gelegenheid van jullie trouwdag. Gisteren ontving ik weer jouw brief no. VI. Jullie brieven komen met de regelmaat van een klok, in volgorde en meest op zaterdag. De brief met bonnen waarvan je sprak was zeker een met gewone bonnen, jammer dat ze ondertussen verlopen waren. Ik meen dat ik later nog rantsoenbonnen gestuurd heb (boter en melk) die zijn dan in elk geval nog geldig.

Fijn dat je nog steenkool hebt kunnen krijgen want dat lijkt me nog het ergste als je dat niet hebt. De honger moet anders in jullie buurt erg zijn. Deze week was er iemand uit Utrecht die zei dat ze er daar erg aan toe waren. Ik gaf hem nog een briefkaart mee om in Utrecht op de post te doen.

Vrijdag telefoneerde ik, op jullie verzoek, met Den Haag. Als jullie nu nog eens opbellen met verzoek dat ik terug moet bellen, dan telefoneer ik daags na jullie verzoek om 8 uur ’s morgens. Laat iemand dan op kantoor aanwezig zijn. Het telefoneren na begin van de kantoortijd is een kwestie van uren wachten. Vrijdag vroeg ik mij gesprek om kwart voor negen aan en kreeg, tegen mijn verwachting, om vijf vóór negen verbinding, toen was er natuurlijk nog niemand. Onmiddellijk vroeg ik opnieuw aan en kreeg het gesprek pas tegen elven. De moeilijkheid is dat je het gesprek niet kan bestellen op een bepaalde tijd. Ik dacht dat Hes mijn eerder telefoongesprek wel had begrepen, die was toen gecensureerd, dit gesprek met Jan, eergisteren, niet.

Je brief waarin je me vroeg Dora te bedanken voor haar brief met melkbonnen heb ik ontvangen, zoals trouwens al jullie brieven. Jan telefoneerde dat Elsebé weer in Den Haag was. Ik stuurde haar de vorige week een brief met spek, kaas en tabak. Als die overkomt laat die dan gauw doorsturen, voordat de kaas beschimmeld. Kan je mij ook zo gauw mogelijk en zo veel mogelijk sigarettenvloeitjes sturen, neem ze desnoods uit de kartonnen verpakking, dan voelt de brief niet zo dik aan. En als je het missen kunt, anders is het natuurlijk niet nodig, wat thee.

Als jullie nu in zeer hoge nood zitten en niets meer te eten hebben telefoneer dan even dan kom ik met gevulde bakkersmand op de fiets, iemand anders moet me dan tot halverwege tegemoet komen. Maar doe dat natuurlijk in het aller aller uiterste geval want er is voor mij natuurlijk het risico aan verbonden dat ik in deze streken word opgepakt om te graven. Maar als het op durven aankomt dan doe ik het heel gerust.

De vorige zondag was er een groot alarm. In alle vroegte werd bij een buurman een zoon (onderduiker) gepakt en verderop in Heeten nog twee, mitsgaders een boer met radio. De vorige woensdag was voor ons persoonlijk nog het spannendst. ’s Ochtends was weer in de buurt een onderduiker gepakt. ’s Middags om een uur of vier zaten we net een beetje achter het huis te kijken, toen we een grote Duitse vrachtwagen zagen aankomen over de weg. We hielden hem een beetje in de gaten en zagen hem plotseling langzaam rijden, even aarzelen en toen de weg naar ons inslaan. Wij als hazen er vandoor het bos in en onder de grond, net op tijd, toen ze bij ons aankwamen. De heren vroegen of er ook varkens aanwezig waren, daar wilden ze wel wat van hebben. Ze reden de auto tussen de schuur en het huis onder medeneming van een stuk van het dak, knikkerde twee varkens in de auto en als de bazin niet zo flink was opgetreden hadden ze ook niets betaald. Nu gaven ze voor beiden f120,-. Een ervan had nog mond en klauwzeer maar dat geloofden ze niet.

Een der Moffen liet nog zijn welwillend oog op mijn konijnen vallen en wilde ze met alle geweld voor een gulden per stuk kopen. De bazin verdedigde echter mijn konijnen met nog groter hardnekkigheid dan haar varkens. Ze kregen ze dan ook niet mee. De plaatselijke bureauhouder maakt er nu werk van  bij de Stadtkommandant van Zwolle. Niettemin is er vanmorgen bij een andere boer weer een weggehaald. De veldwachter probeerde het nog tegen te gaan maar tevergeefs.          De boeren wordt nu aangeraden gauw te slachten. Nauwelijks waren deze heren weg of er kwamen een paar van de ‘O.T.’ die een paard wilden hebben. ’t Liep nogal goed af; één dag moesten we een paard missen.

Zowat in heel Overijssel heerst nu mond en klauwzeer. Bij ons ook is het droevig om het vee te zien. Mager als houten, schuim op de bek, kapotte tong zodat ze niet kunnen weiden en kapotte klauwen, zodat ze nauwelijks kunnen lopen en wat het ergste is een ontstoken uier zodat je ze nauwelijks kan melken, zo’n pijn als het hen doet. Bij ons zijn ze echter aan de beterende hand.

De laatste tijd hier weer geweldige activiteit in de lucht. Deventer gisteren zwaar gebombardeerd. De spoorbrug weer geraakt maar weer niet goed. In Zutphen is de brug kapot. Als ze Zeeland hebben, geloof ik, dat er meer schot in komt. ’t Is te hopen want het wordt tijd.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage 30 october 1944

VIII

 

 

Beste Leo,

Je brief van 22 dezer kwam precies op  onzen trouwdag aan. Je hebt dat goed uitgemikt. Door de telefoon van vrijdag l.l. wisten we dat alles in Heeten nog was zoals je het in je brief beschrijft: Dat was weer een heele geruststelling. We hebben zaterdag ons feest, ondanks alles nog gezellig gevierd. Elsebé was een paar dagen geleden per fiets door de Haarlemmermeer naar hier gekomen. Dat was onze eerste ontmoeting na Doorn. Je begrijpt hoe verheugd we waren over het weerzien. Vanmorgen vroeg is zij weer bepakt en beladen teruggegaan. Nu ze de tocht (50 km) eenmaal heeft gedaan zal zij het – als de oorlog het toestaat – nog wel eens herhalen.

Zaterdag bood Hes een thé complet aan die er nog zijn mocht, gevolgd door een goede borrel. Thuis had moeder voor een voortreffelijk dinêrtje gezorgd: toast met sardines, macaroni met ham (nietes, een stukje plockworst!) (RED: dit is oma!), gehakt met spuitjes (voor f 20,- per pond gekocht  (oma), fruit een kopje geurige koffie met een glaasje cognac … wat wil je nog meer? ’s Avonds hebben we rondom de nieuwe kachel oude brieven uit jullie kinderjaren tevoorschijn gehaald en ons verdiept in lang vervlogen tijden. Jouw brief (trouwens ook de vorige) vond bij de kennissen groote belangstelling. We kunnen ons precies voorstellen hoe het leven daar in het benarde oosten zich voltrekt. Bij ons zijn er andere sensaties. Voor eerst de vliegende bom die nog dagelijks ten getale van plusminus vier of vijf in Wassenaar omhoog wordt gestuurd. Verleden week zijn er drie verkeerd gestart. Er zijn nogal wat slachtoffers door gevallen o.a. in Rijswijk (waar ook een startbaan schijnt te zijn), waar het huis ‘De Kruisvaarders van St. Jan’ (er worden daar verwaarloosde jongens verpleegt) werd verwoest. In Wassenaar viel de bom bij de Zijdeweg, je weet wel tussen Clingendael en de hockeyvelden. Ik ben er zondag heen gewandeld maar het terrein was afgezet. Ja snapt, dat we van die incidenten wat meer beducht geworden zijn voor dat ellendige ding en dat er een zucht van verlichting op gaat als blijkt dat de vuurpijl voorbij is gesnord. De tweede sensatie is dat – er te beginnen met de Bezuidenhoutbuurt -  elk huisgezin een onderbroek, een hemd, een jas, een vest en een deken ter waarde van f 72,- moet inleveren. Er is Grüne Polizei aangekomen om deze maatregel door te drukken. Het is wel ver met het trotse leger gekomen dat het zich moet kleeden uit de toch al uitgemergelde kleerenkasten der burgerij. Ik vertel je er later nog wel meer over. Het vorderen der fietsen gaat incidenteel voort. Ik rijd weer geregeld op mijn karretje maar ik ben in het bezit van een Ausweis. Kranten zijn er eigenlijk niet meer, er is hier in Den Haag nog maar een kwart velletje met legerberichten en de bonnenlijst. Het Vaderland wordt gedrukt bij de drukkerij van De Residentiebode en zoals ik je als schreef de Haagsche Courant is verdwenen nadat het personeel gestaakt had en de drukkerij daarop was vernield. In Den Haag is er overigens nog niets kapot gemaakt het leven gaat dus tamelijk saai voorbij. Er wordt niet meer gewerkt, de scholen zijn slecht bezocht. Zaterdags sluiten de officiële kantoren en bureaux vanwege de kou, de tramdiensten worden steeds ingekrompen (de stadstram rijdt alleen nog maar ’s morgens gedurende twee uur en zondag in het geheel niet meer). We hebben in de Vesting nog altijd electrisch licht maar in de rest van de stad gaat het licht ’s avonds voor tien uur uit. Het eten uit de centrale keuken is uitstekend maar nu en dan is er te weinig. De aardappelkwestie schijnt voorlopig nu opgelost te zijn. Uit Amsterdam zijn er tweeduizend en uit Rotterdam 1200 menschen naar Drenthe gegaan om te rooien. Hoeveel Hagenaars gegaan zijn weet ik niet.

Wij zijn allen gelukkig goed gezond en volstrekt niet ondervoed, maak je daarover maar geen zorgen. Moeders beterschap houdt gelukkig aan. Er bestaat kans dat Aukje eindelijk een Ausweis krijgt om binnen de vesting te mogen komen werken. De schuld dat het zolang geduurd heeft lag bij Jannetje die – om ons te pesten – haar Ausweis niet ingeleverd had zodat wij nog altijd genoteerd stonden als in het zalig bezit van een inwonende (en hoe een!) dienstbode. Ik heb de zaak op het politiebureau recht gezet en nu zal Jannetje voor haar euvel daad wel een fiksche boete krijgen. Òf Aukje inderdaad komen kan is nu weer een puzzel geworden, doordat da trams ’s avonds niet meer loopen  en het nog altijd riskant is te fietsen.

Onze Brabantsche families in Den Bosch en Rosmalen zijn nu vrij maar we weten natuurlijk niet hoe zij eraf gekomen zijn en hoe zij het maken. Voor Nico van Waayenburg is dat wel een hard gelag; maar laten we hopen, dat Holland na Limburg, Brabant en Zeeland ook spoedig aan de beurt zal komen. Ik vrees dat de oostelijke provincies wel het laats aan de beurt zullen komen maar je kunt nooit weten welke verrassingen Eishouwer nog in petto heeft.

Op kantoor beginnen we nog steeds de dag met 1 ½ uur les van Piet den B en we maken goede vorderingen.

Amsterdam en Rotterdam zijn nu onder de indruk van een aantal executies. Je voornemen om ons een pakket levensmiddelen te komen brengen zal wel tot later uitgesteld moeten worden. Ik zou tenminste niet weten hoe je hier zou moeten komen. Je moet wel blij verrast geweest zijn plotseling Free voor je neus te zien. Het is een flinke kerel. De post gaat nogal ongeregeld maar als alle brieven zo vlug overkomen als jouw laatste die je de 24e verzonden met hebben en die hier de 28e bezorgd werd dan kunnen we tevreden zijn.

Tante Johanna is terecht, ze woonde laatstelijk bij een familie Sutherland in Velp. We hoorden het van een nicht van de Woltersom familie uit Lochem maar zelf heeft ze ons nog niet geschreven. Of ze nog in Velp verblijft acht ik twijfelachtig want ik meende nl dat Velp ook ontruimd is. Oom Joh. Uit Wageningen is na eerst in Veenendaal ondergebracht geweest te zijn nu weer doorgezonden naar Driebergen. Hij heeft ons geschreven en zei dat ze het best hadden.

Oom Herman is weer in zijn huis teruggekeerd (Wassenaar). Moeder en Jan laten zich zondag inenten tegen typhus. Onze dokter vreest namelijk dat de omstandigheden gunstig zijn voor een epidemie. De melk wordt nauwelijks meer gekookt doordat de menschen geen brandstof genoeg hebben en wie weet wat er nog met de watervoorziening gebeurt?

Terwijl ik dit schrijf gaat er weer een bom door het luchtruim, dat is al de zesde vandaag.

Nu Leo, je weet weer ongeveer hoe het hier toegaat ik geloof niets vergeten te hebben. Ja toch! Pit is verleden week weer op kantoor verschenen en komt nu geregeld een paar dagen per week, morgen komt Suusje in Den Haag om haar tandarts te consulteren. Wij hopen haar te treffen. Met AJ gaat het voortreffelijk.

Heel veel groeten van ons allen, Hes en alle kennissen.

Vader

 

P.S. Groet ook de familie hartelijk van ons allen, ze heeft mijn condoleance toch wel ontvangen?

Vader vergeet nog te zeggen hoe blij we waren met je boterbonnen en als je nog wat rantsoenen volle melkbonnen kunt krijgen maak je me ook gelukkig want ik heb nog maar voor vier weken en dat houdt ons op peil. Dag lieve jongen, ik hoop tot spoedig, dikke zoen van

Moeder

 

 

 

 

Amsterdam, 1 november 1944

Lieve Leo,

Vandaag is er gelegenheid voor een brief naar Deventer waarvan ik dan maar gebruik maak. Een paar dagen geleden ben ik per fiets in Den Haag geweest (50 km). Ik was al vanaf Doorn niet meer thuis geweest. Ik las je brieven en hoorde van je telefoontje. Wat ellendig van Johan. ’t Eten gaat hier nog. We eten, evenals in Den Haag van de centrale gaarkeuken; ½ liter per dag. Eens in de week soep en een keer pap. We koken dan nog wat bij. Verder is er niet veel te beleven, je bent eigenlijk de hele dag op eten uit. De electriciteit en het gas is uitgeschakeld vanwege kolen nood. Ik heb gelukkig toch nog licht op de Prinsengracht, ik geloof dank zij de apotheek naast ons. Wil je Dora en de anderen mijn hartelijke groeten overbrengen. Ik ben benieuwd wie van ons het eerste vrij is. Als er eens gelegenheid is, stuur je dan nog eens een levensteken? Veel groetjes aan allemaal en een zoen van

Elsebé

 

 

Den Haag, 5 –11-44

Lieve Leo,

Ik kom je weer eens even een brief sturen, ook al in antwoord op de epistels die je naar huis stuurt en die ik natuurlijk trouw meelees. Want daar zijn we in dezen tijd van spanning dubbel blij mee. Jullie hebt daar ook weer groote spanning beleefd, gelukkig dat dit nu weer wat geluwd is. Wees maar wat voorzichtig met die koude of wellicht vochtige verblijfplaats. Je hebt griep of longontsteking voor je het weet. Wat hebben jullie ook een naren tijd doorgemaakt met het overlijden van den oudsten zoon des huizes, echt zielig voor die menschen. Juist omdat hij zoo lang ziek in huis is geweest, moet zijn heengaan, vooral voor de boerin, een groote leegte beteekenen.

Zeg Leo wat was die eerste telefoon van jou, van  meneer ‘Leonard’ gek; je bleef zoo in je rol, en was met geen mogelijkheid uit je tent te lokken, dat ik heusch af en toe dacht, dat iemand anders namens jou sprak. En ik durfde er toch ook weer niet iets speciaals tusschen door te zeggen, uit angst dat ze ons dan zouden afsluiten.

Nu het opbellen helemaal uit is, want hier in Den Haag is haast alles afgesloten, ook zelfs de kantoren, moeten we maar extra veel brieven van je krijgen, hoor.

Ik maak me nog grote zorgen over tante Johanna. Wel weet ik via een nicht van Dugteren in Lochem dat tante Johanna met haar huishoudster en een vriendin in Velp zit, maar direct contact kan ik maar niet krijgen, echt akelig, want zij zal dit ontzettend missen. Stuur jij haar s.v.p. ook eens een briefje, van die kant uit gaat het postverkeer blijkbaar wel. Het is dus: Mej. J.C. Woltersom, p/a Fam Sutherland, Velp. Een nader adres weet ik nog niet. Ook vind ik dat zij in Velp helemaal niet veilig zit, ongetwijfeld zal zij daar nogmaals moeten vluchten.

Oom Jo uit Wageningen is eerst naar Veenendaal geëvacueerd en toen weer naar Driebergen Rijsenburg. Ik vrees dat zijn huis en bezittingen wel totaal platgebombd zijn, Wageningen moet het erg ontgolden hebben! En Oom Piet (wanneer hij het er levend afgebracht heeft) de eerste bevrijde van de familie, benijdenswaard want het duurt hier maar lang!

Arme Bobby is doodziek geweest; accute nieraandoening, waarvan hij twee dagen op het kantje lag, maar tot ieders verbazing krabbelde hij weer overeind, doodzwak en totaal vermagerd. Hij eet nu al mijn extra’s op, als zijnde boter (spreek uit margarine), vette kaas, vleesch, volle melk. Toch vreest de dokter, dat die nieraandoening chronisch blijft en dat is nogal precair voor zo’n hondje. En je weet hoe ik aan Bobberd gehecht ben, het is dus een heele zorg voor me.

Morgen laat ik me, evenals je geëerde familie een prik geven met typhus-vaccin, het lijkt ons in deze situatie in de groote steden, wel gewenscht. Ik hoop dat ik er niet beroerd van ben; enfin dat is maar tijdelijk en beter dan het risico van typhus, in dezen tijd extra erg.

Helaas is het niet gelukt, ondanks alle pogingen, om mijn Ausweis voor de vesting verlengd te krijgen. Echt ongezellig dat ik niet meer bij jullie kan komen. Vader en Moeder komen nu bij mij wel eens een kopje thee halen, maar dat is toch altijd een haastige geschiedenis.

De V1 blijft hinderlijk, vooral omdat hij nogal eens direct bij de start mislukt en dan hoofdzakelijk door de ontzettende luchtdruk reusachtigen glasschade aanricht, maar toch wen je eraan, evenals aan zooveel akeligs van den oorlogstoestand.

Er zijn er zoovelen die het nog veel erger hebben, denk ik maar. En mijn dagelijkse, eerste gedachte is: ook dezen dag brengt ons dichter bij het einde. En zoo houdt ik den moed er maar weer in, jij ook?

Houdt je maar goed, veel liefs en hartelijke groetjes van je,

Hes

 

 

 

Den Haag 7-11-44

Lieve Leo,

In aansluiting aan mijn brief van zondag l.l. kom ik je nu vertellen dat tante Johanna nu is aangekomen bij onze nicht, Mej. A. van Dugteren, Swiepscheweg 50, Lochem.

Wil je haar dus geregeld schrijven, want briefcontact met ons zal niet zoo makkelijk en uiterst langzaam gaan. En dan heeft zij ten minste met iemand van de familie contact en dat zal ons oudje erg op prijs stellen, denk ik. En zoodra de weg weer veilig is om er eens heen te trappen, dan tijg je maar eens naar Lochem, hoor. Het beste met jezelf, veel liefs en groetjes van je

Hes

 

 

 

 

Heeten, 5 november 1944

Lieve Moeder,

Deze week donderdag (2 november) ontving ik jullie brief no. VII gedateerd 20 october. De verbinding komt dus al sneller tot stand. Dezelfde dag kreeg ik van Elsebé uit Amsterdam een brief die de vorige dag geschreven was. Deze brief kwam niet over de post maar is waarschijnlijk door Linthorst mee naar Deventer gebracht.  Van Deventer bezorgde iemand van het Rode Kruis op de motor hem aan de melkfabriek. Elsebé schreef dat ze een paar dagen in Den Haag was geweest. Uit haar brief heb ik nog niet opgemaakt of ze mijn brief met spek, kaas en tabak heeft ontvangen. Je stuurde me nog een pakje vloeitjes. Als je kan doe dat dan ook want er is hier grote schaarste aan. Het kan zijn dat je deze brief eerder krijgt dan gewoonlijk, want ik zal proberen deze brief mee te geven aan een koerier van het departement van financiën, die geregeld altijd tussen Deventer en Den Haag gaat.

Den Haag heeft blijkbaar dus dezelfde maatregelen genomen als Amsterdam wat het aardappelen rooien in Drenthe betreft. Ik voor mij geloof nooit dat ze die arbeidskrachten voor het aardappel rooien willen gebruiken. (Ik geloof trouwens dat de aardappels er allang uit zijn.) Waarom pakken ze anders dagelijks nog mannen op om aan de IJssel te werken, waar ze trouwens geen spat uitvoeren? De mannen die wat dichter bij Duitsland wonen moeten zelfs in Westfalen werken. 't Is allemaal een meer dan doorzichtige truck om nog meer mannen op te pakken.

Verleden woensdag hebben we bezoek gehad van de ‘Grünen’. We waren net allemaal in de kerk, waar al gefluisterd werd dat ze in aantocht waren. De kerk uitgaande hoorden we dat ze bij ons in de buurt waren. Wij verstopten ons in de kap van een molen. Dora en haar moeder waren in huis en Hein had zich op de balken verstopt toen hij ze zag aankomen. Er waren er drie met twee speurhonden. Een bleef achter het huis staan  en twee andere gingen naar binnen. Het eerste waarnaar ze vroegen was hoeveel kalveren we hadden. Dora deed net alsof ze niet verstond wat ze zeiden en bleef hun het antwoord schuldig. Eén liep direkt door naar de deel waar hij ging snuffelen in de kamer van de jongens. De ander vroeg, nadat hij eerst nog gebedeld had om boter, waar de baas was. Deze was net op weg van de kerk naar huis. Toen hij thuis kwam vroegen ze hem direkt zijn persoonsbewijs. Dora zei hem dat hij moest oppassen hem niet uit handen te geven. Hij liet hem toen den Mof zien maar liet hem er niet aankomen. Toen de Mof aan het P.B. begon te trekken werd hij zo kwaad dat het een haar scheelde of hij had hem tegen de grond geslagen. De Mof werd bang, greep zijn revolver en riep angstig om zijn kameraad, die haastig kwam aanstuiven. Dora is toen voor haar vader gaan staan zodat het niet tot wild west taferelen kwam. De moffen waren blijkbaar door deze onvriendelijke bejegening zodanig geïntimideerd dat ze niet veel verder vroegen of gingen zoeken en zonder boter, kalven of onderduikers afdropen. Ze zeiden alleen dat ze de zaak niet vertrouwden; Dora en haar moeder hadden hen zoveel door elkaar op de mouw gespeld dat ze er niet veel van begrepen. We zijn allen bang dat ze in grotere getale weer terug komen en de hele boel op de kop zetten. We slapen nu tenminste niet meer thuis. Een gunstig ding is dat men zegt dat de Grünen weer uit Raalte weg zijn. Tot nu toe is er nog niets gebeurd.

Ik schreef laatst dat ze een boer uit Heeten hadden meegenomen aangezien ze bij hem een radio hadden gevonden. De nacht nadat hij weg was kwamen een paar D’s die twee varkens wilden hebben en meenamen. Ze kondigden aan dat ze weer terug zouden komen om nog twee te halen. De Nederlandse politie werd erbij gehaald toen ze weer kwamen maar werd afgebekt terwijl de vrouw te verstaan werd gegeven dat haar man nu wel nog langer weg zou blijven.

Een dezer dagen kwamen ze weer en slachtten ter plaatse een koe en een kalf. De Ortskommandant die zijn hulp had beloofd kwam met opgestreken zeil maar vertrok even later weer vriendelijk ‘schmeichelend’. Die arme vrouw is nu aan de willekeur van de Gestapo overgeleverd.

Gisteren kwamen er evacués uit Arnhem, ze vertelden dat elke dag nog Duitsche patrouilles in de stad kwamen. (Vandaag hoorden we dat de geallieerden bij Arnhem de aanval begonnen waren.) Die mensen waren plotseling door de D’s omsingeld; ze moesten direkt vertrekken, zoals ze waren. Die vóór hun huizen stonden mochten zelfs niet meer naar binnen om een jas te halen. Één vrouw was erbij die haar kleine kind binnen, zelfs niet mee mocht nemen. Oude van dagen, zieken en achtergebleven kinderen werden later gebracht, alles nu natuurlijk hopeloos door elkaar en hele gezinnen uit elkaar geslagen. De D’s verwachten natuurlijk een grote aanval.

Ik heb nog geprobeerd bonnetjes voor je te pakken te krijgen maar tevergeefs, alleen zieken krijgen rantsoenbonnetjes.

Vader! Hartelijke gelukwensen te gelegenheid van je verjaardag. Bewaar een borrel en een sigaar voor me. De feestmaaltijd zal wel bestaan uit een halve liter hutspot maar ik zal hier vast een stuk spek op de kop zien te tikken voor na de oorlog. Ik heb verder hier een stuk of wat jonge haantjes en ik heb het idee dat ze niet erg oud zullen worden.

Groetjes,

Leo

Ik heb laatst f100,- van de Robaver in Deventer opgenomen. Er staat nog f250,- . Wil je dat bedrag weer aanzuiveren?

Den Haag 5 november 1944

Brief no. 9

Lieve Leo,

Vandaag beantwoord ik je 6e brief van 28/29 october eens, die weer precies één week na de vorige aan kwam. Gelukkig dat er dus een vrij regelmatige correspondentie en verbinding mogelijk is. Ik hoop dat je weer van je griep genezen bent en ook dat je met deze storm en nattigheid weer in bed zult kunnen blijven slapen. Wil je de familie bedanken voor Johan’s bidprentjes en hun zeggen dat we hem in onze gebeden zullen blijven gedenken. Een H Mis wordt komende week voor hem gelezen.

Vader heeft je geloof ik, al geschreven dat we bericht hebben (via een omweg) dat  tante Johanna met Suze bij een vriendin in Velp is aangekomen. Met haarzelf hebben we totnogtoe geen contact.

Wat een ellende dat jullie koeien mond en klauwzeer hebben, duurt zoiets lang? En hebben jullie nu zelf gebrek aan melk, kaas en boter? Ik denk dat alles buiten makkelijker te dragen is dan in de stad. Geen electriciteit betekend hier; geen huisbel of lift (denk eens aan Hes’ flat!), geen licht, geen trams terwijl de fietsen afgepakt worden, een volkomen lamgelegd openbar leven, enz.enz. De meeste menschen moeten ’s morgens koud naar hun werk, zonder warme thee of pap, het kleine beetje brandstof of hout dat men nog heeft moet tot etenstijd bewaard om bij te koken of om het eten van de centrale keuken op te warmen. Wij hebben nog een enorm voordeel dat de vesting electriciteit heeft maar allerlei problemen blijven er voor ons, voornamelijk brandstof. Jan leende gisteren van Aart een trekzaag en ging met Toon de Groot hout zagen in het Haagsche Bosch. Ze hadden herrie met een burger Duitser maar werden beschermd door een militair die hen ‘gelastte’: ‘Das Holz aus dem Weg zu schaffen!’  Toon haalde gauw het karretje van de melkboer en ze kwamen met goede buit thuis.

Ik ben al een grote heldin in de kookkunst geworden: 2 dagen in de week krijgen we pap of soep hetgeen voor ons te weinig dus kook ik dan aardappels, groente en vleesch (f 20,- per pond) of champignons bij. Dat alles gaat op hout met een klein ondergrondje van anthraciet. Schreef ik je al dat ik dat laatste wederrechtelijk bemachtigde van 6? Dat is overigens een pracht verhaal om je later te doen!

Ik hoop dat je pakje aan Elsebé goed is overgekomen. Elsebé is hier op de fiets geweest en we konden Amsterdamse en Haagse toestanden vergelijken. We kwamen tot de conclusie dat het in de beide steden hetzelfde is voor diegenen die geen geld of relaties hebben, n.l. erbarmelijk. Voor haar en ons dus persoonlijk tot nu toe best uit te houden.

Boter of margarine is er niet meer sinds deze week, ik moet er juist morgen op uit om te zien of ik jouw laatste boterbonnen nog kan inwisselen, ik heb twee adressen gekregen en hoop dat het me lukt. Je moet eens proberen bij het postkantoor te vragen of je weer kleine pakjes mag verzenden, dat hoor ik hier algemeen dat weer doorkomt. Ik vind n.l. het ergste van alles dat ik geen boter meer heb, er is nog een ½ pond en dan heb ik nog 6 pakjes margarine waar ik gewoon misselijk van word. Ik heb bij Speelman nog boter staan, laten we het eens vragen, beter als postpakketje dan als brief. In een doosje zodat het niet opvalt en misschien kan je nog een klein stukje spek erbij doen, daar kruid ik het eten wat mee. Het zal jullie interesseren dat de aardappels f 180, - het mud doen. Ik heb gelukkig nog wat. Mijn grote geluk was dat ik juist aan jou de kaarten van Willem en Bernard. wou sturen en ook nog een en ander had toen de bom barstte en daardoor heb ik die extra noodkaarten zodat ik Elsebé ook een dubbel heb kunnen sturen en zelf extra porties heb. Schreven we je al dat een meisje dat bij de uitdeelpost van de centrale keuken helpt Jan zoo aardig vindt dat hij bovendien altijd 2 extra porties krijgt? Hij is dus gedoemd altijd het eten te gaan halen! Ik geef Hes elke dag een liter van ons mee en kan soms de buren ook nog helpen!

De twee grote schouwburgen zijn gesloten maar Diligentia (met een raam in het dak, dus licht) geeft middagvoorstellingen. Als alle mensen binnen zijn doen ze schermen voor de ramen om duister te maken, vanuit de zaal worden twee schijnwerpers op accu’s op het toneel gericht en zoo zagen we gistermiddag een heel aardige première van Ank van der Moer; Heilige Onschuld. Verder geven musici zoo nu en dan een ‘uurmuziek’ en we zitten er met jassen aan en plaids want er wordt natuurlijk niet verwarmd. Je ziet dat we het nogal stellen en vol goede moed zijn evenals jullie maar benauwend wordt de V1. Dat lamme ding denderde eerst geregeld over ons heen maar sinds 2 weken wordt de kwaliteit minder òf het gas òf de geschooldheid van de menschen die hem afschieten want ze vallen al vaker en vaker op de Haagsche omstreken. Wij hebben nu de tweede in de vesting gehad. Je snapt dat we een schietgebedje doen als we er een horen starten. Ik hoop steeds vuriger dat we elkaar gauw en zonder kleerscheuren zullen terugzien! Dag lieve zoon, houdt je goed, groet de familie en voor jou een dikke zoen van

Moeder

P.S.

Elsebé kwam hier per fiets als ‘Eilbote’ van hun levensmiddelen kantoor: dat bracht mij op het idee dat ik ook secretaresse ben van de vee inkoop centrale. Ik ben nu Eilbote tussen Leiden en Den Haag en kreeg gisteren als zodanig een Ausweis voor mijn fiets op het Rijkscommissariaat evenals Paps. Mijn kleinzoon is een ‘varkentje’!! You snap?

 

 

 

 

Amsterdam, 6 november 1944

Lieve Leo,

Morgen gaat er weer een Roode Kruisauto naar Deventer, ik schrijf dus maar even.

Ons electrisch licht in nu eindelijk ook afgesneden, we zitten dus bij kaarslicht.

Ik had juist vanavond Wiesje Kortenhorst te eten (ik moet zelf koken). Ze vertelde dat Ineke Kortenhorst, die hier op het O.L. Vrouwengasthuis werkt niet wist waar Free nu was. Ik zal haar nu zien te bereiken en haar zeggen dat hij 2 ½  à 3 weken geleden in Heeten was. Weet jij soms of hij nog verder door is gegaan. Ik denk dat je haar een groot plezier zou doen met eenig nieuws of bijzonderheden. Is het nog steeds zo onveilig in jullie buurt en zeilen jullie er nog tussendoor?

In Den Haag komen vrij dikwijls mislukte V1 neer die in Rijswijk en Wassenaar worden afgschoten. Vorige week nog een in de Bankastraat, waarbij gelukkig geen doden.

Mijn hartelijke groeten aan de hele familie. Probeer eens te schrijven? Vraag Dora ook eens te schrijven.

Een zoen van

Elsebé

Heeten, 12 november 1944

Brief no. 8

Lieve Moeder,

Ik hoop dat jullie vandaag, op Vaders verjaardag, nog een prettige dag hebben. Ook Moeder hartelijk gelukgewenst met je verjaardag en het volgend jaar een daverend feest waar we allemaal bij zijn. In anticipatie op dat feest heb ik vast een ham van 10 pond besteld, die ik van plan ben te roken. Heel misschien is er gelegenheid, deze week, om per auto een pakje naar Den Haag te sturen, ik hoop dan dat het op tijd aankomt voor je verjaardag.

In mijn vorige brief schreef ik dat die brief misschien via het departement van Financiën Den Haag zou bereiken. Dit is echter niet doorgegaan, hij zal je wel langs de gewone weg bereiken. Heeft Elsebé mijn brief met spek enz. al ontvangen.

Woensdag 8 november ontving ik jullie brief no. VIII van 30 october. Hij kwam tegelijk met het gerucht: Grünen in aantocht. Ik kortte de tijd met de lectuur ervan, gezeten op een boomstronk in het bos. Na een tijdje leek de kust weer veilig en gingen we naar huis. We zaten net goed en wel ‘op de beste keuken’ bij de kachel toen de bazin doodsbleek naar binnen kwam stuiven met de mededeling dat een paar Grünen al aan de achterdeur zaten te morrelen, die gelukkig altijd op slot zit. Een ander geluk was dat de hoofdman der bende in watersnood verkeerde en net tegen de roggeberg stond aan te plassen in welke edele houding de bazin hem net opmerkte. Dit oponthoud redde ons want we zaten net in onze schuilplaats in huis, toen ze binnen kwamen. Ik kon precies verstaan wat ze zeiden. Ze begonnen eerst met te vragen naar boter en eieren, die hen geweigerd werden. - Andere boeren geven hun altijd wat maar dat weerhoud hun echter niet om, als ze onderduikers vinden, ze toch mee te nemen.- Daarna vroegen ze hoeveel jongens er waren. Ditmaal werd hun medegedeeld dat er maar één was, hetgeen ze niet geloofden. (Het waren andere Grünen dan de vorige keer.) Ze vroegen toen naar het trouwboekje. De bazin zei dat dat verbrand was vroeger. (Het geen niet waar). Ook dat geloofden ze niet. De volgende zaterdag wilden ze weer terug komen en als er dan geen bewijs van de burgemeester was dan zouden ze de boel overhoop schieten. Overigens geloof ik niet dat ze terugkomen, niets dan bangmakerij!

Ze doorzochten nog even de kamer op de deel van de jongens en vertrokken toen weer onverrichter zake. In het voorhuis zijn ze helemaal niet geweest.

Eergisteren hebben ze in Raalte 13 gijzelaars, waaronder een kapelaan, opgepakt. Het hele gemeentepersoneel, met burgemeester, is namelijk ondergedoken toen bekend werd dat 800 man uit de gemeente Raalte per aangetekende brief aangeschreven zou worden om in Westfalen te gaan werken. Als ze dinsdag niet terug zijn worden de gijzelaars doodgeschoten. Ik ben benieuwd wat er gaat gebeuren. Men verwacht weer razzia’s. Maak je overigens maar niet ongerust over mij.

Wat zijn dat toch voor verwoestingen In Rotterdam en Amsterdam waarover je schrijft, we hebben daarvan hier nog niets gehoord. Vader schrijft ook dat een brief van mij zo snel overkwam; is dat soms een briefkaart die ik aan iemand meegaf die naar Utrecht ging?

Ik schreef al dat ik geen rantsoenbonnen meer kon krijgen. Als ik nog wat krijg stuur ik ze natuurlijk direkt. Het openbare leven gaat hier nog tamelijk normaal, ondanks de vele évacuee’s en vluchtelingen is er nog voldoende brood (alleen slechtere samenstelling) groente en vlees. De electriciteit functioneert nog tamelijk normaal, plaatselijke kranten verschijnen nog geregeld op tijd. (Je kunt me anders wel nog een plezier doen, door zo nu en dan een krant toe te sturen dan word ik nog wat meer gewaar van de toestand in het Westen.)

Deventer en Zutphen zijn tamelijk zwaar getroffen door de bombardementen op de bruggen. De Deventer spoorbrug is gisteren weer onklaar gebombardeerd maar nog steeds niet afdoende geraakt. Dagelijks zijn nog de koppels van zeven vliegtuigen in de lucht om spoorlijnen en wegen te bombarderen. Het lijkt wel of ze nooit uit de lucht zijn. Als de lucht even onbewolkt is kan je de grote bommenwerpers zien overtrekken.

Het vee is hier weer nagenoeg hersteld van het mond- en klauwzeer. De koeien staan weer op stal.

Hebben jullie nu al mijn brieven ontvangen en in goede volgorde?

Verder hier geen nieuws.

Groetjes,

Leo

Vergeet je niet vloeitjes te sturen als ze er zijn. Hoe meer hoe liever.

De familie feliciteert jullie beiden ook met je verjaardag.

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag 14 november 1944

Brief 10

Lieve Leo,

Vandaag werden we verblijd met je brief 6a gedateerd 29 october, het was een hele opluchting omdat al je brieven ook regelmatig op zaterdag aankomen en deze pas op dinsdag. En ik had juist gehoopt dat er op de 12e, Vaders verjaardag, wat zou zijn van je en werd al wat angstig. Maar nu blijkt dus dat alles nog goed is met je en ook dat je weer beter bent na je griep. Ik nummer deze brief 10 op gezag van Vader, ik ben mijn aantekeningen kwijt en weet het niet meer precies, maak je dus niet ongerust dat er iets weg zou zijn als soms een nummer ontbreekt. In mijn brief van vorige week (in een zwaar, geel, couvert) verzond ik je de gevraagde enveloppen en 4? pakjes sigarettenvloeitjes, ik hoop dat je ze aankreeg. Hier liggen al eenige pakjes shag op je te wachten maar ik zie geen kans ze te versturen, dat wordt beslist gestolen. (Daarom dus ook geen thee.)

Je laatste brief waarin je schreef over het pakje aan Elsebé zond ik aan haar op: tot aan 12 nov. Had ze je pakje nog niet ontvangen maar het kan natuurlijk nog.

Elsebé is op onze trouwdag  per fiets uit Amsterdam hierheen gekomen, ze deed er 3 ½ uur over, een hele prestatie, ze ging vier dagen later terug en fietste 1 ½ uur langer tegen een stevige storm. Nota bene stond ze op 11 nov. Weer voor onze neus, ditmaal makte ze de tocht onder geleide van een jongmensch en ze gingen gister weer terug. We hebben nog geen bericht van aankomst omdat plotseling bijna alle telefoons werden afgenomen, ook ons kantoor. Vader is bezig hem terug te vragen voor de vee-inkoop centrale, hetgeen hoop ik zal lukken. Zoo ja, dan bellen we dadelijk je apotheek op en zorgen dat er daags daarna iemand aanwezig is op kantoor om 8 uur ’s morgens. In mijn vorige brief bedankte ik je voor de rantsoenbonnen boter, ik kan ze gelukkig inwisselen met een doktersrecept dat ik de boter nodig heb. Ik vroeg je ook om rantsoen volle-melk bonnen, die hoeft niet meer want men heeft ze hier laten vervallen. Ik krijg op sommige dagen heelemaal geen melk, op andere dagen ¾ liter. Gelukkig heb ik nog wat blikjes gecondenseerde melk. Je moet je niet ongerust maken over ons: tot nu toe kunnen we het wel klaar spelen, mijn winkelrelaties honoreren tenminste mijn bonnen en dat is meer dan de meeste menschen kunnen zeggen. Ik heb dus voldoende aardappels en een voorraadje blikken vleesch, bonnen vleesch en clandestien dito. Tot en met deze periode is mijn vet bruiner (hoewel het rantsoen gehalveerd is) ik heb nog ongeveer 7 pond in voorraad, verder flink peulvruchten, macaroni, groenten, fruit en plenty brood. (Ook twee kazen en nog een sloop tarwe en rogge.)

Wat die man je over Utrecht vertelde moet waar zijn, ik hoorde dat er geen vet in welke vorm ook is en slechts een ½ brood per week per persoon! Elsebé is nu goed verzorgd, ze heeft 2 kaarten, Amsterdam heeft nog melkaanvoer en van kantoor krijgt ze dagelijks een verzorgde vleesch-jus-groente-aardappel warme hap uit restaurant Dorrius. Ze ziet er ook uitstekend uit en heeft niet geleden van de bloedtransfusie. Hoe overigens menschen zonder relaties, geld of voorraad het uithouden is mij een raadsel. Wij hadden vandaag uit de centrale keuken per persoon ½ liter dunne, waterige erwtensoep, die ik nog aanvulde met wat vermecelli en uien en bovendien kookte ik er macaroni en gestoofde tomaten naast en we aten brood bij de soep en fruit toe. Maar hoe leef je op ½ liter van dat watersoepje zonder meer?

Op Vaders verjaardag kregen we na de Hoogmis eerst gezellig kopje-koffie bezoek van Dr. Rümke met mevrouw. Ze brachten een mooi boek mee. Een uurtje later kwamen de kinderen: Marijke met rozen en Ite met een kinderlijke teekening opgerold met een rood lintje en eenige bloemetjes eraan. Ite speelde bovendien op de piano voor ons: zie ginds komt de stoomboot. Het was heel gezellig, ik had nog juist volle melk bemachtigd en mijn voortreffelijke koffie deed de rest. ’s Middags lazen we gezellig en Elsebé speelde Debussy voor ons (de piano staat nu beneden). Voor de thee kwam mevrouw de Groot met een doosje sigaren, daarna op de borrel Toon met Engelsche pijptabak en na het eten Phientje en Joke, elk met een trouwsigaar en een zoen. Toen die twee weg waren bleven we ‘enfin seuls’ met ons viertjes en boomden veel over de toekomst van Paps, Jan en jou. Jammer dat al die toekomstmuziek nog niet aan dit papier kan worden toevertrouwd! Ons diner was niet slecht: toast met vette gerookte paling (een cadeau van een vriend van paps), kerry schotel van gort, schapen côteletten met doppers uit blik en fruit. De pap van de centrale keuken werd bewaard om eenige ochtenden pap van te eten! Zoo zie je dat we het nog wel bolwerken. Kom in geen geval onder deze omstandigheden met eten naar hier, het is  véél te riskant. Als we werkelijk honger gaan lijden dan kuipen we met flinke mondvoorraad gewapend op de fiets en komen naar je toe, maar ik hoop dat het toch niet al te lang meer zal duren en zodra we vrij zijn kan je toch komen. Je moet wel proberen een voorraadje boter en vet en spek te hebben dat zal het meest nodig zijn want dat is wat het eerst zal mislopen; onze vetvoorziening. Hiltje heeft het klaargespeeld om met een auto uit Friesland haar zusters aardappelen mee te geven. Ik schreef je, denk ik al in mijn vorige brief dat ze daar hier f 180,- en f 200,- per mud voor geven. Voor een kilo margarine f 100,-!

Ik vergat je nog van de verjaardagviering van Vader te schrijven dat we zaterdagmiddag Hes op thee en borrel ontvingen in het Wachtje (tegenover Prinsessenschouwburg) je weet dat ze niet meer in de vesting mag komen. Ze nam als cadeau een spons mee en bloemen. Hes is erg down over een zware ziekte van Bobby, de veearts weet niet wat het is: hij kwam vandaag om hem af te maken maar besloot nog tot volgende week te wachten. Ik vrees het ergste, voor Hes zal het een heel erg verlies zijn in haar toch al zoo eenzame leven.

Vorige week moesten we in Den Haag allen per gezin voor f 72,50 textielwaren inleveren, daags na de vordering kwamen de Grünen aan huis, je toonde dan het papier dat je geleverd had of het hele huis werd ondersteboven gehaald. Het parool was uitgegeven: niet inleveren.

Ze begonnen bij het Bezuidenhoutkwartier dat was afgezet en toonden toen overig Den Haag wat er gebeurde als je niet gehoorzaamde. Sommigen dachten slim te zijn, leverden niet in en deden de volgende dag niet open. Resultaat: ingeslagen ruiten, van bedden afgerukte dekens, leeggehaalde kapstokken, enz. Het slot is dat de rest van de menschen eieren voor hun geld kozen en in hemelsnaam onder het juk door gingen en zoo stapte ik met een vernederd gevoel naar de school op de Neuhauskade met een oude jas en dito deken en kreeg mijn papiertje. Tot nu toe zijn ze nog niet aan huis geweest maar ik koop hiermee hun zeer ongewenscht bezoek af.

Sedert een nieuwe zorg: in Rotterdam werden verleden week vrijdag huis aan huis de mannen van 16-40 jaar opgehaald en in het concentratiekamp Amersfoort opgesloten. Ze vingen er 22.000. De toestand moet daar hemeltergend zijn, niets was voorbereid, geen eten, geen ligging, er zijn al massa’s doden, het Rode Kruis stuurt dokters en verpleegsters. Dit alles als represaille van Himmler na een Radio Bevrijd Nederland reportage dat we Duitsch gebied willen annexeren. Het heet dat morgen hier hetzelfde zal spelen. Laatste bericht is dat het hier misschien niet gebeurt omdat ze al met die Rotterdammers in de maag zitten. Jan is vandaag niet uit huis gegaan. Hij is nu directeur Vee-inkoop-centrale en er wordt als zodanig voor hem een vrijgeleide aangevraagd, evenals voor Pit, die natuurlijk ook niet uit huis is gegaan vandaag. Hij is trouwens veel thuis en werkt aan zijn proefschrift. Vorige week gingen Vader en ik voor het eerst sinds weken op de fiets naar hun toe: Arend Jan is nu een beeldig en gezond kereltje, echt guitig, hij is nu al 9 maanden!

Well boy, ik denk dat je tevreden kunt zijn over deze lange brief, je bent weer van alles op de hoogte, heel veel groeten aan allen en een dikke kus van,

Moeder

P.S. Er is een radiobericht doorgekomen dat alle bewoners van Oudewater en Rosmalen er levend af zijn gekomen!

Tante Johanna 86 jaar! Is na een afgrijselijke tocht met drie mannen en vrouwen in het hooi slapend, eindelijk aangekomen bij een nicht in Lochem, we hebben nu contact.

Dank voor aardappel en broodbonnen, beiden héél welkom, zoo niet voor ons dan voor Hes.

 

 

 

 

Heeten, 19 november 1944

Brief no. 9

Lieve Moeder,

Donderdag (16 november) ontving ik je brief no. IX  van 5 november. Uitbundige dank voor de vloeitjes en ook voor de enveloppen. Als je nog eens wat vloeitjes kunt bemachtigen dan houd ik mij te zeerste aanbevolen, temeer daar iedereen zo’n beetje ook van mijn vloeitjes leeft.

Jammer genoeg is tot heden toe de auto voor Den Haag hier nog niet geweest. Ik heb al vier pond boter klaar liggen, een zakje met meel en wat spek. Verder wilde ik ook nog een mud aardappelen meegeven en misschien nog wat gedroogde groenten. Aan het postkantoor heb ik nagevraagd of het mogelijk was postpakketten te versturen; dit ging niet, wel pakjes tot 2 kilo maar dan als brief. Als de auto er nu woensdag nog niet is geweest verstuur ik één pond boter en wacht je bericht van goede overkomst af, daarna verstuur ik successievelijk de rest. Van Elsebé hoorde ik nog steeds niet of mijn brief met spek goed overgekomen is, ik vrees er anders langzamerhand voor.

Wat een toestanden in Den Haag, gelukkig dat Jan goed met de Centrale Keuken kan opschieten. Aardig dat er toch nog schouwburg en concerten zijn. De V1 wordt nu ook bij ons in de buurt (Lemelerveld) afgeschoten. Vier maal per dag komt hij over. Ook hier schijnt hij al eenmaal vroegtijdig ontploft te zijn.

Vorige week hebben we een pracht schuilkelder gegraven plaatsbiedende aan 25 personen. Jammer genoer is hij door de aanhoudende regen tot kniehoog onder water gekomen en waardeloos geworden. We hadden er bovendien nog een gecamoufleerd onderaards hol voor onderduikers in gemaakt maar die staat nu ook onder het grondwater, evenals onze ‘eenmansgaten’.

We hebben al enige weken lang in het bos geslapen maar het werd nu toch te nat. ’s Morgens was de bovenste deken altijd vochtig maar koud heb ik het toch nooit gehad, hoewel de wind je om de oren floot. Nu slapen we op de ‘heele’, op de deel bij de koeien, lekker warm. Alleen lag er vanmorgen een dooie kat op mijn deken maar daar moet je maar niets om geven.

Deze week werd de hele buurt weer in opschudding gebracht: Schoonheten moest gedeeltelijk ontruimd worden tot vlak bij ons. De boeren kregen twee dagen de tijd om te verhuizen. Het huisraad van een boer is natuurlijk zo erg veel niet en vergt maar een paar uur tijds. Ook het vee is gauw genoeg weg maar het ergste is natuurlijk het voer nu het vee op stal staat. Wij moesten een boer, die vlak bij ons woont, helpen. De naaste buren waren al direkt ter plaatse, terwijl familieleden uit Heino en Nijverdal met paarden en wagens de volgende dag aankwamen. De eerste dag was al het huisraad, brandstoffen en het kleinere vee al in de buurt ondergebracht. De volgende dag was het mooiste gezicht: tientallen paarden en wagens met een stuk of 50 man waren om de boerderij verzameld en laadden het ene voer, hooi, rogge, haver en stro na het andere op. Bij ons in het land kwam een hooiberg van de inhoud van twee flinke huizen, binnen enkele uren tot stand. De weg was bezet met een rij wagens hoog opgetast met wintervoer, niet alleen van deze boer maar ook van een stuk of tien andere boeren in de buurt, die ook moesten vertrekken. Op het eind van de tweede dag was alles weg. Hooi, rogge, haver, suikerbieten enz.enz. D.w.z. de hele zomeroogst waarmee de boer zo druk is in de zomermaanden en in het begin van de herfst. Een stuk of tien koeien staan bij ons in de schuur, zodat er bij ons u 50 stuks vee te verzorgen is. De boer zelf heeft zijn vrouw, kinderen en schoonouders in een landhuisje ondergebracht met drie koeien erbij, zodat ze nog wat melk voor zichzelf hebben. Hijzelf blijft in Heeten en helpt ons en anderen zijn vee te verzorgen.

Wat de D’s nu in Schoonheten willen weet ik niet, misschien willen zij de V1 er af schieten. Overigens doen ze erg geheimzinnig in deze omtrek, herhaaldelijk moet een aantal boeren voor een paar dagen vertrekken met al het vee en mag dan weer terugkeren. Ze houden dan manoeuvres en je hoort dan een paar uur lang hevig schieten.

De oorlog schiet momenteel niet erg op, ik wou dat er wat schot in kwam maar het zal wel liggen aan het ongunstige weer. Ook hier is alles herschapen in een modderpoel waardoor je nauwelijks fietsen of lopen kan.

De telefoons in Heeten zijn nu allemaal afgesloten, je kunt dus niet meer opbellen naar Obderijn. De politie in Heeten heeft nog wel telefoon maar ik weet niet of dat alleen voor dienstgesprekken is. Overigens is hij wel vertrouwd.

Verder hier geen nieuws, hopelijk tot spoedig.

Groetjes,

Leo

De Grünen zijn zaterdag, zoals ik wel gedacht had, niet teruggekomen. De laatste tijd is het hier ook weer rustig.

Het gemeentepersoneel van Raalte is weer teruggekomen en de gijzelaars weer vrijgelaten. Men vermoedt nu dat 800 man worden aangeschreven om in Westfalen te gaan werken.

 

 

 

 

’s Gravenhage,  25 november 1944

XI

 

Beste Leo,

Deze week hebben we je brief nog niet ontvangen en daarom schrijf ik je maar over onze eigen belevenissen die je wel zullen interesseren. Het gaat ons allen goed en we hebben van de honger geen last dank zij onze voorzorgen en de hulp van vele kanten. Over mijn verjaardag heb ik je al geschreven. Kort daarop begon in Rotterdam de menschenjacht zodat we in Den Haag op alles waren voorbereid. Iedereen wist precies wanneer het spel ook hier zou beginnen, n.l. in de nacht van 20 op 21 november. Van alle kanten kwamen waarschuwingen en iedereen was op zijn qui vive. En jawel!: ’s morgens 21 november (moeders verjaardag!) toen we nog allen sliepen werd er om kwart voor zeven luidruchtig en langdurig op de electrische bel gedrukt (in de Vesting hebben we nog altijd volop electrisch licht terwijl vanaf maandag de rest van de stad absoluut in het donker zit en er ook geen trams meer rijden!). Grote consternatie, Moeder keek uit het raam maar er was niemand te ontdekken, ik ging naar beneden naar de brievenbus en daar vond ik een gedrukt papier dat een soldaat er zojuist in had geworpen en dat aldus luidde:

 

BEVEL

Op bevel van de Duitsche Wehrmacht moeten alle mannen in de leeftijd van 17 t/m 40 jaar zich voor den arbeidsinzet aanmelden.

Hiervoor moeten alle mannen van dezen leeftijd onmiddellijk na ontvangst van dit bevel met de voorgeschreven uitrusting op straat gaan staan.

Alle andere bewoners, ook vrouwen en kinderen, moeten in de huizen blijven totdat de actie ten einde is.

De mannen van de genoemde jaargangen, die bij een huiszoeking nog in huis worden aangetroffen, worden gestraft, waarbij hun particuliere eigendom zal worden aangesproken.

Bewijzen van vrijstelling van burgerlijke of militaire instanties moeten ter contrôle worden meegebracht. Ook zij, die in het bezit zijn van zulke bewijzen zijn verplicht zich op straat te begeven.

Er moeten worden meegebracht:

Warme kleding, stevige schoenen, dekens, bescherming tegen regen, eetgerei: mes vork, lepel, drinkbeker en boterhammen voor een dag. Medegebrachte fietsen blijven  in het bezit van den eigenaar.

De dagelijkse vergoeding bestaat uit goeden kost, rookartikelen en loon volgens het geldende tarief. (Vijf gulden.)

Voor de achterblijvende familieleden zal worden gezorgd.

Het is aan alle bewoners der gemeente verboden hun woonplaats te verlaten.

Op hen die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden zal worden geschoten.

 

Er hebben zich echter maar heel weinig Hagenaars aangemeld zodat de hele stad door, drie dagen lang, huiszoekingen gehouden zijn. Maar het resultaat daarvan was, na de Rotterdamse ervaringen, zeer gering. Ze kregen niet meer dan een kleine 10.000 man terwijl ze op wel meer gerekend hadden. Tegen halfweg begonnen ze ook in onze straat met de “actie”. Er kwam een onderofficier, die een rietje in zijn hand had, met een tiental soldaten. Deze laatsten werden links en rechts naar de huizen gestuurd om flink hard aan te bellen en ook bij ons. Moeder deed open en zei dat ons huis alleen door haar en haar oude man bewoond werd. De jongens waren getrouwd en woonden elders. De onderofficier zei toen iets tegen de soldaat. De man kwam binnen en vond mij aan mijn bureau en zei: ‘Bleiben Sie nur sitzen’ en ging toen weer weg. Dat was alles.

We hoorden dat in andere huizen meer grondig naar onderduikers was gezocht en dat ze daarmee wel hun buit hadden opgebracht. Aangezien het aantal echter beneden de raming was gebleven hebben ze in sommige buurten nog een of twee maal nachgeprüft. Zo duurt deze mensenjacht nu al drie  dagen. In onze straat is de oogst nihil geweest, alle jonge mannen waren weg of hadden zich goed verstopt. Toch blijft, zolang de actie duurt, de zenuwspanning groot. Men zegt dat morgen alles afgelopen is en dat ons nieuwe Ausweisen worden gegeven en aan hen die op een of anderen manier het openbare leven in stand moeten helpen houden. Want de gevolgen van deze massale klopjachten waren niet gering. Er werd geen brood meer gebakken, de centrale keukens waren gesloten alle kantoren, rijksbureaux, departementen, postkantoren, enz, enz fungeerden niet meer met gevolg dat hier en daar in de volkswijken plunderingen plaatsvonden in de levensmiddelen winkels. Alle winkeliers sloten subiet hun zaken en er ontstonden relletjes. Op het Spui werd een winkel van Simon de Wit geplunderd door een bende jongens en vrouwen die eerst de ruiten insloegen. De Duitse politie greep in en schoot op de plunderaars. Één van hen, een jongen van 16 jaar, werd ter plaatse gedood en lag vandaag den ganschen dag voor de winkel op het trottoir met een bord boven zich waarop geschreven stond: ‘Ik ben een plunderaar’. Ik heb hem zien liggen; een luguber gezicht. Er was veel volk op de hoeken en straten en stegen in de buurt en het lijk werd bewaakt door twee Nederlandse agenten met helmen op. Er werd in de dichtbevolkte buurten door Duitsche politie gepatrouilleerd en was de rust nu teruggekeerd.

Je ziet bijna geen mensen op straat. Vandaag was er hier en daar weer brood te krijgen maar de centrale keukens konden, wegens gebrek aan personeel, nog niet afleveren. We konden bij onze echter de groente en aardappels rauw gaan halen, wat ik dus ook gedaan heb. Aangezien we deze loop van zaken hadden zien aankomen waren we op alles voorbereid. We hadden veel brood ingekocht en verder hadden we zelf nog eten genoeg voor het diner. Maar andere mensen lijden nu al een paar dagen honger. De gevangen gemaakte slaven werden voorlopig in het gebouw van de dierentuin in dat van de Kunsten en Wetenschappen en in scholen opgeborgen. Het was een naar gezicht de familieleden van de ongelukkigen in de omtrek van die verzamelplaatsen te zien in de hoop hen nog wat te kunnen toestoppen en vaarwel te zeggen voordat zij op reis zouden gaan naar een onbekende bestemming. Men zegt dat ze eerst naar Amersfoort worden gebracht en van daar naar het oosten, naar de IJssellinie. De verzorging kan niet anders dan zeer gebrekkig zijn want er valt hier niets meer te halen en zeker niet voor grote groepen van duizenden mensen. Daarbij regent het hier voortdurend en staat er een striemend koude wind. Het is een vreselijke toestand en je begrijpt wel dat er van een vrolijke viering van Moeders verjaardag niet veel terecht is gekomen maar we hebben ons allen goed gehouden en Moeder is gelukkig weer helemaal gezond en heeft zich kranig door alles heen geslagen. We hebben nog een fijn dinertje met kip en rijst en een goed glas wijn, maar de rechte stemming was er vanzelfsprekend niet.

De actie wordt nu voortgezet in de randgemeenten Voorburg, Rijswijk en Wassenaar en dan zal Leiden en omgeving wel aan de beurt komen, vervolgens Haarlem en Amsterdam. Het wordt dus wel hoog tijd dat er een eind aan de misère komt maar zelfs wij, geboren optimisten, durven toch niet op een bliksembevrijding te rekenen. We zetten dus de tanden maar op elkaar en spreken elkaar moed in: Het zal wel weer reg komen.

Elsebé was van plan geweest het weekend hier te komen maar het was zo slecht weer dat ze af telefoneerde (dat kan nog altijd via allerlei bevriende lijnen). Ze weet dan ook weer dat bij ons alles in orde is. Hes leeft natuurlijk alles met ons mee, ik ga nog geregeld naar kantoor al is er niet veel te doen maar je hoort dan weer wat van de meisjes uit verschillende delen van de stad komen. Over het algemeen zijn de Duitse soldaten, tot nu toe, nogal schappelijk opgetreden. Ze hadden kennelijk niet veel plezier in dit karweitje en ze geneerden zich wel een beetje. Dat ze in plaats van tegen een gewapende vijand tegen onschuldige burgers moesten optreden die toch niets terug konden doen.

Hes is erg bedroefd want haar geliefde Bobby is na 14 dagen ziekte, afgemaakt moeten worden. Hij ligt begraven in de tuin van het kantoor. Het is een nare slag voor haar, ze was erg aan hem gehecht. Ze had hem met veel zorg en liefde door de moeilijke oorlogsjaren heen geloodst en ze heeft hem verpleegd als een eigen kind maar het heeft niet mogen baten.

Vanmorgen was ik bij het hoofdkantoor van onze bakker en kreeg daar een grote voorraad taai taai als noodrantsoen als er geen of weinig brood verstrekt wordt. Hijzelf had nog voor 6 weken meel. Het officiële broodrantsoen wordt nu verlaagd en bedraagt nu 200 gram per dag per hoofd. Melk en vet is niet meer voorhanden maar we kunnen nu een fles raapolie (450 gram) krijgen waarmee we tot 1 januari toe moeten komen dat is dus 10 gram per dag of 1 ½ ons per week. Dat is dus niet veel maar in elk geval is het een welkome aanvulling van hetgeen we zelf nog gelukkig hebben opgespaard. Maak je over ons geen zorg, we redden het best. Er zal toch wel een eind komen aan deze toestand. Voor de massa van de bevolking wordt het zeer precair want nu, door die mensenjacht het gehele ingewikkelde apparaat van een grote stad is komen stop te staan en elk op zichzelf is aangewezen.

Kranten verschijnen er sinds zaterdag ook niet meer maar we hebben nog radiodistributie zodat we nog enig kontact met de wereld rondom houden en verder natuurlijk veel geruchten. Hoe minder officieel nieuws, hoe meer geruchten. Enfin, ook geruchten zijn zeer welkom in deze tijd. We hopen dat de volgende week het leven weer enigszins normaal zal zijn en dat ten minste de centrale keukens weer aan de slag kunnen gaan.

Ziezo je bent nu weer van ons leven hier op de hoogte. We verlangen erg naar berichten van jou maar de post zal ook wel stagneren. Geduld is ook in dit opzicht nodig. Wanneer je volle melkpoeder krijgen kunt koop dat dan vast voor ons om tegen de  tijd dat we elkaar weer kunnen bereiken dat in ontvangst te kunnen nemen. Gelukkig hebben we zelf nog een aardige voorraad van melkpoeder, het is zeer goed bruikbaar.

Van tante Johanna en oom Joh uit Wageningen, nu Driebergen, komen nu en dan berichten, gelukkig gunstig, hier binnen. Uit Brabant uiteraard geen particulier nieuws na het bericht dat het in Rosmalen tijdens de strijd rondom Den Bosch goed is afgelopen. Waren we hier maar zo ver.

Veel hartelijke groeten van ons beiden en van Jan en Hes, 

Vader

 

 

 

 

Heeten, 26 november 1944

Brief no. 10

Lieve Moeder,

Gisteren ontving ik je lange, gezellige brief no. X van 14 november. De verzending duurt nu blijkbaar wat langer dan vroeger. Woensdag verstuurde ik per briefpaket (postpaket ging niet) een pond boter, ik hoop dat het goed overkomt. Vrijdag verzond ik per Vrij Ned. Een pak inhoudende 2 kilo boter (waarvan 1 kilo van de boerin), een stuk spek, havermout en wit meel. Het moet de volgende dinsdag in Den Haag bezorgd worden. Laat je me zo gauw mogelijk weten of het goed overgekomen is. Als je eens in de gelegenheid bent om me een pakje te sturen, bv. Door middel van Linthorst, stuur me dan mijn bruine hoed, zeep, tandpasta, rondjes en shag voor Speelman dan heb ik hier, wat het laatste betreft, altijd wat boter achter de hand om als de gelegenheid zich weer eens voordoet, te versturen.

Bij Speelman heb ik nu nog 1 ½ pond boter tegoed, De boter die ik nu, deze week, verstuurd heb, heb ik in de buurt opgeschooierd. Waar ze wat konden missen kreeg ik direkt wat, toen ik hun vertelde wat een honger in Den Haag geleden werd, en tegen vrijwel de gewone prijs.

Deze week ontving ik van Hes en Elsebé een brief. Jullie hebben dus blijkbaar bericht gekregen van tante Johanna uit Lochem. Als het niet te riskant was dan zou ik haar op de fiets makkelijk eens kunnen gaan opzoeken. Ik zal haar straks maar eens een brief schrijven.

In mijn vorige brief scheef ik al dat ik de brief met vloeitjes (4 pakjes) ontvangen heb. Mijn pakjes shag mag je wel zolang bewaren tot na de oorlog. Ik heb hier nog wel genoeg ‘eigen verbouw’ te roken. Ik schreef je geloof ik al dat telefoneren hier ook niet meer gaat, althans niet meer met de apotheek, wel heeft de plaatselijke politie nog telefoon maar het is de vraag of je daar mag opbellen. De man zelf is in ieder geval ‘goed’.

Vader heeft dus toch nog een gezellige verjaardag gehad. Heb je hem namens mij ook nog een cadeau kunnen geven? En hoe is jouw verjaardag geweest? Je schrijft dat je over onze toekomst hebt gepraat; vergeet je niet dat ik toch in ieder geval mijn candidaats wil halen, desnoods werk ik er voor in de vrije tijd. Ook moet je er rekening mee houden dat we onder dienst moeten. Het trekt mij het meeste aan om bij Vader op kantoor te komen. Maar ja, dat is allemaal toekomstmuziek, want we zijn er nog niet!

Ik vergat nog te schrijven dat àls het mogelijk is me iets te sturen, ik ook graag wat wollen ondergoed zou willen hebben. Ik heb wel een paar oude wollen hemden en één ‘ouwe mannetjesbroek’. Ik lijd dus geen kou. Verder geen nieuws. We zijn nog niet opgeroepen om in D te gaan werken.

Groetjes,

Leo

Als je nog wat vloeitjes kunt sturen, dolgraag!!

 

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage, 30 november 1944

XII

Beste Leo,

Gisteren kwamen tegelijkertijd je brieven van 5 en 12 november genummerd 7 en 8.

De communicatie is dus wel veel slechter geworden. Je hebt me op een idee gebracht toen je van een koerier van financiën sprak. Ik zal proberen langs die weg dit epistel te doen expediëren. Je hebt intussen weer veel avonturen beleefd, gelukkig met a happy ending. Nu, zoo is het ons zoals ik je al schreef ook gegaan; maar alvorens het vervolg van het verhaal te boek te stellen wil ik je nog even antwoorden op je vraag omtrent de cigaretten vloeitjes. Ik heb je die in grote hoeveelheden gezonden. Is die brief met inhoud niet aangekomen? Ik vrees dat je zending aan Elsebé evenmin haar bestemming heeft bereikt. Ze schreef tenminste dat ze niets ontvangen had. Ze is sinds mijn verjaardag niet hier geweest, eerst wegens de onrust in Den Haag en later wegens het bar slechte weer. Nu de regengoden blijkbaar in het defensief zijn geraakt hopen we Elsebé  onvermogen hier te zien. Uit haar brieven merken we dat ze het goed maakt en geen honger lijdt. En zoo kom ik tot de toestand hier.

De razzia’s – begonnen op dinsdag 21 november- hebben drie dagen geduurd, maar de oogst aan jonge mannen is – in vergelijking met die van Rotterdam- gering geweest. Heel Den Haag was ondergedoken en nog altijd levert het straatbeeld de gevolgen van de ‘Aktion’ duidelijk merkbaar op. Je ziet alleen vrouwen, kinderen en grijsaards. De enkele jonge man die zijn neus op straat vertoont behoort tot de weinige bevoorrechten die een speciaal stempel op zijn PB heeft ontvangen. Jongeren beneden de dertig krijgen officieel  zo’n Ausweis niet, maar Pit heeft er wel een gekregen, omdat hij als Gescheftsführer in de vleeswarenindustrie staat aangeschreven. Ik ben het hem persoonlijk in Oestgeest gaan brengen samen met Moeder. Het was vandaag prachtig weer en veel luchtactiviteit, maar we kwamen zonder ongelukken ter bestemde plaatse aan. Arend Jan is een schat van een kind, hij heeft met ons al vriendschap gesloten. Pit gaat morgen per fiets (hij heeft daarvoor ook een Ausweis ontvangen) met zijn schoonmoeder naar oom Tony (Barge) in Het Gooi en vertrekt al om vier uur s’morgens! Ik hoop ook voor Jan een stempel te verkrijgen, daar wordt aan gewerkt en met kans op succes. Wij zijn dan redelijkerwijs van de misère af. Van gezaghebbende zijden wordt verzekerd, dat deze razzia’s in Den Haag definitief afgelopen zijn, maar geen mens gelooft dat en iedereen blijft op zijn hoede. Het is hetzelfde met de fietsen; telkens wordt er verzekerd dat er geen fietsen meer gepakt worden, maar telkens gebeurt dat toch.

Het gevolg van de mensenjacht is geweest dat in Den Haag de centrale keukens, gedurende tien dagen, gesloten zijn geweest. Morgen beginnen ze weer te draaien, maar intussen hebben duizenden gezinnen letterlijk honger geleden. Ze hadden hun aardappelbonnen ingeleverd en kregen er niets voor terug. In de Haagse kranten wordt er schande over gesproken. Gelukkig hadden wij nog een voorraadje aardappels in de kelder, zodat wij niet tekort zijn gekomen. Ook hadden we nog wat groente (kool, bieten en een blikje) en bij de slager konden we nog een bal gehakt krijgen. Van Suus ontving ik een liter melk cadeau, waarvan Moeder chocoladevla maakte. Met wat handigheid en goede relaties is er nog altijd wel wat op de kop te tikken b.v. champignons en druiven. De koolzaadolie is een goede aanvulling voor de vetvoorziening. Met enige moeite slaagde ik er gisteren in op onze bonnen de olie te kopen. Bovendien ontving ik van een relatie uit Drenthe een hoeveelheid vleeschbonnen, die ik hier bij een slager in goed vleesch kon omzetten. Alles bij elkaar loopt het dus met ons wel los. Maar vraag niet hoe de gewone man er aan toe is! Wanneer je –zoals ik dat deze week deed- enige malen op en neer naar Leiden fietst ontmoet je er karavanen van allerlei soorten menschen met kinderwagens, fietsen zonder banden, zelfgemaakte karretjes, die een gansche dag gesjouwd hebben om een schamel beetje aardappels bij de boeren weg te bedelen. Nu de jonge mannen zich niet meer kunnen vertonen wordt dit gewichtige werk door vrouwen en oudjes gedaan.

In onze krant staat niets omtrent de vernielingen in Rotterdam en Amsterdam; ze zijn het lezen niet waard en hebben slechts een kwart pagina omvang, net genoeg om er vier wc papiertjes van te maken. In Rotterdam zijn de havenwerken grondig vernield, de kademuren tot de fundaties opgeblazen, alle kranen verwoest. De schade wordt op een half miljard geraamd. Ook in Amsterdam is veel opgeblazen, vooral werven en fabrieken.

Men zegt dat de aardappels in het westen over een paar weken op zijn en dat er dan veevoederbieten en suikerbieten gedistribueerd zullen worden. We zullen maar afwachten wat de centrale keuken er van terechtbrengt. In onze keuken is de chef- kok van Hotel des Indes de baas; het zal mij benieuwen of hij erin slaagt om van veevoer nog een smakelijk maal te bereiden. In elk geval probeer ik links en rechts nog een partij aardappels en appels in huis te krijgen.

Met de brandstoffen is het ook slecht gesteld. De meeste boompjes in de straten der volksbuurten zijn al omgehakt, in Amsterdam is het nog erger; daar is een verbod om hout te vervoeren. Men sloopte zelfs de banken in de parken, de nog overgeblevenen zijn nu veilig opgeborgen. Wij hebben nog wat voorraad anthraciet, cokaes en hout, maar niet genoeg om de winter door te komen. We proberen daarom om nog wat hout op te slaan. Bovendien staan er in de tuin nog twee tamelijk zware berken. Die bewaren we voor het uiterste geval. Ook gaan we zo nu en dan hout sprokkelen in Wassenaar. Daar is altijd nog wel wat te vinden. De rantsoenbonnen voor melk zijn ongeldig verklaart maar die voor vleesch, aardappels en brood kunnen we in waren omzetten. Als je dus kans ziet ons daarmee te helpen dan doe je een goed werk. Op jouw bankrekening zal Moeder nu f 150,- storten. Reeds eerder deed ze f 100,- (die uit Doorn)op jou overschrijven. Kun jij zelf dat geld halen? Is het pakje voor Moeder’s verjaardag nog per auto meegekomen? Er is hier niets aangekomen. Schrijf ons hoe het met de gijzelaars afgelopen is. Fijn dat je nu al maatregelen neemt om ons van voedsel te voorzien zodra de ellende voorbij is. Hoe lang nog?! We hebben geduld en zijn vol goede hoop. Veel groeten voor allen,

je Vader

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 1 december 1944

Lieve Leo,

Ik kan je niet zeggen hoe blij we waren met de aankomst van je pakket, niet alleen om de inhoud zelf maar vooral omdat we er na je laatste brieven van 5 en 12 november een levensteken in vonden. Gisteravond had Vader juist de beide brieven die tegelijk aankwamen beantwoord en nu zaten we min of meer in de rats of de Grünen nog eens waren teruggekomen of dat jullie verder met rust zijn gelaten. En zijn die gijzelaars nog dood geschoten toen de jonge mannen niet opkwamen?

Vader heeft nog op de achterkant van zijn gisterenavond geschreven brief kunnen melden dat je pakket is aangekomen en die brief meegegeven aan iemand die voor de voedselvoorziening naar Deventer moet, we hopen dus dat jou die brief spoedig bereikt.

In je pakket vond ik een sloop met heerlijk gedroogde (door jou afgehaalde?) sperciebonen, uien en verder 1 pond boter. En een briefje gedateerd 27 november waarbij je schrijft dat het pak me in de loop van de ochtend, dus maandag zal bereiken, dinsdagmiddag zou nog een pak komen en verder zouden er aardappelen gebracht worden. Het pak is gebracht op donderdag 30 november en verder nog niets. Niet alle meisjes waren op kantoor aanwezig daarom heeft Hes nog niet allen kunnen ondervragen, maar tot nu toe heeft ze niet kunnen ontdekken wie de brenger van het pakket is geweest. Zodra er verder iets komt meld ik je dit dadelijk.

Je kunt je niet voorstellen hoe blij ik ben dat er een mogelijkheid tot verzenden aanwezig is want per post wordt alles gestolen, je pakje aan Elsebé is ook niet aangekomen. Met je boter en de groente ben ik toch zoo blij, nu kunnen we iets ruimer vet nemen en ik kan Elsebé ook wat meegeven. En het vooruitzicht van de aardappelen geeft me ook een hele rust, dan hoeven we tenminste geen honger te krijgen en ik kan Hes ook helpen. We brengen haar elke dag een pannetje eten anders houdt ze het niet, zij krijgen maar ½ liter van de centrale keuken en wij soms 3x zoveel zoodat ik altijd begin met 1 liter voor haar apart te zetten. Hes heeft op kantoor verwarming maar op haar flat niets en ze zit volkomen in het donker. Dat lijkt me het ergste, zonder licht. Pit en Suus hebben ook geboft, ze hebben hun huis vergeten af te sluiten en nu  geven ze met een snoer door de tuin licht aan vrienden die achter hen wonen!

Tot 20 december zijn de vroegere rantsoenbonnen voor aardappels, brood en vleesch nog geldig. Mocht je er nog krijgen dan vóór die datum. Heb je nog bij de melkfabriek geïnformeerd of ze melkpoeder hebben, dat zou een enorme steun zijn om pap te maken want ik krijg geen druppel melk. Mevrouw de Groot zit met een zieke dochter, zou je voor haar boter en boonen kunnen kopen, het doet er niet toe wat het kost, en met een auto meegeven? Hun telefoon is vergeten weg te nemen, ze kunnen niet zelf bellen maar wel opgebeld worden, daar zou je het eens mee kunnen proberen, het nummer is 774886 dan kunnen ze mij roepen als je ’s morgens vroeg belt. Per zelfde post stuur ik foto’s van Arend Jan, meldt me vooral de aankomst.

Dag, dikke zoen van

Moeder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 2 december 1944

Brief no. 11

Lieve Moeder,

Voor het eerst heb ik deze week geen bericht van jullie ontvangen. Ik denk dat ik  maandag of dinsdag wel weer een brief zal krijgen. Deze brief ontvangen jullie door middel van een bekende van mij uit Heeten (voedselcommissaris) die voor zaken naar Den Haag gaat per fiets. Ik wil hem geen pakje meegeven (ik heb nu direkt ook niets te sturen) maar zal hem morgen vragen of jullie hem een heel klein pakje mogen meegeven. Doe daar dan shag voor Speelman in, zodat ik boter kan opsparen en voor mij een stuk zeep, want ik heb niets meer om me te wassen. Verder worden vloeitjes in dank aanvaard evenals rondjes. Ik weet niet hoe lang hij in Den Haag blijft maar àls hij bereid is een klein pakje voor me mee te nemen dan zal ik hem zeggen zij naam en Haagsche adres achter op het couvert te schrijven en wanneer hij uiterlijk het pakje in zijn bezit moet hebben.

Deze week maandag is dan eindelijk de auto gekomen die naar Den Haag ging. Ik gaf een sloop met gedroogde groenten mee, een handvol uitjes en een pond boter, verder een mud aardappels. Ik hoop dat de kerels je voor die aardappels niet hebben laten betalen, want ze zijn zelf smokkelaars in aardappels. Ik heb er zelf drie gulden voor betaald. In totaal is er nu drie kilo boter voor je onderweg, vier pond met een eerdere auto, een pond per post en het laatste pond weer per auto. Je schrijft me wel gauw of en in hoedanige staat alles is overgekomen.

De oproepen voor Duitsland en graafwerk aan de IJssel zijn nog steeds niet bij ons aangeland. Men verwacht ze nu maandag, ik geloof niet dat ik me meld, liever gezegd: ik weet het wel zeker! Deze week hebben ze de hele N.O. Polder tot de laatste man en de laatste machine weggehaald en naar Duitsland versleept.

In Schoonheeten worden geheimzinnige dingen gebouwd. Er wordt van nieuwe wapens gefluisterd of van de V1. Het is niet te hopen, anders blijft er hier geen ruit heel. Het Sinterklaas feest zal dit jaar wel saai verlopen voor ons. Ik heb er nog aan gedacht om op een of andere manier een surprise te versturen maar heb er maar vanaf gezien. Ook mijn dichtader wil vanavond bij al de drukte in deze boeren huiskamer niet vloeien. Laten we het dus maar op het volgend jaar houden.

Hoe is het op Moeders verjaardag geweest? Hier is nog steeds niets nieuws te vermelden. Het leven gaat zijn gezapige gangetje en de stadse ellende komen ons slechts door verhalen ter ore.

Houdt je er rekening mee dat tussen deze en mijn twaalfde (dus volgende) brief, door zijn snelle verzending, een langere tijd ligt dan anders.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

Den Haag, 6 december 1944

Brief 14

Lieve Leo,

Ziehier het antwoordt van brief no. 9 van 19 november die ik vanmorgen kreeg tegelijk met het doosje boter dat je me op 22 november stuurde. Je snapt hoe blij we daarmee zijn en vooral dat het per post goed overkwam hoewel het steeds gevaarlijk genoeg schijnt te zijn. Elsebé’s pakje is tenminste gestolen, ik heb haar nu de helft meegegeven van het pond dat je me met de gedroogde groente en uien mee zond.

Vader kwam zoojuist thuis met de heugelijke tijding dat deze brief wordt meegenomen vanavond met een koerier van Rijkswaterstaat den heer J. Keller, directeur der waterleidingsmaatschappij ‘Noord Overijssel’ gevestigd te Zwolle, die elke week der reis Zwolle – Den Haag vice versa onderneemt! Die hem in Zwolle overgeeft aan een man van zijn beambten die in Raalte woont. (Deze doorhalingen en cursieven zijn een toevoeging van Vader – Paake. LvD) Deze moet jou nu zijn adres geven en daar kan jij dan in het vervolg je brieven brengen en niet te grote pakketten en dan gaat het weer op dezelfde manier retour. Het zou heerlijk zijn als dat nu zoo door kon gaan èn voor de berichten èn voor de fourage.

Vannacht  ontplofte boven de stad een V1, hij was op Tilmstad afgeschoten en juist over ons heen geloeid toen de catastrofe kwam. Hij kwam aan het begin Laan van Meerdervoort neer, een reuze ravage. Vanmorgen zijn er alweer 5 over gegaan, het is anders een fantastisch gezicht tegen de blauwe lucht met die vlammenstaart. De Engelsen vinden het minder geslaagd en bombarderen de startbanen. Een bom kwam vanochtend vlak bij ons op de Benoordenhoutscheweg en één in het Haagsche Bosch neer. Elsebé, die dit weekend per fiets thuis was geweest, maakte een bombardement in Wassenaar mee op haar thuisreis en verbleef een uurtje in een Deckungsloch . Vader en ik vorige week in Wassenaar dito hetzelfde. Ik hoop dat het Kortenhorstsche gelukssterretje ons zal behoeden en dat we elkaar spoedig zullen terugzien!!

Dag lieve jongen, veel dank, dikke zoen van

Moeder

P.S. Ingesloten vloeitjes en meldt je me zodra je geld van de Rotterdamsche Bank krijgt?

P.S. (van Vader Paake) Tot goed begrip van ’s mans mogelijk geworden koeriersdienst nog het volgende. De Heer Keller heeft in Raalte een man, die ook Heeten controleert en dus gemakkelijk bij je komen kan, om pakjes en brieven te brengen en te halen. De heer Keller vertrekt gewoonlijk donderdags uit Holland (via Amsterdam) , blijft het weekend in Zwolle en vertrekt dan daar maandag of dinsdag. Houd daar rekening mee. Het gaat hier zijn gewone gang. Wel zijn er telkens geruchten van nieuwe razzia’s , maar tot nu toe is er niets gebeurd. Jan heeft nu –evenals Pit – het begeerde papiertje, dat hen van oppakkerij vrijwaart. Dit is dus een hele geruststelling.

Tot ziens,

Vader

 

 

 

 

Heeten, 9 december 1944

Lieve Moeder,

Even gauw een berichtje, dat gaat via het departement van financiën. Ik ontving woensdag Vaders brief no. XI en vanmorgen jouw brief gedateerd 1 december, tegelijk ook kwam de brief met foto’s. Morgen schrijf ik uitvoeriger. Bericht me ook even hoe vlug deze brief overkwam, dan kan ik geregeld over deze weg schrijven.

Alleen nog dit. Ik heb twee pakjes verstuurd; het ene berichtte je me nu, was goed overgekomen (groente en 1 pond boter), maar dezelfde kerels heb ik 1 mud aardappels meegegeven, ze hebben die blijkbaar niet afgegeven maar zelf gehouden, aangezien het aardappel smokkelaars waren.

Het andere pakket, inhoud: 2 kilo boter, wit meel, havermout en spek is dus nog niet overgekomen, het kan misschien nog. In ieder geval waren dezen betrouwbaarder lieden dan de anderen. Je laat me dus wel gauw weten, wat wel en wat niet overkwam. Naar hun eigen mededeling, van tevoren, hadden beide pakketten 28 november moeten overkomen. Morgen schrijf ik uitvoeriger. In haast, groetjes,

Leo

 

 

 

 

Heeten, 10 december 1944

Brief no. 12

Lieve Moeder,

Net op Sinterklaas ontving ik Vaders brief no. XI gedateerd 23/11/44 en zaterdag, gisteren dus, twee brieven tegelijk  van jou gedateerd 1 december en waarvan een de aardige foto’s van Arend Jan en zijn ouders bevatte.

Je hebt dus het pakje met boter en groente ontvangen, de aardappels hebben de brengers (zwarte handelaren) dus blijkbaar liever zelf willen houden. Dezelfde dag had een ander pakketje besteld moeten worden door andere mensen, dat als inhoud had 2 kilo boter, wat spek, havermout en meel. Deze brengers waren mijns inziens vertrouwder dan de vorigen. Ook is nog één pond boter onderweg, over de post.

Ik schreef je al eerder dat het gemeentepersoneel van de gemeente hier, weer was teruggekeerd en daarmee ook de consequentie dat jonge lieden zich moesten melden. Net op Sinterklaasavond werden, o.a. ook bij ons, de oproepen besteld. Jan was bij ons de sigaar. In het dorp meldde zich iedereen behalve Jan. Ditmaal, waarschijnlijk om de pil te vergulden, had men de ‘Todt’ omgedoopt in ‘Vios’. Jan vertrok de volgende dag naar elders. Bernard ook en zo bleven Hein, Willem en ik alleen over op de grote boerderij. Hein moest bovendien de hele week bij de buren dorsen zodat alleen Willem en ik overbleven om het werk te doen.

Nu heeft in Luttenberg een ontzettend ongeluk plaats gehad met een ontplofte V1 waarbij 25 mensen werden gedood en velen gewond. Onder de doden was ook een knecht van een familielid van de familie hier. We hebben nu Jan direkt overgeschreven naar Luttenberg als knecht van dit familielid en direkt ook zijn vrijstelling aangevraagd die ook verleend werd. Bernard kon toen ook weer thuis komen. Morgen worden er weer meer oproepen verwacht maar ik geloof toch niet dat er een van ons bij zal zijn.

We hebben een zeer gezellige Sinterklaasavond gehad, georganiseerd door een onderduiker uit de buurt die voor Sinterklaas speelde, en mij. Willem was Zwarte Piet. De costuums waren geleend van de school. Dora had voor elk een cadeautje gekocht en ik had nog een paar gedichtjes gemaakt. Ieder moest op zijn beurt voor Sinterklaas verschijnen die hun dan de les las over deze en gene tekortkomingen. Ze hadden hier nog nooit een dergelijke Sinterklaas gevierd en de muren dreunden van het plezier dat ze hadden.

Zondagavond heb ik nog een ‘stads’ fuifje meegemaakt bij de plaatselijke schoolmeester waar enige evacués uit Zevenaar waren uitgenodigd. We hebben gedanst en voor enige uren de oorlog vergeten. Op weg erheen raakte ik in een siloput en tot mijn middel in het water. Het regent hier elke dag en de wegen en akkers zijn veranderd in modderpoelen waar je nauwelijks doorheen kunt. Als dat zo door gaat, schiet de oorlog ook niet op.

In je brief die ik gisteren ontving schreef je  ook dat een brief van Vader, meegegeven aan een voedselvoorziening-autoriteit, onderweg was. Ik heb die nog niet ontvangen en weet dus ook niet hoe het verder in Den Haag is toegegaan na de ‘actie’. Het ergste was natuurlijk de daaropvolgende hongersnood. Kan Jan weer gewoon naar kantoor gaan?

Zielig voor Hes dat Bobby dood is. Zou ik hier eens proberen een aardig hondje voor haar op de kop te tikken?

Ik zal proberen wat melkpoeder voor je te krijgen, ik dacht wel dat me dat zal lukken. Rantsoenbonnen zijn niet meer te krijgen. Àls ik wat in handen krijg stuur ik natuurlijk. Het is niet gemakkelijk Mevr. De Groot iets te sturen. De gelegenheden zijn maar uiterst zeldzaam. Als ik iets kan sturen, indien er een gelegenheid is, dan gebruik ik die natuurlijk. Je moet dan zelf maar zien wat je voor Mevr. De Groot kan missen.

Er is hier nog steeds electrisch licht van ‘s morgens 6 uur tot ’s middags 12 uur en ’s avonds eveneens van 6 tot 12. Wat mij betreft heeft dat het voordeel dat we ’s morgens om 6 uur opstaan i.p.v. kwart over vijf. ’s Avonds zitten we dan wel een paar uur in het donker tot 6 uur hetgeen een last is in de stal bij het vee. We hebben echter er iets op gevonden: n.l. een fiets op een standaard gezet. Een gaat op de fiets zitten en ‘trapt licht’ voor de anderen. Een eenvoudige oplossing maar je moet er maar op komen!

Wel wordt gezegd dat we het licht niet lang meer zullen houden en dat we deze week afgesloten zullen worden. Het wordt dan wel bedenkelijker aangezien we bijna niets geen carbid hebben.

Je kunt me nog een groot plezier doen met vloeitjes!

Gisteren verstuurde ik nog een haastig briefje die ik aan iemand van het departement van financiën meegaf, misschien komt het gauwer over.

Mannelijke personen tot veertig mogen vanaf de vorige week niet meer over de IJssel komen. Waarschijnlijk vanwege de vele tewerkgestelden die op de loop zijn gegaan. De IJssel is de laatste dagen zeer hoog gestegen, men vreest overstromingen. Ons arme Nederland heeft zijn laatste rampen nog niet beleefd!

Groetjes,

Leo

P.S. Ik ben gisteren in de melkfabriek geweest, de directeur had geen poeder meer en kon vooreerst ook niet meer maken. Wel gaf hij mij ingesloten bonnetjes. Ik hoop dat je er nog wat aan hebt.

Voor ons zijn geen nieuwe oproepen verschenen!

 

 

 

 

Amsterdam, 11 december 1944

Lieve Leo,

Hartelijk dank voor je brief van 26 november die ik zaterdag 9/12/44 ontving. Je pakje met heerlijkheden ontving ik jammer genoeg niet. Evenwel mijn dank voor de goede intentie! De bevolking van Amsterdam heeft nog geen hongeropstand gepleegd, hoewel het niet gek zou zijn, want veel te eten is er niet! Van de gaarkeuken krijgen we een ½ liter per dag. Aan aardappels is niet meer te komen, ook niet clandestien. Groente gaat nog, hoewel erg duur.

Door Pit heb ik gelukkig een vleeschrelatie, waar ik iedere week naar toe kan maar vandaag had hij bv. niets omdat alles door de D’s in beslag genomen wordt. Ik teer nu op de voorraadjes die zonder aanvulling natuurlijk gauw op zijn. De broodpositie is ontzettend slecht. We krijgen 1000 gram in de week. Deze week moesten we nog 400 gram inhalen omdat we de vorige week een te hoog rantsoen gekregen hadden zoodat we deze week nog maar 600 gram hebben! Je begrijpt wat een gescharrel om de knorrende maag stil te houden. Boter hebben we helemaal niet. Twee weken geleden kregen we wat olie. Heel misschien krijgen we eind december nog een ½ liter. De melk is vanaf de vorige week helemaal opgehouden.

Deze week kregen we aan bonnen: 600 gr brood, 100 gr kaas, 1 rantsoen vervangingsmiddelen en 2 kg aardappels!

Als je kans zou zien nog wat te sturen? Alles is welkom.

Op het kantoor ga ik elke dag even kijken. Op Mutsaerts kamer is dan een kacheltje aan. Er is eigenlijk niets te doen want post komt er toch niet binnen. Verder zorg ik maar zo goed mogelijk voor de voedselvoorziening.

Het is erg vervelend van die vroege donkerte, we hebben helemaal geen electriciteit meer. We scharrelen met surrogaat theelichtjes, waarbij je onmogelijk kunt lezen.

In de vesting is gelukkig nog wel licht, zoodat als ik in Den Haag ben ik weer even genieten kan. Ik ben al een stuk of drie keer een week-end thuis geweest. Het is een ellendig eind fietsen (50 km door een eindeloze polder) vooral met slechte banden. De laatste keer bijna helemaal op een lekke voorband!! Ik was ongeveer dood toen ik aankwam. Bovendien had ik mijn Ausweiss in A’dam laten liggen maar ik kwam er gelukkig zonder veel moeite in.

Er zijn nog geregeld concerten. Ze hebben nu pas een eenige constructie voor het licht verzonnen. Op iedere lezenaar van de orkestleden is een lampje gemonteerd. Het lijkt net of ze allemaal een kaarsje voor zich hebben. De pauzes zijn uitgevallen en alle concerten duren zodoende maar een uurtje.

Schouwburgen zijn er ook nog, maar daar ga ik eigenlijk nooit meer naar toe. Ik geloof dat Cees Laseur nog wel wat doet.

Deze brief gaat mee met een meisje die naar Hattem fietst. Ik ben benieuwd hoe lang het duurt.

Heel veel liefs en groeten aan de familie van

Elsebé

 

 

 

 

 

Den Haag, 12 december 1944

Brief no. 15

Lieve Leo,

Je brief no.11 van 2 december die per bekende uit Heeten (voedselcommissaris) zou worden bezorgd ontvingen we per post aan kantoor op 11 december en er stond geen Haagsch adres achterop. Daarom krijg je deze brief en pakje  per kennis van Vader, ik hoop dat dit snel overkomt. Ook gisteren ontvingen we van een Haagsch adres het bericht dat bij hen een pakje uit Apeldoorn voor ons was af te halen. Vader ijlde er per fiets heen en kwam vrolijk thuis met je heerlijke pak inhoudend 4 pond boter, een sloop witmeel, een sloop havermout en last but not least het zalige spek. Wat het voor ons betekend kun je je alleen maar begrijpen als je weet dat we over de distributie nu nog slechts krijgen 1 ons kaas en 1 ¼ ons vleesch per twee weken, geen boter, pudding, meel, pap, melk en dergelijke. Op papier krijgen we één aardappel per dag maar ze zijn er niet en verder krijgen we wel per week 2 ¼  brood, dat is dus een heel brood en twee sneetjes. Zelfs Arend Jan heeft een te klein broodrantsoen zodat ik hen van mijn extra kaarten dat af geef. Ik heb nu pas een paar flesschen olie gekocht à f 60,- per flesch, iemand stuurde ons als St. Nicolaascadeau 1 kilo vet en dan gelukkig jouw 6 pond boter, zodat onze vetpositie voorlopig niet gek is. Alleen ben ik doodongelukkig dat jouw mud aardappels gegapt is, dat zou nu juist onze redding zijn geweest want de centrale keuken geeft nog maar twee dagen per week vast voedsel (bovendien te weinig), de andere dagen krijgen we watersoep of waterpap. Je schreef dat een auto het sloop gedroogde groenten en uien en 1 pond boter meenam en ook nog de aardappels. Het pak werd wel afgegeven, de aardappels niet. Daarvoor kunnen ze hier f 200,- krijgen, ze zullen dus voor de verleiding zijn bezweken. Ik heb dus uit dat pak 1 pond boter ontvangen, één per post en 4 pond uit het pak met spek. Dat is dus Goddank overgekomen. Probeer me nu ook nog eens per post als brief voor 1 kilo te zenden, boonen en gort, daar kom ik ook een eind mee. Tot nu toe hebben wij nog geen honger geleden maar van mijn kennissen zijn er toch al wel die echt hongeren.

Elsebé klaagde laatst over ingewandsbezwaren, als dat zoo blijft moet ze thuis komen, ik kan hier beter voor haar zorgen dan dat ze zelf prutst. Ik was blij dat ik haar boter kon sturen maar zelfs met een dubbele kaart heeft ze nog maar 2 ½ brood in de week. Vader gaat er morgen op uit met 1 pond koffie (f 200,-) om te proberen er een mud aardappelen voor te ruilen. Ik reed vandaag vergeefs in de regen rond met een tasch aardappelschillen om die voor 1 liter melk te ruilen bij de boeren! Als iemand me dat een half jaar geleden had voorspeldt! Toch moet je niet denken dat we zielig zijn want we slaan er ons tot nu toe wel doorheen en generen doe je je niet meer. ’s Morgens trekken hier keurige heren op leeftijd langs met een kinderwagen, die ze dan gevuld ’s avonds weer mee terugbrengen, soms met sprokkelhout, soms met groente uit het Westland. Ik geloof dat er ook veel wordt geruild met de Duitschers, b.v. een hondje voor 8 konijntjes en broden. Hadden we Bobby maar geruild vóór hij doodging. Die arme Hes, ze mist hem zoo.

Tot nu toe sinds de grote razzia op 21 november geen geduvel meer, de meeste mannen komen schoorvoetend weer tevoorschijn. O ja, iets om te onthouden als je plotseling verrast wordt binnenshuis; ga op een fauteuil zitten met opgetrokken benen en laat een bed op en over je afhalen, het werkte in spoedgevallen probaat. Ik zal de hemel danken als we veilig weer bij elkaar zijn, je weet soms niet waar je banger voor moet zijn, voor de D’s of voor de V1 of 2. Sinds de laatste 2x 24 uur kwamen er maar twee goed over, de rest ontplofte. Vanmiddag dacht ik dat ik erbij was maar achteraf bleek het nog een heel eind van me af te zijn. Toch wel benauwend zoo een schrik als je alleen in huis bent en alle ramen en balcondeur vliegen open. Maar je went aan alles.

Aan St. Nicolaas hebben we niets gedaan, alleen kwam Jan ’s avonds om 10.00 uur beneden bij ons zitten, we dronken een glaasje warme wijn en aten de appelbeignets die juffrouw Biegelaar voor ons had gebakken. We hebben je van mijn mislukte verjaardag al geschreven met de razzia’s. Daarom zijn er ook steeds geen comedies of concerten meer geweest. Sinds gisteren zijn Guus Oster en Cor de Groot weer boven water zodat er vanaf a.s. zondag weer een toneelstuk (heel primitief) en een concert te savoureren zijn. Onze politie blijft staken uit protest dat de jonge agenten ook zijn weggehaald, wel angstig met het oog op het gepeupelte. Tot nu toe schoten de D’s hen dood als ze oproerig werden maar wat zal er gebeuren als de D’s zich terugtrekken?

Ik stuur in dit pakje alleen tabak voor jezelf, later wel voor Speelman, bovendien had ik van het laatste pak nog 1 ½ pond boter van hem tegoed. Weet je dat nog? Ik geloof niet dat er nog nieuws is, houdt je goed en hartelijk dank dat je zo lief voor ons zorgt, dank ook de bazinne. Denk er aan alle ramen op een heel klein kiertje te zetten  als die V1’s bij jullie weg gaan en zodra ze mis gaan (dat hoor je direct) de deur open, wij voorkwamen daarmee tot nu toe glasschade.

Dikke zoen van

Moeder

P.S. Stuur vooral zoo gauw mogelijk brieven voor 1 kilo roggemeel aan Pit, ze geven van hun eigen 1000 gram brood per week aan het kind. Suus ziet er slecht uit en Pit heel mager, ze hebben alleen flink vleesch en ik geef vet.

 

 

 

Den Haag 12 december 1944

No. 15

Lieve Leo,

Dit is een uittreksel en als duplicaat  bedoeld van brief no. 15 die we als pakje (met tabak voor jezelf, zeep en rondjes) meegaven aan een koerier. Voor het geval dat pakje dus zoekraakt het volgende: Gisteren ontvingen we over Apeldoorn je heerlijk pakket  voor 4 pond boter, de zalige spek en sloop wit meel en sloop havermout. Vorige week een sloop gedroogde groente, uitjes en 1 pond boter. De aardappels per zelfde gelegenheid verzonden, volgens je brief, kwamen niet aan. Per postbrief ook een pond boter. Gisteren ontvingen we aan het kantoor van Vader per post je brief nr. 11 van 2 december die je aan een voedselcommissaris uit Heeten had meegegeven.

In antwoord op deze brief  schreef ik je dus vanavond een lange brief die bij bedoeld pakje morgen met een koerier wordt meegenomen. Ik vroeg je ook om mij brieven van 1 kilo te zenden met peulvruchten en gort. Als het Vader niet lukt om 1 pond koffie (f 200,-) te ruilen tegen 1 mud aardappels moet je nog maar eens zien een eerlijke chauffeur te vinden, want met de voorraad die ik heb, kan een mud ons juist redden. Van mijn kennissen zijn er werkelijk die echt hongeren, wij tot nu toe niet.

Suus en Pit geven van hun eigen rantsoen van 1000 gram brood per week aan het kind, stuur hun dus kilo’s brieven rogge en meel.

Ieno Deurvorst is door een Duitsche auto doodgereden: het huwelijk dat niet goed was is juist kort geleden weer in orde gekomen, zodat zij nu juist een baby verwacht, hij is 47 jaar geworden, vreselijk!

Dag, dikke zoen,

Moeder 

 

 

 

 

Den Haag, 13 december 1944

Beste Leo,

Je kreet om sigarettenpapiertjes heeft mij doen denken of daarvoor niet dun doorslagpapier bruikbaar is. Jan heeft daarmee ook eens proeven genomen, en bijgaand het beste of te wel het minst slechte, bevonden.

Wanneer het daarmee goed gaat, kan ik je daarvan zooveel bezorgen als je maar met mogelijkheid nodig zult hebben.

Leuk dat je aan Johanna hebt geschreven en haar rogge hebt aangeboden, al maken zij daar geen gebruik van. Ze vinden het transport vanaf Deventer te bezwaarlijk en ze hebben nog steeds roggebrood. Bovendien heeft Johanna zelf, in haar ziekenhuisje het nog goed, ze schrijven ten minste over een eitje aan het ontbijt! De stakkerd, wat een pech hè, na dit alles nu nog een gebroken been!

Wanneer je kans ziet om dat partijtje rogge naar mij toe te krijgen, blijf ik je eeuwig dankbaar. Het broodtekort en papproblemen wordt steeds nijpender. Schitterend zoals jij pakketten naar huis weet te krijgen.

Vader en Moeder zorgen voor mij ook erg lief, ze hebben ruime porties van de centrale keuken en van het restant wordt ik altijd bedeeld en verder krijg ik ook nog al eens een extraatje van hun mee.

De winter ziet er anders wel wat benauwend voor ons uit, als dit nog lang duurt wordt het vrij hopeloos. Enfin, moed houden maar. Ik hoop dat jullie ook niet vroeg of laat moeten vluchten!

Hartelijke groetjes en liefs van je,

Hes

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 13 december 1944

Lieve Moeder,

Vanmorgen kreeg ik per speciale koerier je brief van 6 december no. 14. De laatste brief die genummerd was, was no. 11 daarna kreeg ik nog een brief van je die niet genummerd was en waarin je me schreef dat Vader nog een brief had meegegeven aan iemand die naar Deventer ging. In die brief zou aan de achterkant staan dat je mij pakket ontvangen had met groente. Ik vermoed dat die brief no. 12 is en dat no. 13 per post nog onderweg is. Hartelijk dank ook voor de vloeitjes.

De man die me nu je brief bracht kon me niet erg duidelijk maken hoe alles nu in zijn werk ging en waar hijzelf woonde maar hij leek me wel vertrouwd. Op het couvert stond ‘op antwoord wachten’ maar ik had niet zo snel iets om hem mee te geven. Hij kwam nu morgen of anders vrijdag hier weer langs. Als hij vrijdag komt kan ik hem ook nog vlees mee geven. Ik zal proberen hem een pakje mee te geven.

Vanmiddag ben ik de boer op geweest. Bij Speelman kreeg ik 1 ½ pond boter en bij twee andere boeren kreeg ik bij elk 1 pond toegezegd. Ik stuur dus later nog 1 pond want ik heb 1 pond van de bazin geleend bij een eerdere gelegenheid.

Is nu nog niet dat andere pakket aangekomen met boter, spek, havermout enz?

Ik heb hier inlichtingen gevraagd of het overgekomen is en men vertelde mij dat ze één dag vertraging gehad hadden. In Apeldoorn hadden ze mijn pakket nog gezien.

Je moet nu zo gauw mogelijk Dhr. Keller een pakje voor me meegeven met shag voor Speelman dan kan ik weer geregeld boter sturen. Van Speelman kreeg ik ook nog een paar gram stremsel toegezegd. Als ik dan 30 liter melk op de kop kan tikken zal ik te gelegener tijd een eigenhandig gemaakte kaas je kunnen toesturen van een pond of zes, zeven.

Als je wat stuurt, stuur dan ook mijn bruine hoed, warm ondergoed en vooral ook zeep want ik kan me nu slechts nog maar éénmaal per week met zeep wassen. Vloeitjes worden steeds in dank aanvaard.

Zijn er veel slachtoffers gevallen bij de ramp met de V1 op de Laan van Meerdervoort. Wat bombarderen ze daar in Wassenaar dat jullie telkens in de grond moeten wegkruipen? Bij ons kunnen we al niet meer in de grond, want alles staat onder water.

Heb je me geld gestuurd via de Robaver? Ik heb nog geen bericht ontvangen.

Ik wens jullie nu alvast een Zalig Kerstmis! Het zal de eerste maal zijn dat we niet bij elkaar zullen zijn!

Ik hoop dat alles goed over komt en zal zien zo veel mogelijk voor jullie op de kop te tikken. Ik ben al bezig mijn schaap vet te mesten.

Ik ben blij dat de boter over de post goed overgekomen is. Ik had het niet verwacht.

Hierbij nog een door mij gefabriceerde kaas. Proef en oordeel! Als de koerier vrijdag komt stuur ik vlees en de kaas, de volgende keer. De kaas is bijna 4 weken oud.

Stuur me ook handige kartonnen dozen en veel pakpapier en touw.

Hartelijke groeten,

Leo

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 14 december 1944

Lieve Leo,

Zojuist hoor ik dat de koerier waar we op rekenden deze week niet reist, dat is dus pech. In het pakje dat Moeder hem wilde meegeven had ik ook een briefje voor jou gedaan. Aardig dat je onmiddellijk aan Johanna schreef; ik hoorde dat ook al vanuit Lochem zelf, ze stellen het zeer op rijs en ook je aanbod van rogge, dat ze echter niet accepteren omdat ze daar nog roggebrood hebben en het moeilijk vanuit Deventer kunnen halen. Ik schreef je dus al dat je mij die rogge wel mag sturen voor pap in plaats van brood, dat zoo krap wordt. Maar ook Pit en Suus willen wel rogge, dus ‘ici mon coeur balance’!

Hierbij wat papier, dat je in nood misschien voor sigaretten kunt gebruiken en anders vindt het zijn weg wel voor een heel wat minder nobel doel! Hm, hm! Daar kan je nog een heleboel van krijgen.

Weet je dat Bobby dood is, ik mis hem zoo ontzettend, nieraandoening, hij was 4 weken ziek met de nodige ups en downs.

Keep going strong! So long, yours,

Hessie

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 17 december 1944

No 16

Lieve Leo,

Morgen verzend ik je per post als brief een kilo pakje hoofdzakelijk met emballage en verder nog een stuk zeep en tandpasta. Shag durf ik er niet in te doen vanwege diefstal, maar daar er een plan is dat Pit binnenkort met een auto naar Overijssel gaat en ook jou komt bezoeken wil ik hem dan wollen goed, je hoed en shag voor jou en Speelman meegeven. Hij gaat met vrachtauto van een cliënt uit Friesland en neemt zijn fiets mee. Hij gaat bv bij Linthorst logeren, bij hem en andere relaties fourageren, wil jou en Johanna bezoeken en wordt dan op de terugweg met die auto gehaald.  Als jij tegen die tijd dan voor mij het een en ander hebt, vooral peulvruchten en rundvet (zoals deze winter) boter en wat je maar goed dunkt, dan kan je hem dat meegeven. Pit zeurt nog steeds over die dweilen, geef hem daarvoor dus rogge. Het is nog geheim maar Suus verwacht tegen mei haar tweede baby waarover Vader en ik Peter en Meter worden. Leuk vind je niet? Vooral nu we tegenwoordig zoveel beter met hen zijn.

Met een koerier ging deze week een pakje naar je toe: van mij was er shag in en zeep en rondjes en een brief, wat Hes er in stopte weet ik niet.

Een uittreksel van die brief no. 15 stuurde ik je ten overvloede per post omdat ik niet wist of alles wel op tijd weg zou komen. De week daarvoor ging met een andere koerier een brief. Is alles aangekomen? Wil je de bazin extra hartelijk bedanken voor haar pond boter uit het ‘Vrij Nederland’ pakket. Als je nog eens die weg kiest vraag hen dan aan het kantoor zich bekend te maken bij Hes of juffrouw Biegelaar met opgave van adres wanneer er iemand terug gaat om een pakje voor je mee te nemen. Wat aardig dat de menschen je prompt boter meegeven voor ons, het is ook vreeselijk zoals hier geleden wordt: Ik heb nog net aardappelen en groente genoeg om zelf bij te koken maar van de centrale keuken hebben we nu in een volle week geen vast voedsel gehad, alleen dunne watersoep. Ik heb Hes ook volledig onderhouden en zelfs met Jan’s kaarten zit ik krap met brood, we hebben maar 1000 gram per week en per persoon, de aardappels zijn er nog steeds niet, geen vet, geen vleesch, geen melk, ook baby’s hebben te kort. Utrecht schijnt nog erger te zijn, Amsterdam iets beter. Gelukkig hebben we de laatste drie weken zeer veel vleesch van vrienden van Vader. Je weet niet wat een Godsend je spek was, ik heb nu steeds vleesch over kunnen houden. Ik braad het en we doen het met vet en onder vet in jampotten. Als we moeten vluchten kunnen we dat in de rücksak mee nemen. Vluchten nl. voor vliegende bommen of bv. zoals in de Laan van Nieuw Oost Indië gebeurde. Daar vonden ze eergisteren een vermoorde Duitser. Tien tegen een minnenijd van een collega want Hollanders vermoorden hier nooit onnozele soldaten. De wraak was dat uit 5 huizen de menschen binnen 5 minuten moesten vluchten, de huizen werden opgeblazen. Daarna moesten 15 gevangenen uit Scheveningen blootsvoets met kettingen aan elkaar gebonden naar de Laan van N.O. Indië loopen en werden daar op de plek ‘van de misdaad’ neergeschoten. Iedereen is hiervan vreeselijk onder de indruk, het is zóó beestachtig en zóó tegen alle recht en fatsoen in, dat we hen voor zóó een verzinsel toch nog niet in staat hadden geacht. Wat in Godsnaam moet de wereld later met dit volk beginnen?

Neem je geen enkel risico om op de fiets naar Johanna te gaan? Als je de verhalen hier hoort van de behandeling van de bij de razzia’s opgepakte menschen! Ze worden niet te werk gesteld maar opgesloten in gevangenen kampen in Duitschland. Zelf noemen ze het ‘das Vernichtungslager Holland’. Die arme chef van Willighagen, Javastraat  is ook gepakt en een jongen Hoogewegen.

Ik heb Vader geen cadeau gegeven namens jou: Elsebé en Pit gaven ook niets, er is nergens meer iets te koop.

Sinds deze week twee nieuwe verordeningen: A: Elk die nog electrisch licht heeft en het brandt krijgt tot f 10.000,- boete. Resultaat dat er extra goed verduisterd wordt en bij elk belletje een kaars wordt aangestoken en alle lichten uit gaan. Ze hebben zelf n.l. zooveel nodig voor hun zoeklichten en de V1.

B: We worden doodgeschoten als we gaan kijken  als er een V1 of II is ontploft. Er gaan er n.l. ongeveer 90% mis de laatste weken en elke missie verbrandt de grondmanschap ongeveer 40 stuks!

Zoo nu ben je weer zowat op de hoogte. Houdt je goed, wees voorzichtig, groet de familie en pas goed op m’n schaap voor na de bevrijding, een dikke zoen van

Moeder

P.S. Mimi bracht een 8 pondsch Toontje ter wereld maandag, alles goed.

 

 

 

Den Haag, 17 december 1944

Beste Leo,

Ik zit zoo krap met aanvulling op brood (3 sneedjes per dag) dat ik een beroep op je kom doen voor grutterswaren en/of peulvruchten. Ik ben je eeuwig dankbaar wanneer je me wat kunt toesturen. Twee sloopjes gaan hier al vast bij benevens een paar sigaretten voor jou en wat koffiesurrogaat (waarin een verrassing!) voor de boerin. Kosten en verdere condities hoor ik wel van je. Alweer in haast en in de hoop dat ik een vlugge boodschapper hiervoor vind.

Hartelijke groeten van je

Hester

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 17 december 1944

Brief no. 14

Lieve Moeder,

Vrijdag verzond ik per onze privé koerier 11 pond prima vet rundvlees (een z.g. nagelbout), 1 ½ pond  Speelman boter en brief no. 13. Ik wacht met ongeduld op je bericht of mijn tweede pakket met boter en spek is aangekomen. Gisteren hoorde ik dat het vervoer een week vertraagd was. De volgende maal verstuur ik dus  een door mij eigenhandig gemaakte kaas en misschien een pondje boter. Onze koerier kan alleen nooit zekerheid geven wanneer of hij komt.

Donderdag hebben wij weer aangenaam bezoek van de Grünen gehad. Ditmaal waren zij met hun zessen en een ‘speurhond’ die het aan de nieren had  en dientengevolge niets kon. Zij omsingelden de boerderij maar het hielp hen niets. Een evacué meisje uit Deventer had de tegenwoordigheid van geest mijn kamer met enige jurken en corsetten  te veranderen in haar eigen kamer. Ze was daar net mee bezig toen een der kerels boven kwam en snauwend vroeg wat ze daar deed. Bedden opmaken, was het antwoord. Van wie is die kamer? Van mij, zei ze. De kerel ging niet naar binnen maar wierp er een blik in  en was overtuig van de waarheid van haar woorden. Alle andere kamers hebben ze van top tot teen onderzocht maar vonden niets. Hun misnoegen uitten zij daarover door te zeggen dat ze naar jongens zochten. Ze namen alleen wat melk mee uit een bus, waarvan ze dachten dat de inhoud zuur was gemaakt om te karnen. (Hetgeen waar was.) De bazin zei dat er ‘nieuwmelkte’ melk in zat (van een koe die dus pas gekalfd had) en niet kon verdragen om gekookt te worden.

De tweede sensatie van deze week maakte ik mee, toen ik in mijn eentje met paard en wagen knollen aan het laden was op het land. In eens doken zes geallieerde vliegtuigen neer en gooiden bommen. Een ervan kwam op 20 meter van een dichtbij staande boerderij neer en vernielde –wonder boven wonder- alleen maar de ruiten. Ik was plat op de grond gaan liggen, daar waar ik stond, vlak naast het paard. Een tweede bom ontplofte in de lucht op een 500 meter afstand van me af. Het paard sprong hoog op en ik liet haar maar in de steek en zocht een betere dekking in een holle weg. Er gebeurden gelukkig geen ongelukken.

De derde sensatie is de oplossing van het Schoonhetense raadsel. Vrijdagnacht opeens een razend donderend geweld (het best te vergelijken met een stuk of 100 zware dieselmotoren): de VI. Gisteren en vandaag kwamen er meer voorbij. Hij gaat op nog geen 50 meter voorbij ons huis en misschien 100 meter hoog. Hij gaat heel langzaam en je staat te schudden op je benen van het gedonder. In de buurt van Heeten zijn trouwens meer startbanen. Gisteren viel er een op 100 meter afstand van het huis  van ten Have – je weet wel, tante Trees ten Have-Kortenhorst – en ontplofte 1 ½ uur later, gelukkig zonder schade aan te richten. Vanmiddag kwam er weer een op van Schoonheten maar plofte weer meteen naar beneden en spatte met geweldig gedonder uit elkaar. Dat laatste konden wij niet horen, we dachten dat hij vlak bij ons lag en bleven een half uur in de kelder. We hoopten nog dat hij op de startbaan terecht was gekomen, maar sindsdien zijn er al weer twee langs gekomen. Het is een beroerd ding; je voelt je geen ogenblik zeker.  Boven Zutphen is er een ontploft: 150 doden!

Deze VI gaat niet hoog door de lucht, in tegenstelling met de VII die door de stratosfeer vliegt. Je kunt hem in Luttenberg elke dag zien opkomen en overkomen maar die is niet zo onrustverwekkend omdat die zo hoog gaat. De koeien en andere dieren zijn er bang voor en staan tijden lang te schreeuwen.

Ik wens jullie allemaal een Zalig Kerstmis. Mogen wij volgend jaar dit feest in Zwitserland onder gelukkiger omstandigheden vieren!

Groetjes,

Leo

PS: Van de gedienstige van tante Johanna kreeg ik een briefje: ze schreef dat tante Johanna 21 november na een wandelingetje in de keuken gevallen was en haar linker bovenbeen gebroken had. Ze is overgebracht naar een ziekenhuis. Haar andere been is ook vastgebonden om haar stiller te laten liggen. Suze dacht dat het wel lang kon duren. De dokter zou over een paar dagen weer een foto maken. Op 25 september zijn zij te voet uit Arnhem ’s morgens om 9 uur vertrokken naar Velp waar zij om halfdrie aankwamen bij een familie Sutherland (?) waar zij vijf weken bleven. Ze werden toen door het Rode Kruis opgehaald en naar een school gebracht waar zij ’s nachts koud in het stro lagen. Hoe lang ze daar bleef voordat ze naar Lochem vertrok weet ik niet. Arnhem, schreef Suze, was als oorlogsbuit door de D’s  geplunderd. Zij vroeg ook namens tante Johanna of ik zo gauw als ik het durfde of kon haar kwam bezoeken. Ik kan dat voorlopig natuurlijk niet wagen. De arme stumper heeft al heel wat meegemaakt!

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage, 22 december 1944

Beste Leo,

Vandaag maar een kort bericht om je de goede ontvangst te melden van je brief van 9 dec. waarin je de sinterklaasviering beschreef. Je weet reeds dat – behalve de aardappelen- al je pakken en pakjes goed zijn aangekomen. Het is een uitkomst voor ons en dankzij jouw goede zorgen mogen we dankbaar constateren, dat we nog in geen enkel opzicht gebrek lijden. Er is niet veel nieuws in het westen des land te beleven. De samenleving verkeert in ontbinding. Een ieder tracht zichzelf te redden. De meeste kleinere bomen in de stad in de verre omtrek zijn omgekapt en dienen als brandstof. Dagelijks trekken troepen mensen de stad uit om op het land nog iets eetbaars te kopen. Men moet hoe langer hoe verder van huis gaan om een kans te krijgen. Men trekt zelfs – te voet met primitieve wagentjes- tot voorbij Alkmaar en blijft dagen weg. Er komen velen niet terug – gestorven van honger en uitputting. Er is nu een Centraal Rederij bedrijf o.l.v. de heren Loensen en Hirschfeld en de burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam opgericht met toestemming der D’s  om georganiseerd aardappels en graan te laten halen. We zijn daaromtrent zeker niet pessimistisch en het vooruitzicht bestaat dat het aardappelrantsoen begin 1945 kan worden verhoogd tot 2 kg per week en het broodrantsoen van 1000 tot 1400 gr per week. Het weer was de laatste weken bar slecht en de stakkers die eropuit moeten trekken komen drijfnat thuis in hun koude, onverlichte woningen. Met kerstmis worden er nu, door bemiddeling der kerken, collectes in goederen in natura gehouden. Dat zal wel iets opbrengen, maar wat betekent dat tegenover de massale ellende?

Pit is maandag per fiets naar Amsterdam vertrokken en hoopt morgen in gezelschap van Elsebé terug te keren. Elsebé blijft – hopen we- de laatste week van het jaar bij ons. We kregen van Tukker een lekkere kip cadeau, dat komt ons goed van pas. En dan jouw spek en meel. We zullen het best hebben en drinken je vanuit de verte een zalig kerstmis toe. Als het jaar maar weer achter de rug is, dan stijgt onwillekeurig de hoop. Dat is weliswaar gezichtsbedrog maar het is een feit, dat de mens beter bestand is tegen ellende bij het begin van een nieuwe periode dan tegen het eind van de oude periode.

Heel veel groeten van ons drieën,

Vader

 

 

 

Den Haag, 22 december 1944

Lieve Leo,

We hopen dat er vandaag een auto oostwaarts vertrekt en deze brief dus vlug in je bezit. Dinsdag stuurde ik via een andere koerier een pakje aan je op met 7 sigaretjes voor jou, en voor het gezin wat koffiesurrogaat + eenige echte koffieboonen. Bovendien twee sloopjes, die ik vuurig hoop, dat je gevuld met grutterswaren en peulvruchten kan terugsturen. Ik zit krap met aanvulling op brood en smacht naar pap of deeg. Stuur ze liefst apart teneinde  het risico te verdelen. Je bent een engel als je wat voor me kan doen. Wat kan ik voor jou doen? Ik hoop dat de kerstdagen wat gezelligheid voor je brengen. Heb je nog wat aan onderduikers uit de buurt?

Hartelijke groeten en veel goede wenschen en tot spoedig ziens. Liefs van je

Hes

 

 

Amsterdam, 22 december 1944

Lieve Leo,

Deze brief wordt je overhandigd door Trees Hiltermann: Haar broer Hans is verloofd met Carla, haar vader is zoals je weet een oude studievriend van Vader.

Haar vader is laatst uit Hilversum naar Amsterdam gefietst en is op de terugweg van uitputting in elkaar gezakt. Vandaar dat Trees zo ver gaat fourageren. Als jullie haar zouden kunnen helpen met een en ander?

Ik heb hier een Deventer vriendinnetje: Betty Janssen die op het ogenblik ook bij mij woont. Zij en ik hebben het plan opgevat om ook te gaan want we hebben niets om de winter mee door te komen. De boeren in Noord Holland zijn wel enorm geschikt maar vet kun je daar ook niet krijgen en dat is toch eigenlijk wat je nodig hebt. ’t Is wel een grote tocht maar het moet lukken. Zouden we eventueel in Heeten kunnen slapen? Betty moet alleen een fiets zien te lenen bij een tante. Als dat lukt dan komen we. Ons plan is de eerste week van januari (zaterdag 6 jan.).

Zou je Trees een antwoordje mee kunnen geven en misschien al een klein pakje? Ik hoop dat jullie ons wat hulp kunnen bieden.

Heel veel liefs, een Zalig Kerstfeest en Nieuwjaar voor de familie en voor jou en ik hoop tot over enkele weekjes van

Elsebé

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 25 december 1944

Brief no. 15

Lieve Moeder,

Deze week is er een geweest vol wederwaardigheden, die nauwelijks in de juiste volgorde na te vertellen is, ik zal het nochtans proberen. Het lieve leven begon dinsdagochtend om 7 uur. Ik schreef je al dat vlak in onze buurt, in de Schoonheetense  bossen, de VI werd afgeschoten. Nu wil het geval dat er vanaf dien tijd meer en meer projectielen in de gemeente Raalte vielen in plaats van de gemeente Londen. De VI komt rakelings langs ons huis. Het was dinsdag nog donker toen we in Schoonheeten er weer een hoorden afschieten. Hij was ons nauwelijks genaderd toen de motor afsloeg. Wij als hazen de kelder in waar we twee uur bleven zitten. Toe het wat lichter werd zijn we naar een buurman gevlucht onder medeneming van een paar kledingstukken. Het bleek dat de bom op nog geen 200 meter van ons huis af lag. De baas en de vrouw gingen naar Overmeen, je weet wel Aarnink, het ouderlijk huis van Boer’s Jan. Tegen de middag besloten wij eens in huis te gaan kijken. Het vee stond schreeuwend, zonder voer, op stal. De bom was over de weg geschoven, had daar een oude man gedood die op weg was naar Heeten en lag vlak bij ons in het bouwland. Gauw melken en voeren, hetgeen een zenuwachtig werk was met zo’n grote sigaar naast ons, en toen gauw weer weg. We sliepen bij een andere boer in het stro.   De volgende dag zouden ze hem in de lucht laten vliegen. We haalden zo veel mogelijk alles weg maar lieten het vee staan. ’s Nachts (welke dag dat was weet ik niet meer) vielen weer twee VI vlak bij ons, ditmaal iets verder bij een buurman tussen het huis en de schuur. De hele dag reden we heen en weer met beddegoed en ander huisraad. We speculeerden erop dat ons huis bij de ontploffing niet zou instorten, bleven in huis maar sliepen ’s nachts ergens anders. De D’s schoten nog steeds door met hun VI. In totaal lagen er nu een stuk of 6 bij ons in de buurt op de grond. Een explodeerde direkt nadat hij op de grond terechtkwam maar er vielen gelukkig geen slachtoffers. Al onze spulletjes en onze Deventerse vluchtelingen hadden we bij de buurman  ondergebracht. De Deventenaren vertrokken twee dagen later weer naar huis onder veel tranen.

Op een middag kwam ik net weer met paard en wagen naar huis dwars door het ‘niemandsland’ (want daar leek het veel op) toen ik een paar Duitsers bij onze bom zag prutsen. Meteen kwam me een man achter op die me zei dat ik gauw weg moest gaan want ze zouden hem in de lucht laten vliegen. Zo hard ik kon reed ik naar huis waar een paar van de jongens nog waren. We zochten gauw dekking in een bosje 1000 meter verder. Er kwam een daverende slag en gauw kwamen we het bosje uit om te kijken: het huis stond er nog. We zochten weer dekking want nu zouden ze de andere bom, tussen de boerderijen iets verder, laten springen. Toen dat gebeurd was (de betreffende boerderijen werden weggevaagd) gingen we naar huis: alle ruiten waren gebroken, het dak was iets scheef weggezakt, de pannen waren verschoven maar het vee was gezond en wel. Het huis was overigens nog goed bewoonbaar.

Bij de kerk waren ook al een paar VI’s tot ontploffing gebracht, voordien hadden vrouwen en kinderen Heeten al verlaten. Alles is doods en verlaten. We hadden nu een plan gereed: de jongens, Dora en ik zouden overdag blijven en het melken verzorgen (het kleinere vee en de paarden waren naar Overmeen gebracht), ’s nachts ergens anders slapen, terwijl de baas en de vrouw bij Overmeen bleven. Dit plan werd echter weer door een nieuwe VI in duigen gebombardeerd; gisteren (zondag) viel er weer een vlak bij (500 meter) op het voetbalveld, een ander vlak bij de kerk, waar geen ruit meer in is en steenkoud bij de huidige strenge vorst. We besloten nu het vee en de rest er maar uit te halen. Gisterenochtend kwam ik na de kerk weer bij huis om mee te helpen het vee te verhuizen. Ik keek eerst eens naar de bom (5 meter lengte) en zag er alweer twee moffen bij prutsen en toen opeens hard weglopen om dekking te zoeken. De jongens waren net ook allemaal in huis bezig. Ik schreeuwde ze allemaal bij elkaar en we gingen plat in het weiland liggen. Weer een daverende slag, de achterdeuren (groter dan de kerkdeuren) werden finaal uit hun rail gelicht en bleven scheef hangen, het rieten dak zat vol scheuren en de ruitjes op de deel waren eruit gelicht. Het vroor dat het kraakte en het vee stond zo goed als in de buitenlucht. De gebouwen hadden nog wat meer scheuren maar waren gelukkig nog steeds verre van onbewoonbaar. Boeren en hun buren waar het vee heen zou gaan  stroomden van alle kanten aan om het vee te halen. Midden door het zondagse maar grotendeels verlaten Heeten stroomde het vee van Boer’s Jan. Ook in deze streek stonden de gauwdieven klaar. Vrijdagnacht haalden ze bij ons twee biggen uit het hok en slachtten ze, ook de konijnen van Dora namen ze mee. Het vee is nu verdeeld over vijf verschillende boeren. Het melkvee, de pinken en de pinkkalveren in de Bergschhoek, dat is een uur lopen aan de andere kant van Heeten, mijn schaap en Jan zijn geit bij Overmeen  waar ze door de kinderen vertroeteld en vetgemest worden, (gelukkig hadden ze daags voor de diefstal het schaap gehaald, anders was die ook vast gestolen want hij stond vlak naast de varkens). Hein, Willem en Bernard zijn bij het vee in de Bergschhoek ingekwartierd. Dora, Jan en ik zijn in de kost bij de smid in Heeten (vrienden van ons, waar we het heel goed hebben). Dora en ik slapen ’s nachts bij de reeds eerder genoemde buurman waar ik boer-baas over twee melkkoeien, twee kalfjes, twee varkens en de beide werkpaarden ben. Jan slaapt bij de smid, waar we het heel gezellig hebben. Ik neem ’s ochtends en ’s avonds melk mee, verder hebben we hier onze weckflessen, worsten, spek enz. dus honger lijden doen we niet.

Je kunt je haast niet voorstellen wat we allemaal hebben meegemaakt. Zaterdag moesten we naar een begrafenis, we konden ons nauwelijks aankleden, want alles lag door elkaar en was zoek. Langzamerhand zal alles wel op orde komen en geregeld gaan. We moeten nu elke dag met voer naar de verspreide plaatsen waar het vee staat, rijden.

Vandaag is het Kerstmis maar het leek er niet veel op. Niets geen plechtigheden in de kerk, waar alle ruiten uit zijn en steenkoud; de kerk blijft leeg. Vandaag bleven de VI’s uit. (Tot dusver.) Maak je niet ongerust over me, waar ik nu slaap ben ik veilig voor de VI.

Zaterdag ontving ik pas Vaders brief van 30 november en waarop het couvert met potlood aangetekend stond, dat je het ene pakket ontvangen had. Vader schrijft me over vloeitjes in grote hoeveelheid die hij me gezonden had: Ik heb die echter jammer genoeg niet ontvangen. De boeren moeten hier suikerbieten en wortels leveren voor de stad. Jammer dat die kerels de aardappels niet afgegeven hebben. De eer vorige week stuurde ik per onze koerier een groot stuk vlees en een pond boter, is dat overgekomen? Ik weet niet wanneer ik mijn kaas kan versturen, ik weet ook niet waar ik hem heb maar hij is wel meegekomen. Mijn eigen spullen zijn bij verschillende  boeren, als ik weer eens tijd heb zal ik de boel uitzoeken.

Zojuist, dus op kerstavond, viel weer een naar beneden, achter de kerk, ditmaal vloog hij in brand, maar ontplofte toch niet. Hij zal het nu ook wel niet meer doen want het is een uur geleden. In Heeten zijn al veel ruiten gesprongen. Er bestaat hier nu en wachtploeg die dag en nacht waakt en in geval dat er een valt direkt alarm slaat. Daarnet ook ging een schoolmeester door Heeten met een toetertje en schreeuwde; deuren en ramen open! ’s Nachts staan alle mensen op als er een valt. Het gekke is juist dat ze meestal ’s nachts mislukken. Je kunt je dus voorstellen hoe onrustige nachten we in het begin hebben gehad maar langzamerhand zijn we er aan gewend. Zoals ik al schreef, maak je niet ongerust want waar ik nu slaap lig ik buiten zijn bereik.

Kunnen jullie me ook een klein opschrijfboekje voor het nieuwe jaar sturen. Dat doet mij eraan denken jullie allemaal een Zalig Nieuwjaar te wensen. Ik geloof vast dat dan de oorlog afgelopen zal zijn!

Je vraagt me nog hoe het met de gijzelaars afgelopen is: ze zijn vrijgelaten nadat het gemeentepersoneel teruggekeerd was.

Mijn adres is nog steeds Leo Kortenhorst Heeten, dan vinden ze me wel want ik ben nu eens hier dan eens daar. Ons koeriertje kan je naar de smid sturen waar ik overdag eet. Zijn naam is J.A. Vegterlo, hij woont tegenover het postkantoor. De post kan je daar ook wel heen sturen. Een vast adres heb ik eigenlijk niet.

Deze brief wordt meegenomen door iemand die naar Den Haag gaat.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

Den Haag, 27 december 1944

Brief 18 (Vader stuurde van de week per koerier No. 17 maar vergat te nummeren)

Lieve Leo,

Vandaag konden we je prachtpakket met 10 pond vleesch en 2 pond boter afhalen waarin verpakt je brief van 13 december (ongenummerd). Alles is prachtig overgekomen en het vleesch volkomen frisch. We kregen op kantoor bericht van het departement van financiën dat er een pak in de Surinamestraat afgehaald kon worden, dit is dus met een van de departements auto’s meegekomen. Het is volkomen vertrouwd want het wordt slechts tegen een reçu afgegeven; er stonden drie auto’s en alles vol pakjes. Een van de vroegere bediendes van de Witte, Theo, is nu bode op het departement en door zijn bemiddeling gaven we de laatste brieven mee, misschien is dit de retourzending. Maar het is ook mogelijk dat dit weer over Keller loopt. Ik zal nu proberen of ik over een van die beiden je wintergoed kan meegeven, anders moet het wachten tot Pit of Elsebé bij je komen. Pit wacht op een Ausweis om over de IJssellinie te komen en Elsebé is van plan  met haar fiets en een aanhangwagentje met een vriendin uit Deventer naar jullie te vertrekken. Ze gaan dan over Amersfoort, ik ben er wel een beetje benauwd over. De voedselpositie is hier in het Westen  in één woord ontzettend. Ik praat nu niet over onszelf, wij zijn nog bijzonder bevoorrecht maar het gros van de menschen moet leven van 125 gram vleesch, 1000 gram brood, 50 gram kaas, 1 kilo aardappels en nauwelijks groente per week. Zwart is haast niet meer te krijgen of tegen ontstellende prijzen. Men betaalt b.v. f 500,- voor een mud aardappels, f 6,- voor een liter melk, f 18,- voor een brood, f 60,- in een restaurant voor een bordje watersoep, een balletje gehakt, 3 aardappels, wat groente en een waterpuddinkje. Je voelt de chaos en het oproer dichterbij komen, de menschen raken in wanhoop. Wij kunnen niet dankbaar genoeg zijn voor alle hulp die we krijgen: sinds drie weken krijgen we flink vleesch (cadeau) en nu weer dat prachtige stuk van jou! Verder sinds vandaag de toezegging dat we per week 28 kilo aardappels mogen halen bij de baas van Toon (ik hoop dat je het begrijpt). Vader ging de eerste 28 kilo halen vandaag en gaat maandag weer, een heel pak van mijn hart. Ik heb nu ook aardig wat boter in de pekel die ik van jou kreeg, ik kocht ook nog een paar fleschen olie bij en Vader kreeg van een vriend enige kilo’s peulvruchten. Dat we je zending boter, spek, havermout en meel via Apeldoorn hebben aangekregen per Vrij Nederland zal je nu al wel weten. Zover ik weet is er niets anders gestolen dan het mud aardappels. Vlak voor kerst kregen we van Tukker uit Beekbergen een mooie kip en 15 eieren. Je begrijpt hoe we aan ons kerstontbijt smulden van gebakken eieren met spek en ’s avonds van de kip! Die goeie Hiltje stuurde ons nog een pakje meel per post. 

Intussen stuurde ik je behalve zo nu en dan vloeitjes, een brief met je hoed, een stuk zeep en als ik me niet vergis in een koerierspakje nog een stuk zeep en shag (of cigaretten) voor jezelf. Als ik de kans krijg weer een pakje mee te geven stuur ik shag voor Speelman. Heb je nu  dus  stukken zeep in je bezit? (En de shag en rondjes?)   (Rondjes zijn cigaretten!!! Bedenkt Laet zich anno 2005 ineens!!)

Die slachtoffers met de VI ontploffing vallen onder de burgers altijd erg mee, meestal geen of een enkele maar wel enorme glasschade en glasverwondingen. In Wassenaar zijn twee startbanen die gebombardeerd worden, vandaar ons wegkruipen in weggaten als we met helder weer naar Oegstgeest fietsen. Een paar dagen geleden werd de flat Marlot in de prut gegooid omdat daar de manschappen van de VI wonen. Nu zijn de Roesfamilie en hun gastgevers binnen drie uur uit hun villa gezet om de manschappen dáár te laten wonen!

Als je nog geen bericht van de Robaver uit Deventer hebt schrijf hen dan even, ik liet het geld al een paar weken geleden over schrijven.

Elsebé is hier zaterdag per fiets aangekomen met mooi weer en tot Leiden begeleid door Pit die in Amsterdam was geweest. Echt gezellig haar hier te hebben hoewel we het wel allemaal flink te kwaad hebben van de kou, we moeten heel zuinig stoken. Gewikkeld in plaids en jassen genoten we toch gisterenmiddag van een concert van Cor de Groot in Diligentia. Gisteravond bij de buren de Groot, niet erg geslaagd.

Oudejaarsavond zullen we met een soupertje vieren met de familie Rümke: we leggen botje bij botje oftewel grammetje toast bij toast, grammetje vet bij boter, vleesch bij blikje truffels, fleschje bij fleschje en zoo zullen we met vereende provisie er in slagen een daverend souper samen te stellen.

Mevr. Kortenhorst gaat met een zak aardappelschillen de boer op om terug te keren met een paar fleschen melk en zoo komen we er wel. Ik hoop dat we de tijd nog mogen beleven om er gezamenlijk over te kunnen lachen.

En nu lieve jongen mijn slot: ik wensch je een zalig oud en nieuw toe en hoop en vertrouw dat alles spoedig voor ons moge veranderen, dat we je gauw en rustig weer in ons midden mogen zien. We danken jou allemaal heel bijzonder voor de goede zorgen die je aan ons besteedt. Breng de familie ook onze beste wenschen over en dank hun ook nog eens namens ons voor hun lieve vriendschap en gastvrijheid aan jou betoond.

Een dikke kus van

Moeder

Gelukkig en gezegend Nieuwjaar, Vader

Lieve Leo, tot spoedig ziens. Ik zal Jordaanwaarts gaan om vloeitjes voor je op de kop te tikken. Zalig nieuwjaar en groetjes van Elsebé.

Wil je niet de verkeerde gewoonte van reden overnemen om over vee’s te spreken: wij zeggen ‘vliegende bommen’. Denk je eraan bijtijds over de IJssel naar den kant te komen, wanneer de geallieerden er langer dan een week over zouden doen om het IJsselfront te forceren. Hoe lang duurt het nog (jij weet het toch wel?). Het beste in het komend jaar! Jan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage, 1 januari 1945

19

 

Beste Leo,

Morgen kan ik deze brief langs de kortere en snellere weg zenden zodat ik je nog het laatste nieuws kan meedelen. Zoals Moeder je al schreef zouden we oud en nieuw bij onze overburen (Rümke) vieren. Zo is ook geschied. We kwamen om negen uur samen en begonnen met een reisje naar Montana, door Jan vertoond. Daarna las ik een paar toepasselijke sprookjes van Andersen voor, dat alles opgeluisterd door een kop thee met appelbeignets, die voortreffelijk smaakten. Intussen was de tafel voor het souper gereed gemaakt. Dankzij de onderlinge samenwerking hadden we een voortreffelijk maal: hors d’oeuvres variés, kippesoep, lever met puree, fruitsalade, koffie, cognac en een machtige voor-oorlosche sigaar! Wat wil je meer? Juist om 12.00 uur werden vier vliegende bommen afgeschoten waarvan twee of drie mislukten en op Den Haag neerploften. Het was een enorme klap. De volgende morgen merkten we dat ook in ons huis een grote ruit gesprongen was nl die van de deur van mijn kamer. Dat is een beroerde strop, want we kunnen maar één kamer verwarmen en juist die, waar de ruit kapot is. Jan heeft met karton het gat solide dichtgemaakt. We zullen nog trachten een nieuwe ruit te krijgen maar dat zal wel niet gaan. We hebben het gisteren erg laat gemaakt en kwamen pas om drie uur in bed. Het was bijzonder gezellig en we zijn aan die vliegende bommen al zo gewend dat ze de stemming niet konden verstoren. Er zijn in de straat nog veel meer ruiten gesprongen o.a. in de flat op de hoek en aan de overkant. Vandaag bijna de hele dag luchtalarm door verschillende overvallen op de startbanen. Telkens dreunde het huis door de bominslagen maar het heeft niet veel geholpen.

Vrijdag zijn we met ons vieren naar Leiden en Oegstgeest gegaan; Jan wandelend, Moeder, Elsebé en ik per fiets. Terug ging Jan op mijn fiets en ik te voet. Het was prachtig weer en we troffen de families in welstand aan. We lunchten bij Pit en Suus en speelden met ons kleinzoontje. Het is een leuke, flinke baby en we hadden veel plezier met hem. Je weet toch al dat in mei een tweede spruit in Oegstgeest verwacht wordt? Suus maakt het best en heeft dezer dagen nog schaats gereden. Wij hebben nog niet op het ijs gestaan. Gisteren en vandaag dooide het weer. Gelukkig maar, want als de vaarten en kanalen dichtvriezen is de ellende niet te overzien. Ik stuur je hierbij een krant waarin je lezen kunt dat de jonge mannen zullen worden opgeroepen voor de arbeidsdienstplicht. Of de razzia’s nog door zullen gaan is niet te voorspellen. In Amsterdam zijn geen razzia’s gehouden. De honger is een scherp zwaard en verwacht wordt dat vele noodgedwongen – onderduikers krijgen geen distributiebescheiden meer – zich zullen aanmelden. We zullen maar afwachten. De oorlog zal toch wel eens tot het verleden behoren en we zijn het wachten gewend geraakt. Vanmiddag dronken we thee bij Hes. De flat is weer verwarmd; dat is een grote verbetering. De kou werkt deprimerend. In sommige delen van de stad is er nog elektrisch licht maar het is verboden daarvan gebruik te maken. Zware straffen (o.a. de doodstraf) zijn op overtreding van dit verbod gesteld. Het enige wat nog functioneert is de waterleiding en de zwarte handel. Het houthakken gaat lustig door maar daar zijn ook risico’s aan verbonden. Mijn vriend Nol Kühn is verleden week in zijn tuin van een ladder gevallen. Eerst werd gemeend dat hij een wervel gebroken had maar gelukkig is het bij een gescheurde spier gebleven. Hij moet een paar weken plat blijven liggen. In onze tuin staan twee bomen maar we bewaren die als laatste reserve. We kunnen voorlopig zuinig aan stokende, nog op een gewone manier de kachel brandende houden. Het eten uit de centrale keuken is nog steeds erg matig: slechts een maal per week stamppot van kool met suikerbieten en verder goede soep of pap. Gelukkig dat we weer aardappels en geregeld vlees hebben. Het hele leven draait tegenwoordig om ‘eten’, maar daarnaast wordt er veel gelezen en gezelligheid gezocht.

Ik hoop dat deze brief je snel bereikt, woensdag vertrekt de koerier naar Deventer en neemt hem mee.

Groetjes,

je vader

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 5 januari 1945

Brief 19

Lieve Leo,

Dit pakje en brief gaat weer mee met de koerier van de heer Keller. Mocht het zijn dat je alleen deze brief krijgt en niet het pakje, dan betekend het dat er geen rechtstreeksche koerier en Vader dus alleen de brief afgeeft zonder het pakje. Indien je het wel ontvangt dan is de inhoud: 2 wollen onderbroeken, 2 dito borstrokken, een pakje sigaretten voor jou en shag voor Speelman en een pakje vooroorlosche Persil. Zeg aan Dora dat ze dat alléén gebruikt voor je wollen ondergoed en dat het sop bijna koud moet zijn anders krimpt het zóó dat je het niet meer kunt dragen. Als ze het alleen voor deze borstrokken en broeken gebruikt kan ze er de winter mee toe want ik heb haast niet meer.

Je brief van 25 december kregen we op 2 januari – wat ontzettend hebben jullie er van langs gehad, we kunnen ons alles levendig voorstellen want ook hier wordt het vreselijk en vluchten kan je niet want waar moeten we heen. Ze worden ook in Bloemendaal en omgeving afgeschoten en kunnen dus ook op Amsterdam of Haarlem neerkomen. Op oudjaarsavond schoten ze er vier tegelijk af om 5 minuten voor 12, er gingen er drie mis waarvan een dicht in onze buurt n.l. de Wassenaarseweg. De grote spiegelruit van onze openslaande deur in onze eet-zitkamer aan gruzels. Zondagmorgen maakte Jan aan twee kanten karton waartusschen een deken. We hebben het nu niet koud maar zitten erg donker hetgeen erg is als straks ons licht wordt afgenomen. Je schrijft me dat ik niet ongerust moet zijn, dat ben ik over jou ook niet in hoogere mate dan over ons allen want ik ben me steeds bewust dat elke minuut van jou of van een van ons allen de laatste kan zijn. We mogen van geluk spreken als we er werkelijk allen levend en gezond vanaf komen. Hier is natuurlijk het voedselprobleem erbij. Sinds een week komen er geen aardappels meer aan en ook geen groente, zelfs niet zwart. Nu heb ik een voorraadje gedroogde groenten en verder peulvruchten en goddank heeft Vader van de baas van Toon 2 mud aardappels gekregen. We zullen nu proberen samen per fiets uit het Westland nog groente te halen, vleesch krijg ik geregeld van een vriend van Vader maar we moeten het halen uit Rotterdam. De boter wordt zuinig gebruikt en dat gaat dus ook nog.

Je brief moet nu gesloten zodat Vader je lange brief dezer dagen nog uitvoeriger beantwoordt. Vanmiddag kwam er een brief van 9 december die je aan een koerier had meegegeven en niet meer dat zelfde mannetje gebruiken want hij kwam pas vandaag aan!! De verschillende pakketten die je zond zijn allen aangekomen, ook vleesch, boter en eerder het pak meel, havermout, boter en spek. Ontving je van mij de postbrief waarin je hoed? Dag lieve jongen, dikke zoen van Vader en Moeder.

 

 

 

 

 

's Gravenhage, 8 jan 1945

Brief 20

Beste Leo,

Moeder heeft je brief van 26 dec. – persoonlijk door de heer Mulder op mijn kantoor bezorgd- slechts vluchtig kunnen beantwoorden en je in het vooruitzicht gesteld, dat ik er wel meer uitvoerig op zal terugkomen. Nu ik deze bief van jou nog een doorlees zie ik dat er eigenlijk niet veel te vragen over blijft. Je hebt alles zo duidelijk en uitvoerig meegedeeld dat we ons een  duidelijke voorstelling kunnen maken van de consternatie  over de vliegende bommen en over de ontruiming van de boerderij, waar je zo veel maanden gastvrijheid hebt genoten. Het moet een hard gelag geweest zijn voor het hele gezin en vooral voor de ouders om hun huis en hof te verlaten. Maar boeren zeggen gewoonlijk niet veel en houden hun gevoelens voor zich. Ik begrijp uit je brief dat de boerderij niet onherstelbaar vernield is en dat de ontruiming erna grotendeels uit wijze voorzorg geschied is.

Je zult nu wel iets willen vernemen van hetgeen er in het westen voorvalt. Ik stuurde je de krant waarin aangekondigd was dat alle mannen van 16 tot 40 jaar zich zouden moeten melden om gedeporteerd te worden. Verleden week vrijdag 5 januari moest deze aanmelding (bij de arbeidsbureaus) geschieden met voortzetting op zaterdag 6 en maandag 8 januari. Blijkbaar is de bereidheid om zich aan te melden door de D’s opgevat als vrijwillig geschied, want ook jonge lieden met voorlopige Ausweisen, met vrijstelling die zich kwamen presenteren kregen te horen dat ze dan en dan en daar en daar moesten aantreden. Ze konden dus voorlopig weer naar huis gaan. Hoeveel mannen zich gemeld hebben en hoeveel er op het appèl verschenen zijn om weggevoerd te worden is thans nog niet bekend. Het moeten er niet weinig zijn want de honger drijft de mensen tot wanhoop en velen zeggen: Als ik mij meld is er thuis een eter minder en krijgen mijn huisgenoten een extra rantsoen. De loop van zaken was reeds te voorzien geweest toen bekend werd dat de toeloop bij de Organisator Tod zoo groot was dat er geen nieuwe gegadigden werden aangenomen.

Deze nieuwe maatregel der DDT kwam op hetzelfde moment dat de Centrale Rederij begonnen was met de aanvoer van aardappelen en graan uit het oosten. De schippers en allen die bij de voedselvoorziening en de openbare diensten werkzaam zijn (waaronder Jan en Pit) hadden de toezegging ontvangen dat ze Ausweisen zouden krijgen en dus veilig zouden zijn.

Het sprak dus vanzelf- gezien de hongerdood die de massa der bevolking aangrijnst- dat de autoriteiten alhier (Klauwers enz.) deze Ausweisen heeft aangevraagd. Daarmee staat en valt de voedselaanvoer en distributie want er is nog voor geen twee weken voedsel meer aanwezig. En plotseling verschijnt door de radio vanuit Londen het verbod om Ausweisen aan te vragen!!! Het staat er wel niet met zoveel woorden want de schrijvers van zulke onzinnige bevelen missen het vermogen om hun gedachten duidelijk uit te drukken maar volgens insiders was het de bedoeling van het verbod wel degelijk tegen het aanvragen van de Ausweisen gericht. Blijkbaar willen de ondergrondsen samen met Londen een chaos doen ontstaan en ze vonden dat zo belangrijk dat zij daarom de levens van 4 miljoen mensen wilden inzetten! Tegen dit bevel van onze Regering bestaat hier grote  verontwaardiging en geen mensch denkt er maar een moment over de regering in deze roekeloze en onverantwoordelijke politiek te volgen. Er is maar een landsbelang op dit moment nl dat de bevolking in het westen niet van honger omkomt. Bovendien hoe hongeriger en wanhopiger de mensen worden, des te meer melden zich de mannen ‘vrijwillig’ aan. Onze regering speelt in haar onverstand dus juist in de kaart van de D. Van alle kanten wordt geprobeerd in de aller grootste nood te voorzien. Een van die maatregelen was een collecte van goederen in natura in de kerken. Nu is daar nog bij gekomen een actie om kinderen elke week een maal in een gezin dat het nog beter heeft zich eens tegoed te laten doen. Morgen krijgen we ook zo’n kind. Een jongen van 12 jaar op school bij de broeders in de Paramaribostraat. Moeder heeft een grote schaal stamppot van kool met een flink stuk ossetong voor hem klaargemaakt.

Onze eigen voedseltoestand is nog steeds bevredigend. Gelukkig heb ik een paar mud aardappelen cadeau gekregen van de organisatie van Toon (Daalderop). Verder is Aard Schipper, tenminste dat was zijn plan, met een auto naar het noorden vertrokken om te foerageren voor een aantal mensen, waaronder ook wij. Verder geven jouw pakketten ons zeer welkome steun en tenslotte kan ik elke week in Rotterdam een stuk vlees laten halen dat door een van mijn mensen op kantoor per fiets hier gebracht wordt. Vandaar nu en dan een ossetong. Intussen is onze brood voorziening precair. Zend dus vooral tarwe en roggemeel via het bekende adres in Zwolle; Overijsselsche Waterleiding Maatschappij. Elke 14 dagen vertrekt er een vrachtauto van Zwolle naar Den Haag en ik heb afgesproken dat jij of anderen telkens pakjes tot 5 kg gewicht mee mogen zenden. Tot nu toe zijn je zendingen altijd goed over gekomen en we hopen dat dat zo blijven zal.

Elsebé is zaterdag per fiets met een uit de wielen van jouw oude fiets gemaakt karretje achter zich weer naar Amsterdam vertrokken. Ze is van plan je – zodra het weer wat verbeterd- te komen opzoeken en met rijken buit terug te keren. Ze belde zaterdag uit Amsterdam op, meldde behouden aankomst en vertelde dat Trees Hiltermann bij jou geweest was en dat ze een heerlijk pakketje voor haar (Elsebé) had meegebracht. Met tante Johanna gaat het niet goed, en wordt erg zwak, is dikwijls in de war en ook haar hart is niet in orde. We verwachten niet dat ze het nog ophaalt. Het is wel zielig om zo aan je eind te moeten komen na een lang leven steeds veilig en rustig in een eigen omgeving geleefd te hebben. De reis van Pit zal wel niet doorgaan, vooraleerst door de razzia’s en vervolgens omdat hij op kantoor niet gemist kan worden.

Je zult je misschien afvragen wat er nu verder zal gebeuren met het oppakken van de mensen die zich niet vrijwillig hebben gemeld? We weten dat zelf ook niet. Verwacht wordt dat, gedurende die eerste tijd er helemaal niets zal gebeuren omdat het uitreiken van de Ausweisen wel geruime tijd zal vorderen en er geen manen gepakt kunnen worden voordat de vrijgestelden van de nodige papieren zijn voorzien. Daarom wordt verwacht dat zo nu en dan op straat controle  gehouden zal worden, maar dat zal er wel vanaf hangen hoeveel mannen er langs andere weg al gevangen zijn. In Rotterdam bijvoorbeeld wordt geen enkele 'Aktion'  meer verwacht omdat daar bij de razzia’s in november plusminus 50.000 man zijn opgepikt. De controle zal in Amsterdam wel het strengste zijn omdat daar nog niets gebeurd is tot nu toe.

Verleden week heeft Jan nog een winterfilmpje vertoond. Maak je niet ongerust, hij heeft er niet over geknoeid en hij heeft de band ook niet bedorven. Het ging uitstekend.

Vandaag ben ik naar Leiden gefietst om Tony Barge te bezoeken. De familie, waartoe permanent de geëvacueerde Tante Corry en Jantje behoren, woont op één kamer en eet in de keuken. Het is dus wel benauwend maar het kolengebrek is zelfs daar nijpend. Helène is voor kerstmis met een auto mee geweest die in Groningen en Friesland voor de Barges en hun vele vrienden levensmiddelen is wezen halen. Ze is tien dagen weggebleven en had op haar reis veel succes.  De Leidse vrienden zitten dan ook nu weer goed in hun boonen, erwten en meel.

Moeder vraagt of je zeep ontvangen hebt. Ze zond je twee maal telkens één stuk. Verleden week heeft Moeder je via Zwolle je winterkleren gestuurd. Zodra je die ontvangen hebt zul je wel uit jezelf de goede aankomst melden. Nu Leo, al is het oorlogsnieuws nog niet zó dat we daaruit een spoedig eind kunnen voorspellen. Als ik het verloop van de oorlog in 1918 naga dan vind ik toch wel enige parallellen die hoopvol stemmen.

De laatste loodjes wegen het zwaarst, dat ondervind ieder op zijn eigen manier maar we blijven vol goede moed. Groet de familie hartelijk van ons en zelf beste groeten van ons drieën en Hes. t.t. (stout a tooi)

Vader

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 9 januari 1945

Beste Leo,

Je laatste brief aan Vader en Moeder kom ik ook maar eens beantwoorden. En wel om te zeggen, hoe ik met jullie allen te doen heb. Het moet voor den boer en zijn vrouw ontzettend zijn om zoo huis en hof te moeten verlaten. En om dan af te wachten wat er dan nog van je eigendommen heel blijft!

Wie had dat nu ooit kunnen denken, dat je zelfs daar niet veilig bent voor den mof en hun duivelsche vindingen. Weet je nog hoe wij juist bij jullie de copieën van onze documenten en administratie veilig achten? En nu stel ik me voor, hoe ook het bewuste brandkastje per boerenkar naar elders is vervoerd. Dezen tijd, die jij daar meemaakt, zal je wel nooit vergeten, interessant maar ellendig.

Gelukkig dat jij daar zooveel vrienden hebt en nu ook weer bij den smid onderdak hebt gevonden.

Ik ben benieuwd of Elsebé’s plan om je op te zoeken en te fourageren nog doorgaat, nu het overal sneeuwt!

Heb je mijn brieven + pakjes ontvangen, het pakje met een paar sigaretjes en wat koffie en verder twee onbescheiden sloopjes met dringende bede om deze per veilige koerier gevuld, aan mij terug te sturen.

In onze flat hebben we met een volslagen gekke directie te doen: er zijn kolen voorradig om te stoken. Ergo, men stookte niet maar liet ze gedeeltelijk stelen. De bewoners kregen één kit kolen! Het ging vriezen, er gebeurde niets. Het ging dooien en… men ging stoken, zoo warm, dat de ramen open moesten. Nu vriest het weer en het sneeuwt, ergo: de verwarming gaat uit en we krijgen weer een kit kolen! Wie snapt dat?, wij niet.

Zoo zie je dat het leven nergens makkelijk is, ook als het makkelijk kan zijn.

Houdt je goed, en ontvang mijn hartelijke groeten.

Liefs, van je

Hes

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 24 januari 1945

Brief no. 17

Lieve Moeder,

Ik ben weer zo’n beetje opgeknapt van een kwaadaardige griep, waar ik ongeveer twee weken zoet mee geweest ben, hoofdzakelijk in bed. Daarbij kwam nog bloedvergiftiging aan mijn linkerhand. Aan mijn nagelriem had ik een klein velletje ingescheurd hetgeen tijdens mijn ziekte is gaan zweren tot onder de nagel. Ik lag eerst ’s nachts in het stro en overdag in een vochtig bed, waar anders ’s nachts de meisjes lagen. Gelukkig gaan gedurende enige tijd de vliegende bommen niet meer zodat ik nu sinds een week in een goed bed bij de smid slaap waar ik ook direkt warm eten kan krijgen. (Eerst moest dat in een pannetje naar me toe gebracht worden, zodat het onderweg weer koud werd. De boer was ook niet zo vriendelijk om me eten te brengen en keek de hele dag niet naar me om.) Ik slaap nu hier bij de smid ’s nachts alleen in huis, want dit gedeelte van Heeten wordt ’s nachts door de bewoners verlaten vanwege het gevaar van de vliegende bommen.

Ik heb de dokter ook laten komen: ik stond stomverbaasd opeens Bram de Blécourt voor mijn bed te zien staan. Hij was de vorige dag op een fiets met houten banden uit Leiden gekomen en is nu assistent van dokter van Douveren uit Raalte. Ik was zijn allereerste patiënt van zijn praktijk. Ik heb hem verder nog niet gesproken maar hij komt me nog eens opzoeken. Een paar dagen later ben ik naar Raalte gegaan waar de dokter mijn nagel heeft doorgeknipt vanaf het midden van de nagel tot de nagelriem. Het deed gruwelijk pijn maar het is nu weer genezende en niet meer ontstoken. Over een paar maanden zal ik wel weer een nieuwe nagel hebben.

Ik schreef je al per briefkaart dat ik al jullie brieven ontvangen had n.l. brief no. 18 (27 dec) door jou geschreven en no. 19 en 20 (resp. 1 jan en 8 jan) geschreven door Vader. (Vaders ongenummerde brief van 22 dec ontving ik ook.) Verder kreeg ik verleden zaterdag een pakje van jou met wintergoed, shag voor Speelman en cigaretten voor mij (waarvoor hartelijk dank) mitsgaders een brief ook no. 19 genummerd (5 januari) maar door jou geschreven en ook nog een pakje van Hes met een schrift en twee bloknootjes waarvoor hartelijke dank, alles per Keller koerier.

De koerier of Keller zouden een van beiden door een granaatscherf gewond zijn, zodat ik vrees dat deze tak van dienst voor ons enige tijd stil gelegd zal zijn. De koerier heb ik niet zelf gesproken want iemand uit Heeten nam het pakje voor me uit Raalte mee. Als ik weer helemaal beter ben zal ik dat eens onderzoeken.

Van Hes kreeg ik verscheidene brieven: 22 dec. en 9 dec. en vele drukwerken (die ik met belangstelling lees!). Ik geloof haast dat ik nog een paar brieven meer van Hes ontving maar ik kan ze haast niet vinden. De tafel waaraan ik nu zit te schrijven is bedolven onder de papieren. Je neemt me wel niet kwalijk hè Hes, maar door de verhuizing en mijn ziekte is alles een beetje door de war gelopen. De beantwoording van hetgeen ik hier gecatalogiseerd heb komt straks. Voor Hes heb ik hier een zakje met spliterwten, verder krijgt zij haar sloopjes terug met rogge en tarwemeel gevuld. Voor moeder heb ik vanmiddag een dikke vette haas gekocht van Hein, door hem zelf gevangen, verder een zakje met capucijnen, rogge en tarwemeel een kaas. Dan kan ik bij Speelman nog 1 ½ pond boter krijgen (voor de shag) en is me nog twee pond boter apart toegezegd. Nu gaat waarschijnlijk zaterdag een auto naar Den Haag waarmee ik het een en ander hoop mee te geven, niet alles van hetgeen ik hier heb opgenoemd, misschien ook nog andere dingen, dat hangt er vanaf of ik weer vóór zaterdag zo ver weer beter ben dat ik buiten kan komen. Samen met dat pakket gaat een pakje van de familie Vegterlo, mijn tegenwoordige gastgevers, voor de familie J. Ouwersloot, 69 Kempernaestraat, Oegstgeest. Jullie worden nu verzocht om op een of andere wijze dit daar naar toe te brengen (gaat Pit niet geregeld heen en weer?) of anders een kaartje erheen te sturen met het verzoek het af te komen halen. Behalve een roggebrood zit er geen bederfelijke waar in. Deze familie Ouwersloot heeft een wolzaak, misschien kan je het dan beter vinden.

Laat Pit ook nog eens een sloop sturen. Zijn vorige sloop, in september gestuurd, heb ik jou later, meen ik, weer eens gevuld gezonden. Ook een doos of iets dergelijks en stevig touw want bij onze vlucht ben ik al mijn verpakkingsmateriaal kwijt geraakt. De Duitsers of andere inbrekers konden zelfs dat nog gebruiken. Verder ben ik nog een paar dassen van me kwijt maar dat kan misschien nog wel ergens opdagen.

Vanavond kreeg Dora van Elsebé een brief waarin ze schreef dat ze binnenkort aankwam, compleet met vriendin en aanhangwagentje. Er ligt hier weer veel sneeuw en het vriest ook nog steeds 9 à 10 graden. Als Elsebé dus maar goede pleisterplaatsen heeft onderweg. Ze mag hier zo lang blijven als ze wil en ze zal goed gevoed worden.

Morgen koop ik waarschijnlijk een varkentje, ik wil proberen het vet te mesten. Het arme diertje heeft alleen één gebrek n.l. dat hij om de 14 dagen van achteren doorgeprikt moet worden, oftewel dat zijn stoelgang om de 14 dagen vastloopt. Ik zal zien of de veearts hem kan repareren.

Ik schreef je al eerder dat de D’s een sportkarretje van ons gestolen hadden, tenminste dat was het vermoeden, iedereen had het ding al lang afgeschreven, zo niet echter de baas. Hij is eergisteren naar Nieuw Heeten gegaan, de enigste plaats waar D’s  in de buurt zaten en vroeg daar aan het café waar ze ingekwartierd waren naar ‘mijnheer’ d.w.z. de hoogste oome daar aanwezig. Hij vroeg hem of hij alsjeblieft zijn dresseerkarretje terug mocht hebben, hij wou ‘mijnheer’ niet beledigen, niet zeggen dat hij  het gedaan had maar hij geloofde toch wel dat andere moffen het gedaan hadden. ‘Mijnheer’  verstond hem niet en haalde de schoolmeester erbij. Deze legde hem de questie uit waarop ‘mijnheer’ naar de telefoon stapte, Schoonheeten opbelde, een kwartier lang vloekte en schold en beval het karretje om 12 uur precies bij de Heetense kerk weer terug te bezorgen. Hetgeen prompt geschied is. Boer’s Jan natuurlijk trots en blij dat hij zijn geliefd wagentje weer terug had.

Ik schreef al dat de laatste tijd geen vliegende bommen meer van Schoonheeten opgelaten worden. Vóórdien hadden de Heetense burgers een wachtcommando ingesteld die ’s nachts met twee man drie uur lang patrouilleert om op te passen waar precies de bommen in Heeten terechtkwamen. Als er dan weer een viel werd door middel van toeters de burgerij direkt gealarmeerd die dan onmiddellijk de huizen verliet. Ook moesten zij opletten wie ’s nacht over de weg liep om diefstal, dat veel is voorgekomen, en inbraak in de verlaten huizen van Heeten tegen te gaan. ’s Morgens vroeg stroomt de bevolking weer naar Heeten terug. Op het ogenblik is het na 20.00 uur en zit ik in de verlaten woning van de smid, in het midden van het onbewoonde Heeten, te schrijven. Over een paar dagen, als ik weer helemaal beter ben, ga ik ook weer in een bewoonde boerderij, even buiten Heeten, slapen. Ik heb dan de beschikking over een éénpersoons ledikant die ik op de kamer van een boerenzoon plaats, zodat ik ook weer ’s nachts meer comfort heb dan in het koude stro. Overdag moet er ook gepost worden bij neergevallen bommen om niemand langs deze gevaarlijke zône te laten passeren. Voor dit werkje ben ik ook gevorderd maar ik heb tot dusver nog geen dienst behoeven te doen.

Nu de beantwoording: Het pakket met 10 pond vlees en boter gaf ik mee aan de koerier van Keller, typisch dat hij op het departement van financiën terechtkwam. Gelukkig dat jullie nog aardappels kunnen krijgen van de baas van Toon. Ik was nog van plan zaterdag met eerder genoemde auto een mud mee te geven maar ik mag nu niets meer uit de kuil halen, vanwege de vorst, anders bevriezen de allemaal. – Je schrijft dat je me zo nu en dan vloeitjes stuurde, ik heb er nog geen een ontvangen. Ik zou dolgraag nog wat willen hebben, want ik heb niets meer!! Ook een brief met mijn hoed erin, kreeg ik niet. Ik heb één stuk toiletzeep (niet twee) ontvangen in een pakje met sloopjes, meen ik, de tabak voor mij was eruit gestolen, getuige de tabakskruimels. Ik heb alleen in het laatste koerierspak shag voor Speelman en een pakje sigaretten voor mezelf gevonden plus wintergoed en waszeep. Stuur per eerstvolgende safe gelegenheid weer shag voor S. maar bewaar mijn eigen shag maar voor later. Ik rook hier nog wel ‘eigen verbouw’. – Ik heb nog geen bericht van de Robaver maar ik zal hen even schrijven. Ik heb Dora een machtiging gegeven zodat ze voor mij  geld kan halen, ze heeft dat al één keer eerder gedaan. – Zeg Jan dat we hier eigenlijk nooit over de VI praten maar hier heet dat ‘de Meloek’.

Jullie hebben dus bij de Rümkes nog goed geschransd. Wij hier, hoewel we van boeren, burgers zijn geworden, hebben ook geen klagen. Dora karnt hier in de smidswoning om de andere dag een bus melk van ongebeide koetjes die ik verzorg en gisteren hebben we een der door mij verzorgde varken geslacht mitsgaders een der kalven.

Leuk dat bij Pit en Suus weer een spruit verwacht wordt, moge het een vredeskind zijn!

Uit Vaders lange en interessante brief  no 20 weet ik nu dat jullie op de hoogte bent van de laatste toestanden hier. Sindsdien, ik schreef het meen ik al, zijn echter meer bommen in de buurt van de boerderij ontploft en dientengevolge is de schade daaraan nu ook belangrijk groter geworden. Het woonhuis is nu vrijwel onbewoonbaar geworden. Mijn kamertje boven b.v is totaal ingezakt. Uiterlijk zou je zeggen trekken de ouders zich er niet veel van aan maar Boer’s Jan loopt, als ik daar aan het werk ben, de hele tijd om zijn huis heen en vraagt mij dan telkens wanneer ik nu denk dat we erin kunnen terugkeren. Zoals nu bijvoorbeeld, nu de vliegende bommen niet meer gaan voor enige tijd, is hij haast niet te houden: hij wil op stel en sprong zijn vee weer terugbrengen en zich dan maar huisvesten in de schuur. Hoewel hij het heel erg goed heeft in zijn ouderlijk huis wil hij liefst weer eigen baas zijn en dan maar wat ongemakkelijker leven. Zijn vrouw ligt al enige dagen ziek in bed. Sinds onze vlucht heeft ze de boerderij nog niet weergezien.

Vader schrijft: ‘onze broodvoorziening is precair’. Kan ik behalve rogge en tarwemeel ook zo nu en dan een groot roggebrood sturen of zou dat te veel uitdrogen onderweg? Vader schrijft hier ook weer dat Elsebé met aanhangwagen naar Amsterdam vertrokken is om zo gauw mogelijk naar hier te vertrekken. Boodschap van Dora: Elsebé mag hier ook wel tot het eind van de oorlog blijven als ze dat wil. Ze kijkt elke dag al reikhalzend naar haar uit.

Nu is het oorlogsnieuws toch wel zo dat we zo niet een spoedig einde kunnen voorspellen, dan toch wel kunnen zeggen dat we een flink eind in de richting Berlijn zijn geraakt!

Laat Hes zich niet ongerust maken: de brandkast is door mij persoonlijk per boerenwagen naar elders vervoerd. Ik zat er bovenop, trommelde met mijn klompen de maat op het ijzeren gevaarte en voerde met strakke hand de teugel! Je pakje met koffie, sloopjes en twee sigaretjes heb ik ook ontvangen, hoor Hes. Één ervan hebben we gezamenlijk opgerookt en de andere steek ik op dit eigenste ogenblik prinsheerlijk in mijn hoofd en geniet ervan. Kan je voor mij nog een kleine zakagenda op de kop tikken of als dat mogelijk is een klein kalendertje?

Een volgende keer zal ik jullie een beschrijving geven van de smidsfamilie waar ik nu ondergebracht ben.

Houdt je taai, groetjes,

Leo

Vrijdag: Het pakje sigaretten heb ik vandaag geruild voor een flesje stremsel. Als de koeien wat meer melk geven, kan ik misschien zo nu en dan nog een kaas voor je maken. Boter had Speelman pas de volgende week.

 

 

 

Heeten, vrijdag 26 januari 1945

Avis Important!

Morgen vertrekt hopelijk een wagen naar Den Haag die dit en het andere, grotere, pakket meeneemt. In bijgaande brief staat het adres van een familie Ouwersloot in Oegstgeest. Jullie worden nu verzocht het gene van de levensmiddelen dat voor deze familie bestemd is, òf daar heen te brengen òf, als dat onmogelijk is, hun even bericht te sturen het in Den Haag te komen afhalen. De levensmiddelen zijn afkomstig van de familie Vegterlo.

Voor de familie Ouwersloot is bestemd: het roggebrood en de drie papieren zakjes.

De rest van de beide pakketten is van mij afkomstig.

Voor Hes is bestemd het worstje en het zakje met spliterwten.

Voor Moeder het haas en het zakje met capucijnen.

Voor Pit, Hes en Moeder de rogge en havermout, naar behoefte, eer en geweten te verdelen. Belanghebbenden mogen in onderling overleg ook veranderingen in bovenstaande regeling aanbrengen. ‘In alles waarin bovenstaande niet voorziet beslist het bestuur.’ Het Bestuur.

De sloop waar de rogge in zit is geloof ik van Pit. De beide kleine sloopjes zijn van Hes.

Stuur nu vooral weer slopen, stevige dozen en dikke (papier) touwen, dan kan ik weer rogge en (niet zo veel) tarwe sturen.

De verpakking is verzorgd door de firma J.A. Vegterlo, hoefsmederij te Heeten.

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage, 28 januari 1945

Brief 21:

Beste Leo,

We hebben na je kerstboodschap geen bericht meer ontvangen en we wijten dit aan de bar slechte verbinding. Koeriersdiensten zijn ook niet meer te verkrijgen. We nemen aan dat de toestand in het oosten niet ingrijpend is veranderd. Ik kreeg onlangs nog een brief uit ter Borg van mijn vriend Ir Sassen, Jan ontving en een van Jaap Kalf. Ze waren meegekomen met de dienstbode van dokter Rümke, onze overbuurman. Het meisje was per fiets gaan fourageren  in de Achterhoek en fungeerde maar als postbode. Eerst zou ook de keukenprinses van de De Groots de reis meegemaakt hebben maar de dikke Anna die in geen drie jaar op een fiets had gereden slipte reeds in Voorburg op de gladde rijweg en ligt sinds weken met een hersenschudding in het ziekenhuis. Elsebé is nog steeds niet op stap gegaan; haar wagentje, gemaakt van de wielen van jouw oude fiets, is reeds op de heenreis van hier naar Amsterdam onklaar geworden; er braken vijf spaken en die zijn niet te vervangen. Eergisteren belde zij op, zij dacht erover i.v.m. de voedselnood nu thuis te komen meer we kregen nog geen definitief plan te horen.

Nu zal ik je eerst iets vertellen over onze toestand op gebied van voedselvoorziening. We komen gelukkig nog niet tekort. Ik krijg nl elke week uit Rotterdam een grote ossetong en soms een paar pakjes margarine. E.e.a. wordt door mij of door mijn boekhouder op de fiets gehaald. Bovendien kreeg ons kantoor, dat ingeschakeld is in de voedselvoorziening, drie weken geleden een groot aantal mudden aardappels waarvan elk lid van het personeel één mud toebedeeld kreeg dus Jan en ik elk een en Hes ook één. Bovendien krijg ik iedere week 4 kg aardappels per hoofd van ons gezin. Ik ga dat zelf elke maandag in de stad halen. De centrale keuken levert nog een halve liter slappe soep per dag. Ons kantoor ontvangt bovendien voor het personeel nog een extra portie soep. Bijvoorbeeld vandaag wort door de CK nog vast voedsel verstrekt maar dat is een uitzondering. De nu komende week bracht het verpletterende nieuws dat het broodrantsoen weer gehalveerd is zodat we nu nog maar 500 gr p.p. p. week ontvangen. Dat is twee dunne sneetjes per dag. Denk je nu eens in hoe het gesteld is met de mensen die gedoemd zijn van hun officiële rantsoen te leven! De fut gaat er bij de mensen dan ook uit. En bij bosjes melden zich de mensen onder de 40  om voor de D te gaan werken. Er is dan een eter minder in huis en het gezin behoudt de bonnen van degene die weggaat. De  stakkerds worden voorlopig in de dierentuin opgeborgen en wij, vestingbewoners kunnen hem van dienst zijn door pakjes en groeten van buiten het spergebied naar hen toe te brengen. Dat mag namelijk. Bij de toegangen tot de stad en de randgemeenten worden nog steeds razzia’s gehouden zodat in vele plaatsen, zoals in Leiden en in Oegstgeest de meeste winkels gesloten zijn. Veel is trouwens niet meer te koop omdat alle aanvoer door de vorst onmogelijk is. Het groentevraagstuk is bijzonde nijpend. Gelukkig hadden we nog grote zakken vol gedroogde groente die we voor een deel in ons huis hadden achtergelaten. Moeder en ik hebben vanochtend een grote zak gedroogde koolsoep naar ons tegenwoordige adres gesleept. In ons huis aan de Nassau Zuilensteinstraat is een ketel van de Centrale verwarming gestolen. Verder zijn drie grote ruiten in de zitkamer door de vliegend bommen gebroken. (Jan heeft er bordpapier voor gespijkerd.) Er hebben mensen in ons huis geslapen maar ze zijn er nu weer uit. We hebben nog heen last van de kou, we konden nog een flinke partij brandstof op de kop tikken en ook hebben we nog voldoende kolen om de winter door te komen. We doen het zuinig aan en verwarmen alleen de achterkamer beneden. Jan zit in de kou boven en schijnt dat niet onaangenaam te vinden.

In Den Haag zelf zijn tot nu toe, na de grote acties van 21 nov. jl, geen razzia’s geweest maar niemand waagt zich op straat. Pit blijft ook thuis en komt niet meer naar Den Haag. Gelukkig ontvang ik zo nu en dan nog pakketten levensmiddelen van kennissen uit de provincie, soms omdat ik erom gevraagd heb en soms uit eigen beweging. Maak je dus maar niet bezorgd over ons. We zijn allen gezond en fit en tot grote fietstochten in staat. Ik zelf heb wel enige kg in gewicht verloren, maar dat is wel gunstig. Concerten worden er niet meer gegeven. We zijn dus geheel op onszelf en op de buren aangewezen. Maar we zijn er – alles in aanmerking nemende- niet slecht aan toe. Elke week komt er een hongerig jongetje bij ons eten. Er is nl een organisatie onder de burgerij om de kinderen te helpen en als onderdeel daarvan krijgen de mensen die nog wat extra’s bezitten, een kind toegewezen.

De vliegende bommen maken nog steeds ongelukken. Een paar dagen geleden viel er weer een in de dicht bevolkte Archipelbuurt en vernielde de Riouwstraat. Er waren gelukkig maar weinig dooden maar er zijn veel glaswonden. We hoorden dat er nogal wat mensen aan de ogen gewond zijn.

Hes heeft last gehad van haar galblaas, ze had erge pijn maar is nu weer aan de beterende hand. Ze behoefde niet thuis te blijven, ze houdt nu dieet maar je begrijpt wel dat het niet zo gemakkelijk gaat het geschikte voedsel te krijgen. Ze moet veel pap (havermout) eten en haar voorraad is niet groot. Als je haar helpen kan zou je haar een grote  dienst doen.

Hierbij ingesloten zend ik je een paar berichten die je doen zien dat ook particuliere fouragering hoe langer hoe moeilijker wordt gemaakt. Dinsdag ga ik met een kennis van mij in het Westland fourageren… als ik binnen kan komen want de toegang is verboden. Ik heb echter goede papieren. Zo ben je weer op de hoogte van  ons leven hier maar alles wijst erop dat de oorlog op zijn einde loopt en dat het wel niet lang meer duren zal dat de eindbeslissing valt. Maar die ongelukkige laatste loodje wegen zwaar. Gisteren was ik in Leiden om prof Barge met zijn verjaardag te feliciteren. Ik trof er ook Suus en Pit. Ze maken het allen goed en ook Arend Jan is welvarend. Hij viert de volgende maand zijn eerste verjaardag. Je weet zeker al dat in mei een broertje of zusje verwacht wordt. Uit Brabant hoorde ik nog niets omtrent onze familie. Wel krijg ik zo nu en dan goede berichten uit Assen. We smullen nog altijd van het spek dat je ons toestuurde, we zijn er zuinig op. We kunnen rantsoenbonnen, brood, tarwe en boter goed gebruiken. Stuur het echter alleen d.m.v. een vertrouwd expediteur. Het zou jammer zijn als het in verkeerde handen kwam. Cigarettenpapier is hier niet meer te krijgen, tabac is er trouwens ook niet meer. We zijn erg verlangend naar berichten over jou en de familie; maar we wachten maar geduldig af. Er zullen tenslotte wel zendingen doorkomen. Wie weet of we elkaar binnen korten tijd weer terug kunnen zien. Laten we daar maar op vertrouwen. Veel groeten van ons allen, groet ook de familieleden.

Vader

 

PS Ingesloten enveloppe voor je antwoord, je kunt die meegeven aan de koerier van de voedselvoorziening.

 

 

 

 

 

 

 

Amsterdam, 30 januari 1945

Lieve Leo,

Door de sneeuw en de kou ben ik nog steeds niet kunnen komen. Zodra het weer enigszins omdraait wil ik het toch proberen. Hoe gaat het met je? Moeder belde mij laatst op en zei dat ze zich ongerust om je maakte, aangezien ze in tijden niets van je gehoord had. Laat mij zoo mogelijk eens iets horen, misschien dat berichten makkelijker Amsterdam bereiken. ’t Is hier toch wel een ellendige toestand, die kou en het toch al minieme broodrantsoen nog gehalveerd (1 ½ boterham per dag). De centrale keukens moeten waarschijnlijk ook nog ophouden wegens gebrek aan materiaal.

We blijven meestal maar zoo lang mogelijk in bed om warm te blijven en niet zoo gauw honger te krijgen. Ik zelf mag nog niet te hard klagen. We doen nog zoo veel mogelijk vet in het eten, waardoor je tenminste je weerstand houdt. Gisteren kreeg ik tot mijn geweldige vreugde een pakketje van Maud, die in Doetinchem zit, waarin eieren, pakje boter, stukje spek en worstje, wat havermout meel en 5 pond roggebrood en tarwebrood en een paar appels! Daar kunnen we al weer een 14 dagen mee vooruit. Alleen aardappels is de grootste moeilijkheid. De centrale keuken geeft al een maand suikerbieten i.p.v. aardappels. Maar dat smaakt toch zoo walgelijk zoet. Ze geven het bij voorkeur bij zoute andijvie uit het vat!!!! Niet te eten gewoon.

Zou je in Raalte bij F. Walda, Almelooscheweg, niet eens kunnen (laten) informeren of hij nog op Amsterdam rijdt? Hij heeft drie weken geleden mijn vriendinnetje Annie Gelherd (zusje van de tandarts uit Raalte) hierheen gebracht met de belofte haar geregeld te voorzien, maar is sindsdien niet meer hier geweest. We hebben getracht telefonisch contact met hem te krijgen maar dat lukte niet.

Ik geloof dat ‘Boers Jan’ wel een introductie bij hem is, hij zei tenminste dat hij die wel kende.

Lieve Leo, hopelijk maar weer tot spoedig kijk en veel liefs van alle bekenden voor jou van

Elsebé

 

 

 

 

 

 

Heeten, 4 februari 1945

Brief no 18:

Lieve Moeder,

Je zult na mijn briefkaart wel niet meer veel van me gehoord hebben. Een dikke brief zit in een nog dikker pakket bij de smid. Het pakket zou oorspronkelijk de vorige week zaterdag, daarna deze week zaterdag, toen weer de volgende dinsdag en nu weer de volgende donderdag vertrekken. Het werd telkens uitgesteld maar het zal nu wel donderdag door gaan. Ik kan dan waarschijnlijk tevens boter van Speelman meesturen. In bedoelde brief schreef ik al dat ik alles ontvangen had behalve de brief met mijn hoed. Gisteren ontving ik Vaders brief no. 21 van 28 januari, in couvert van de Centrale Vee Inkoop. Een snelle verbinding dus. Je kunt nu ook weer naar Heeten telefoneren, het oude adres bij Opdeijn.

Het grote nieuws van deze week is dat Dora, Jan en ik benevens de dienstmaagd Corry weer in huis zijn. Het heen en weer sjouwen door sneeuw en modder van de een naar de ander maakte ons om beurten ziek en we waren dag in dag uit doodmoe. Nu de vliegende bommen al weken lang zijn uitgebleven besloten we twee kamers weer bewoonbaar te maken. Vrijdag zijn we verhuisd en vandaag ontvingen we onze eerste gasten. We hebben twee koeien meegenomen waarvoor we een warm plekje op de deel hebben ingericht, benevens twee paarden en een kalf. We hebben dus een klein boerderijtje in een grote boerderij voor onszelf. Het huis is verder nog vrijwel onbewoonbaar evenals de stallen maar we hebben ons behaaglijk ingericht.

Op het adres van de volgende brieven die je schrijft, moet je maar bijvoegen ‘Op de Boer’  dan komt de postbode deze verlaten streek wel weer opzoeken. We zijn de eersten die weer deze streek bewonen. Voor de verhuizing hebben we helemaal zelf gezorgd, we waren in één dag over. Een electricein zorgde dat we licht hadden en de zoons van de smid hielpen ons met de grote staldeuren erin zetten.

Dora herhaalt haar aanbod dat Elsebé gerust hier mag komen als ze honger lijdt. Gelukkig dat jullie nog brandstoffen genoeg hebben. Hier op de boerderij hebben we te weinig want we hebben eerder alles weggehaald. Vandaag of morgen hakken we maar een boom om.

In het pak dat deze week naar Den Haag gaat zit H.D. voor Hes.

De brengers van dat pak zullen misschien je hulp vragen voor papieren om weer voedsel naar het westen te brengen. Als je dat kunt zou dat een mooie en betrouwbare koerier voor ons zijn.

Groetjes, ook van de familie,

Leo

 

 

 

 

 

Heeten, 11 februari 1945

Brief no 19:

Lieve Moeder,

Dinsdagavond om halfzeven stond Elsebé opeens voor onze neus. Ze was met Trees Hilterman via Hilversum, waar ze overnachtten, uit Amsterdam gekomen. Ze kreeg meteen al spiegeleieren, leverpastei, hagelwit brood met boter en melk voorgezet.

Zoals ik je al schreef in mijn vorige brief zijn we alweer in huis terug. Eergisteren kwamen Hein en Bernhard met een groot gedeelte van het vee ook weer terug. Diezelfde nacht begon de vliegende bom no. I weer. Er vielen weer twee vlak bij de startbaan en vannacht weer een op ongeveer 1000 meter van het huis af. Elsebé had dit soort bommen nog niet eerder meegemaakt. In Den Haag gebruiken ze dus blijkbaar z.g. VII.

Deze week kwam weer ons koeriertje opduiken, hij moest door middel van Keller telefonisch bericht naar jullie sturen, om te melden hoe het met me was. Ik heb een tijdje niet kunnen schrijven omdat ik ziek ben geweest. Ik schreef eerder al (drie weken geleden) een briefkaartje dat ik zou schrijven zodra ik beter was. Een week later schreef ik een dikke brief die ik met een nog dikker pakket wou versturen maar daar is nog steeds niets van gekomen. De brief zal ik Elsebé meegeven, evenals deze.  Elsebé denkt dinsdag te vertrekken. Ze gaat alleen want Trees Hilterman had opeens haast om weg te komen. Na die brief verstuurde ik nog een brief (een week later) per post. De volgorde van aankomst zal dus wel uiteenlopen. In brief no.17 beloof ik allerlei zaken te sturen maar door de vertraging die de versturing van de pakketten ondervonden hebben komt dat niet meer uit en gelieve je er al of niet met een spijtig gevoel overheen te lezen. Zo had ik een vette haas gekocht maar was later verplicht hem soldaat te maken. Elsebé neemt ook het een en ander voor je mee o.a. de kaas, 1 ½ pond boter van Speelman, een paar haantjes en een leverworstje. In het pakket stuur ik waarschijnlijk nog een pond boter, door Dora beloofd, aangezien ze allemaal meegeholpen hebben om de haas op te eten.

Elsebé is op het ogenblik bezig in te pakken, alles staat op tafel die zowat doorbuigt: spek, worst, leverpastei, balkenbrij, boter, havermout, tarwemeel, bloedworst, eieren, enz, enz. Ik heb er een zwaar hoofd in hoe ze dat allemaal op de fiets mee wil krijgen en vooral over de IJssel wil krijgen. Dora gaat morgen met haar een eindweegs mee, ze willen bij Olst over de IJssel. Ik hoop dat Elsebé ook van alles aan jou meegeeft en niet alles in feestjes met haar vriendinnen opmaakt! Elsebé is deze dagen volgestopt met de lekkerste beetjes. Vanavond aten we hagelwit brood met kip, nu bakken ze weer pannekoeken. Ik eindig maar om Elsebé te helpen met inpakken. Ik stuur nu zo gauw mogelijk de twee pakketten via onze koerier, ik heb nu, geloof ik wel een goede weg om het naar hem in Zwolle te krijgen.

Groetjes,

Leo

PS. Ik vergeet, met al de drukte, nog te melden dat ik deze week Vaders brief no.21 van 28 januari ontving. Elsebé’s verhalen over de toestanden in het westen maakt alles wat jullie schrijven nu begrijpelijker voor ons hier, die nog geen gebrek lijden. Wel is het terrein nu hier langzamerhand ook afgegraasd door de vele trekkers die hier nog dagelijks komen. In het begin konden we nog veel rogge verkopen maar dat is nu ook opgehouden. De boeren zijn aan het eind van hun voorraden. De taferelen hier langs de weg worden ook al treuriger en wordt door de blozend gezonde bevolking met verwondering gade geslagen. De controle op de voedselvoorziening, de laatste maanden nagenoeg verdwenen, is nu de laatste tijd zeer verscherpt. De boeren durven al haast niet meer te karnen. Zelfs de burgers in Heeten krijgen geen boter meer van de fabriek, terwijl de broodvoorziening bemoeilijkt wordt door het gebrek aan hout.

Feliciteer Pit en Suus met de verjaardag van hun spruit.

Kan je me nog briefpapier of liever nog een blocnoot zoals dit formaat sturen of is dat niet meer te krijg?

 

 

 

 

 

 

 

 

’s Gravenhage, 18 februari 1945

Beste Leo,

Zaterdag (gisteren dus) is Elsebé met rijken buit beladen bij ons aan gekomen, vol heerlijke herinneringen aan haar verblijf in Heeten. Ze zal je zelf haar terugreis wel vertellen zodat ik hier niet verder op in hoef te gaan. Sinds 5 feb. was Elsebé zoek. We hoorden van haar huisgenooten dat ze met Treesje Hiltermannn naar Hilversum was vertrokken maar dat ze nog niet was teruggekeerd.  Moeder begon al een beetje ongerust te worden maar Jan en ik dachten dat ze wel bij jou en de familie in Heeten zou zijn gebleven. En zo was het ook inderdaad. Wij hebben gisteren gesmuld van de haantjes. Elsebé neemt de twee andere (door mij intuschen volgens alle regels der kunst gebraden) mee naar Amsterdam. Namens ons drieën  hartelijk dank voor de kaas, de leverworst en de boter.

Je brieven no. 17 (24 jan) en 19 (11 feb.) nam Elsebé mee en toevallig lag gisterenavond ook brief no. 18 (4 feb.) in de brievenbus. We zijn derhalve nu volkomen ’bij’ na eerst wekenlang van berichten verstoken geweest te zijn. Elsebé heeft vanzelfsprekend van alles uitvoerig verteld zodat we nu helemaal op de hoogte zijn van de wederwaardigheden.

Blij vooral dat je gezondheid weer goed is. Jammer dat die vette haas onze neus, mond en maag voorbij is gegaan. We wachten nu je pakket af.  Moeder zit vooral verlegen om VET (boter, reuzel, spek of dergelijke zaken). De rest loopt wel, ofschoon roggebrood zeker welkom is. Zodra het mogelijk is zal ik  je verpakkingsmateriaal zenden. Je hoed is reeds geruime tijd geleden verzonden. Ik hoop dus, dat hij intussen is gearriveerd. Cigaretten zijn hier niet meer te ontdekken. Jan en ik hebben al in geen dagen een sprietje tabac gezien of gerookt. Gelukkig dat de Vasten juist begonnen is. Morgen gaat er een speciale koerier naar Deventer. Ik zal dus zo vlug mogelijk wat nieuws over het westen neerschrijven om de brief gauw klaar te krijgen.

Wat de ‘honger’ aangaat het is bar gesteld onder die lagen der bevolking die onvoldoende bijvoeding hebben kunnen kopen. Dagelijks worden tientallen lijken gevonden in portieken en schuilkelders, de begrafenisondernemers kunnen het werk niet aan, kisten of kartonnen dozen om de doden te begraven zijn er niet meer. De menschen worden eenvoudig in een massagraf gestopt. In de ziekenhuizen komen ontelbare halfdoden die daar het einde afwachten. Het is meer dan somber en akelig en er is geen uitkomst in zicht. Nog altijd geen aardappels en slechts 800 gr brood per week. De  razzia's hebben nu een incidenteel karakter. Vooral de buitengemeenten worden druk gecontroleerd. Pit en Jan blijven dan nog altijd thuis. De opgepikte jongemannen worden steeds voorlopig in den dierentuin opgeborgen. We kunnen derhalve altijd vragen of er meer razzia’s gehouden zijn en of ze buit hebben opgeleverd. De stad is sterk vervuild omdat de reinigingsdienst niet meer functioneert: 45% van het nog overgebleven personeel is permanent ziek. Verder zijn er een massa onderduikers.

Ik ga nu geregeld naar het Westland om groente te halen, dat is echter niet eenvoudig. Vooreerst staan er schildwachten bij de ingangen en zonder goede papieren kom je er niet binnen. Verder is het verboden etenswaren uit deze streek mee naar Den Haag te nemen. Afgezien daarvan willen de tuinders aan onbekenden niets afleveren. Gelukkig hebben we in de vesting een goede bekende die mij bij zijn familie in Honselersdijk en bij enige andere tuinders geïntroduceerd heeft. Ik kom dus altijd met wat goeds thuis. Ik koop tegen normale prijzen. Verder ga ik elke week donderdag naar Rotterdam (60 km heen en terug) om te trachten een stukje vleesch te krijgen. Dat lukte tot nu toe nog altijd. Verder kreeg ik van een goede relatie tot nu voldoende aardappels.

Ondanks al die hulp ben ik toch plusminus 10 kg afgevallen en weeg nu nog 67 kilogram, dat is hetzelfde gewicht wat ik 30 jaar geleden had toen in zo oud was als Jan. We voelen ons echter goed gezond en zijn bijzonder fit. We proberen ook aardappelschillen te ruilen tegen groente, maar dat gelukt bijna nooit omdat er door al die razzia’s en door vorderingen van auto’s en schepen niets meer in de stad aankomt.

Moeder en ik zijn AJ op zijn eerste verjaardag gaan feliciteren. We zijn verrukt van onze kleinzoon, het is een leuk pienter kereltje. Flink, dik en gezond.

Ons huis in de Zuilensteinstraat heeft drie kapotte ruiten en is gedurende korte tijd ten dele bewoond geweest. De bovenste etage was als slaapgelegenheid ingericht; het bad was verwijderd en in de dichtgemaakte schoorsteen op onze slaapkamer was een gat gemaakt om een kachel te kunnen plaatsen. Verder is een ketel van de Centrale Verwarming weggestolen. Overigens is het huis geheel in orde. Hier in de ‘Laan” zitten we nog altijd achter karton, maar nu de dagen al wat langer en lichter worden hindert het ons niet zo erg meer. Het Bezuidenhout is zwaar beschadigd door Engelse bommen die telkens trachten de startbaan der V Bommen te bestoken. In het Malieveld zijn twee granaattrechters en ook Marlot is meermalen getroffen. Wij hebben nog altijd elektrisch licht!

Ziezo, Leo, nu weet je weer ongeveer hoe wij het maken. We zijn erg blij geweest dat Elsebé ons zulk recent nieuws over jou en de familie heeft meegebracht.

Vader

PS. Dikke zoen van Moeder

 

 

 

 

Den Haag,18 februari 1945

 

Lieve Leo,

Ook van mij nog even een paar woordjes: ik was reusachtig blij met je brief en juist omdat ik sinds het bombardement vergeefs probeerde contact met Obdeijn te krijgen hetgeen mislukte. De verhalen over brandend Den Haag nemen dadelijk daarbuiten zulk een omvang aan dat mijn eerste zorg was Pit, Elsebé en jou gerust te stellen. Rümke bereikte gelukkig Pit’s huisdokter en Elsebé’s apotheker maar bij jou ging het niet. Elsebé zal het nu nog uit Amsterdam proberen en ik hoop maar dat deze brief je gauw bereikt. Maak je dus niet ongerust over ons, we zijn steeds op onze qui vive, vluchten bij elk alarm onder te trap of in de beneden WC. Het grootste gevaar lijkt me eigenlijk de VI: eerst kwam dat beroerde ding in een vaste baan, waarin wij niet liggen, naar beneden maar sinds een paar weken regent hij overal over de stad. En dat kan je toch niet ontlopen, net als jij, we moeten eenvoudig maar op ons goed gesternte hoopen.

Ons bedank briefje over dat schitterend pakket levensmiddelen en mijn briefje aan Dora over haar zalige boter en worst heb je, hoop ik, gekregen. Het is een geluk dat we van alle kanten zoo geholpen worden en we er zoo door rollen. Verder moet je alles doen wat je kan om ons aan een pakje boter te helpen, zoo nu en dan, en anders wat reuzel die ik op het brood kan smeren want we moeten toch heusch niet magerder worden dan verliezen we onze weerstand tegen infectieziekten. Ik hoop dat je deze koerier weer wat kan meegeven. Wist je dat de prijs van één pond boter nu f140,- is, voor één brood f60,- en een mud tarwe f4000,- , één kilo suiker f 140,-  enz.enz. De meeste menschen kunnen het niet meer betalen en je ziet ze verminderen de laatste zes weken. Het moet niet lang meer duren! Mevrouw de Groot betaalde gisteren f100,- voor een melkbon en kon er toch geen melk op krijgen. Op jouw boterbon heb ik ook nog steeds geen boter hoewel hij geldig is. Wat sneu dat er zoo veel van je gestolen is. We zullen later maar wat hemden voor je laten veranderen van Vader en Jan. Van je beige hemd kan onder een stuk af om boorden te maken, dat gebeurd hier ook  maar zou Dora het kunnen? Het is niet zoo makkelijk. Hier geef ik het bij een winkel met een oude boord erbij voor de maat. Zie maar of zij het kan. Is er geen pak van je gestolen? Je bruine winterpak is hier. Ik vrees dat de doos met emballage, je hoed en toiletzeep ook is gestolen, dat had je allang moeten hebben. Wat zou ik glunderen als ik eieren van je kreeg, in geen maanden gezien! En stel je voor dat we al die tijd nooit één drup melk hebben gehad! We hebben gesmuld van het witte brood van het Zwedsche Roode Kruis en nu hebben we vijf dagen lekker eten van dezelfde instantie uit de centrale keuken. Volgende week brood uit Genève en hopelijk sardines uit Portugal.

Dag lieve jongen, veel groeten aan allen en een dikke zoen voor jou van

Moes

 

 

 

 

 

Heeten, 18 februari 1945

Brief no 20

Lieve Moeder,

Sinds de laatste brief van Vader, twee weken geleden, heb ik niets meer van jullie gehoord en valt dus ook niet te beantwoorden. Elsebé is de vorige week dinsdag  weer vertrokken, tot Twello begeleid door Dora. Met heel veel moeite zijn ze de IJssel overgekomen. Eerst probeerden ze het bij Olst en toen het hun daar niet lukte zijn ze naar Deventer gegaan waar ze overal poolshoogte zijn gaan nemen. Tegen twaalf uur lukte het hun met behulp van een boer, die met kunstmest de IJssel over moest, de vijandelijke stellingen te penetreren. Elsebé’s bagage, van een kleine 10 kilo, werd onder de kunstmest begraven en zo konden zij erover komen. Ik heb nog geen bericht van haar ontvangen of ze goed overgekomen is. Ze wilde dit weekend in Den Haag komen. Ik wil daarom eens proberen jullie morgen op te bellen.

De vliegende bom op Schoonheeten is, zoals ik je al schreef, weer actief. In het begin zijn er weer een paar gevallen, een daarvan op een paar honderd meter van ons vandaan. Eergisteren hebben ze die weer in de lucht laten vliegen, waardoor er weer een groot gat in het dak werd geslagen. Onze weinige ruiten in het woonvertrek bleven gelukkig gespaard. Een paar pannen van het dak zijn wat verschoven maar verder was de schade gering.

Deze week woensdag of donderdag zal eindelijk de auto naar Den Haag vertrekken. Ik zal deze brief maar niet bij de pakketten insluiten want als hij toch weer niet gaat maak je je maar weer ongerust. In de pakketten zitten levensmiddelen voor jullie, Hes en Pit en voor een familie Ouwersloot in Oegstgeest, gestuurd door de familie Vegterlo. Sturen jullie me zo gauw mogelijk de slopen terug en verder stevige dozen en dito dik touw. Stuur me ook wat toiletzeep en als het kan vloeitjes. Stuur me ook een paar eierenkartons. Ik heb nu vier jonge hennen die over 1 of 2 maanden beginnen te leggen. Stuur ook tandpasta. Mijn hoed is nog steeds niet aangekomen. Nu langzamerhand, nu we weer wat geïnstalleerd zijn, ben ik erachter gekomen dat ik heel wat kwijt geraakt ben. Al mijn oude overhemden en een paar dassen en de boorden van mijn beige overhemd. Gelukkig had Dora een paar maanden vóór kerstmis, voor geval van nood, al mijn zomer en winterondergoed, mijn beide blauwe overhemden, lakens, slopen en handdoeken in de bakkersmand gepakt. Bij onze vlucht had ik die direkt meegenomen. De rest van mijn goed zat in een kastje en dat is grotendeels gestolen. Ook de theedoeken, waarvan de bazin al tien toegestuurd had, zijn haar gestolen. Jammer is het dat ik mijn beige overhemd nu niet kan gebruiken zonder boorden. Dora zal echter proberen er een paar bij te maken door die van onderen van het hemd af te knippen. Ik heb dus nog maar twee overhemden.

Hes haar drukwerken heb ik ook deze week weer in dank ontvangen. Je blijft dan weer enigszins op de hoogte van het wereldgebeuren. Ik ben benieuwd naar jullie berichten. Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 22 februari 1945

Lieve Leo,

Jongen, wat waren we blij met de pakken hoe ongelofelijk gauw zijn ze over gekomen, je zond ze woensdag en nu had ik alles donderdagmiddag al in huis. Het was bepaald een heele troost want we hadden een afschuwelijke bombardements dag achter de rug Gisteren was ook al niet mis maar vandaag was ik er op slot ziek van; twaalf golven bommenwerpers over ons heen, alles bedoeld op de startbanen van de VI maar vooral op de opslagplaats in het Haagsche Bosch. Ze raken veel maar er valt ook veel naast, in hoofdzaak op het Bezuidenhout waar veel aan diggelen is en dan de laatste twee dagen op het Malieveld. Jan ontsnapte nu al twee keer ternauwernood, hij bracht vanmiddag op een bakfiets een zwaargewonde naar het Militair Hospitaal waar aan de lopende band geopereerd wordt. Ons huis staat gewoon te schudden als de bommen vallen en de splinters van het afweergeschut vallen vóór het huis. Het zou niets helpen om uit de vesting te gaan want vanmorgen viel een misgerichte bom op de Mauritskade, vernielde het kantoor van Mr. Slotemaker waar Vader vaak vergadert en tevens de ruiten achtergevel kantoor Alexanderstraat 7. Je begrijpt hoe extra geroerd ik na die zenuwachtige dag was toen vader vanmiddag om 5 uur na een bommenregen het huis binnen kwam stormen met je pak. Wat schattig zorgzaam ben je voor ons, we zullen het nooit vergeten, jongen!

Ik ben zoo blij dat vader nu eens per week op de fiets naar Rotterdam gaat voor een vergadering, hij krijgt dan altijd een ossentong, een worst en een grote gespleten mergpijp mee. Dat zit vol vet en dat is juist zoo prachtig voor ons: ik heb een paar weken geleden een kieswortel ontsteking gehad en Jan lijdt er nu aan, alles ten gevolge van vetgebrek. En Elsebé schrok dat vader zoo mager was geworden sinds begin januari. Vader zegt dat je je geen zorg hoeft te maken, hij heeft zich nooit zoo fit gevoeld als na deze vermageringskuur. Toch snap ik het niet want wij hebben het nog veel en veel beter dan de meeste menschen en ik doe elke dag olie in het eten dat ik kook en op het brood hebben we ongeveer 100 gram per week. Dat laatste is natuurlijk veel te weinig, anderen hebben wel helemaal niets, en de boter die ik van jou heb en een paar pakjes margarine die vader uit Rotterdam mee bracht heb ik zoo verdeeld dat we er, als we 100 gram per week gebruiken nog tot eind maart mee toe kunnen. Als je denkt dat je me nog eens kunt zenden kan ik natuurlijk royaler rantsoen geven, dat voorkomt de genoemde narigheden. Een zegen is dat we vleesch hebben, peulvruchten, tarwe, rogge, aardappels, ik kan nu ook een heleboel andere menschen helpen. We verheugen ons als kleine kinderen op ons Zweedsche Roode Kruispak, n.l. 800 gram echt witbrood en 125 gram margarine per persoon. Ik heb ook de bon ingeleverd van jouw Bernard’s en Willem’s kaart, is dat even een bof!

Leo, weet je wat een afschuwelijk gezicht is? Mensen met hongeroedeem, ze krijgen door gebrek aan eiwit en vet allemaal waterblazen aan hun lichaam, meest aan het gezicht. Ze gaan heel langzaam dood. Er sterven ongeveer 80 menschen per dag in Den Haag en het is geen wonder: ons rantsoen is één brood per week, 125 gram vleesch dat er meestal niet is, 1 kilo aardappels per week, dat er al zeven weken niet is, géén vet, géén groente, soms 100 gram kaas, géén melk. De centrale keuken kookt bijna uitsluitend soep van tulpenbollen en gemalen erwtenbloem, het ziet eruit als klei, deze week was het twee keer zuur, massa’s menschen krijgen er ingewandsziektes van. Als je denkt dat Aukje die 58 jaar is twee keer per week een vol uur heen en ook terug naar me toe loopt allen omdat ik haar goed eten geef en meestal wat aardappels enz. mee naar huis geef, Vader bracht laatst een paar boterhammen met boter en worst mee voor een vriend; hij durfde het niet in dezelfde kamer op te eten omdat hij wist te zullen gaan schrokken. Het is alles een afschuwelijke nachtmerrie: ik ben blij dat jij het daar goed hebt en nog wat voor ons kunt doen en ook dat de slimme Elsebé met haar handige kornuiten nog altijd genoeg bijeen geschooierd heeft om er ongelofelijk goed uit te zien. Suusje ziet er ook goed uit, Arend-Jan ook, Pit is wat te mager. Jan dito maar ik zal hem een paar flinke borden peulvruchten koken dan is hij weer gauw op peil!

Even een ‘note garé’: Paps fietste in een storm naar het Westland, dat ook ‘gesperrt’ is. Toen de Duitsche wachtpost hem tegenhield zei hij ‘Polizei’. ‘Wie so?’ vroeg de Duitscher. ‘Oberregierunsrat Staatspolizei bei der Arbeitseinsatz.’ Zei paps en wuifde met een brief door Hacke samengesteld en versierd met veel stempels. Het was zoiets als het paard naar Hilversum, in elk geval klonk het voor de Duitscher overtuigend en hij liet hem door. Maar toen hij terugkwam met lof en prei en kool werd het wat anders want er mag geen sprietje groen uit. Paps zei weer krijgshaftig ‘Polizei ist frei.’ Ja, zei de soldaat maar heeft U ook een uitvoervergunning? ‘Ach,’ teemde Paps, ‘meinen Sie das?’ En hij liet hem een papier zien waarop staat dat zijn ‘Rad nicht beschlagnahmt  werden darf.’ Paps hield zijn duim op ‘Rad’ en toen liet de Mof hem geïmponeerd door en wij smulden van het verhaal en van de groente. Leuk hè?

Zeg, luisteren jullie wel eens op donderdagavond om halftien naar radio Hilversum naar de Radio Swing Club. Onbegrijpelijk waarom het mag maar enig leuk; de allernieuwste Amerikaansche jazz melodieën, het schijnt het blad ‘de Gil’ te zijn.

Dag dear: Hes gaat overmorgen naar Suus en Pit alles brengen en tevens aan die vrienden van Vegterlo dus dat komt voor elkaar. Een dikke zoen van Moeder en hartelijk dank en groetjes van Vader en Jan.

PS: Ook nog veel dank voor de boterbon, ik hoop dat het lukt hem te incasseren. Elsebé wist niet meer of het pakje met je hoed was aangekomen?

 

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 23 februari 1945

Lieve Leo,

Gistermiddag waren je beide pakketten reeds veilig en volledig in ons bezit. Je hebt me inderdaad tot tranen toe geroerd, zoo zorgzaam en goed als je alles geregeld hebt en zoo lief als je ook aan mij bijzonder gedacht hebt. Ik stel dat ontzettend op prijs en dank je er bijzonder voor. Het gevoel dat jij en ook Vader en Moeder, waar zij dat zelf kunnen, steeds zoo goed voor mij zorgen, is heusch een gevoel waar gisteren inderdaad een traantje van dankbaarheid over op welde. Juist nu je de nood zoo dagelijks om je heen ziet toenemen, besef je ten volle wat zoo hartelijk geboden hulp beteekent. Vooral ook voor de havermout ben ik zo dankbaar in verband met mijn galblaasaandoening. Wanneer ik probeer om zooveel mogelijk wat dieet te houden, zal ik het daarmee wel weten te redden, tenminste tot nu toe, kom ik er aardig goed af. Zoo enigszins mogelijk, breng ik morgen, zaterdag, zelf het pakket aan Suus en Pit en aan Ouwersloot. Ik heb nl. een Ausweis voor de fiets die echter nog weer in elkaar moet worden gezet. Het moet echter niet al te mooi weer zijn i.v.m. het luchtgevaar. Het is hier de laatste twee dagen levensgevaarlijk, de RAF zit voortdurend boven Den Haag en er vallen veel misgegooide bommen, helaas met veel slachtoffers. De Orts Kommandantur werd gedeeltelijk getroffen. Gisterenmorgen een bom op de Mauritskade hier vlak om den hoek, het was ontzettend. Hier op kantoor eenige glasschade, op mijn flat gelukkig niets, de buren naast en beneden ons echter wel. En dan maar steeds die lamme VII’s.

Gisteravond groote brand, vermoedelijk op Tilmstad, of de RAF dus eindelijk zijn doel bereikte? Namelijk opslagplaatsen van VII’s en dergelijke. Ontving je mijn briefje en 7 sigaretten, die dinsdag per Dr. Scheibeek naar Deventer gingen?

Bye, bye, nog wel bedankt, liefs en zoentjes van je

Hes

 

 

 

 

 

 

 

Heeten, 25 februari 1945

Brief no. 21

Lieve Moeder,

Ook deze week heb ik nog geen bericht van jullie ontvangen. ’t Zal wel te wijten zijn aan de slechte verbindingen. Wel kwamen een paar dagen geleden Betty Jansen en een meisje Gelhard hier aan met een brief van Elsebé waarin ze schreef dat ze goed overgekomen was en dat ze het weekend naar Den Haag zou gaan. Ik zal proberen deze brief via Keller te versturen. Woensdag gaf ik met een auto twee pakken mee voor jou, Hes en Pit, ik hoop dat het goed overgekomen is.

Er is hier niet veel nieuws. De VI is nog steeds actief en valt ook nog steeds bij tussenpozen. Als het ’s nachts ons gevaarlijk lijkt gaat er één buiten op wacht staan. Laatst heb ik van kwart voor drie tot ’s ochtends vroeg gewaakt. De D’s laten de gevallen projectielen nu meestal niet meer ontploffen, maar branden ze uit. Er komen hier nog steeds fouragerende mensen uit het westen aan de deur. Het is nu ook zo ver dat de boeren niet meer kunnen helpen, ze zijn uitverkocht. De mensen beginnen nu zelfs al goud aan te bieden maar dat wordt gelukkig niet door de boeren aangenomen. Wel wordt nog wat geruild, zoals lucifers, tabak en koffie- surrogaat.

Gisteren ontving ik van Hes twee drukwerken gericht aan Korten Horsting, heel hartelijk dank en vooral ook voor de agenda. Ik had nooit gedacht dat je dat nog kon krijgen.

Corrie, het dienstmeisje hier, heeft de schoenen van Oma, door Hes aan Elsebé meegegeven om te ruilen, naar haar huis in Heino meegenomen. Misschien dat Hes daarvoor wat spek of boter kan krijgen.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

Heeten, 4 maart 1945

 

Lieve Moeder,

Ik heb weer sinds lange tijd bericht van jullie ontvangen n.l. Vaders brief van 18 februari, ontvangen op 28 maart. Elsebé is dus gelukkig goed overgekomen. Ook ontving ik tegelijk de blocnote op welks papier ik nu schrijf. Van Hes ontving ik weer in hartelijke dank verschillende drukwerken. Hebben jullie ondertussen mijn beide pakketten ontvangen? De ellende in Den Haag en algemeen in het westen is dus ten top gestegen hetgeen wij hier al zo’n beetje van de trekkers vernomen hadden. Sinds een paar dagen is het verboden voor iedereen om de IJssel te passeren. Trekkers zie je dan ook bijna niet meer, de toestand werd hier dan ook bijna onhoudbaar, zelfs in Heten zijn de boeren uitverkocht. De mensen begonnen al goud en zilver te bieden voor rogge en aardappels. De boeren namen het gelukkig niet aan!

De VI is weer sterk actief en valt weer dikwijls, gelukkig altijd zonder te ontploffen. Zaterdag viel er weer een vlak achter het huis. Vandaag hebben ze hem laten uitbranden. In de VI zitten bijgaande pamfletten die onderweg, boven Engeland, worden uitgeschoten. Ook het Duitse blad “Signal” zit er in van A tot Z in het Engels vertaald. Het blad is haast te dik om te sturen. Van sommige VI’s waar de bom af is wordt door de Heetenaren de benzine afgetapt (er zit 400 l in) zodat iedereen genoeg brandstof heeft voor pompen en dergelijke installaties en voor lampen in geval er geen electriciteit meer zal zijn. Doktoren en veeartsen kunnen in iedere hoeveelheid benzine krijgen, hier, voor hun voertuigen. Ook wij hebben zo 60 liter bemachtigt. Ondertussen zit de familie hier weer te denken aan vertrekken want het kan nog wel eens gebeuren dat een vliegende bom zo dichtbij valt dat de boerderij in brand vliegt en dan is het vee niet meer te redden. Direkt gevaar is er echter nog niet!

Als jullie kans zien me nog iets te sturen dan heb ik vooral zeep en tandpasta nodig. Ik heb zo goed als niets meer om me te wassen. Stuur echter alleen via onze koerier of een ander vertrouwd persoon want er wordt veel gestolen.

Ik wacht nog eerst bericht van jullie af of ons contact via Keller onder de huidige omstandigheden (met de bepaling van de IJssel) nog blijvend is, vooraleer ik nog de laatste 1 1/2 pond boter van Speelman stuur. Hebben jullie nog shag voor hem? Hes haar schoenen heb ik geruild voor 1 pond boter en een paar worstjes. Wat denk ‘men’ in Den Haag over de oorlog? Ik geloof dat ze met het grote offensief niet eerder beginnen dan in april of mei. Ik wou in ieder geval maar dat het afgelopen was! Laat me zo gauw mogelijk weten als jullie op een of andere manier ergens gebrek aan lijden, dan doe ik alle moeite om iets te sturen.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

Heeten, 11 maart 1945

Lieve Moeder,

Eergisteren, vrijdag, ontving ik je brief van 22 februari. Op het poststempel stond Genemuiden. Ik was blij bericht van jullie te ontvangen. Het was hier n.l. maandag al bekend dat het Bezuidenhout kwartier vooral, in Den Haag, zwaar door bombardement getroffen was. Je begrijpt dat ik nogal ongerust was. Donderdag heb ik de hele dag op het kantoor van de melkfabriek geprobeerd op te bellen; het gelukte me echter niet verbinding te krijgen. Als er eens onverhoopt iets zou gebeuren laat me dan b.v. via van de Lande of Linthorst bericht sturen.

Bij zo’n bombardement zitten jullie dan in de kelder of hebben jullie dan een andere goede schuilplaats? Graaf anders éénmansgaten in de tuin of nog beter in het plantsoen vóór het huis. Maak ook een goede schuilplaats voor als de Duitsers terugtrekken en zij de bevolking mee willen nemen. Wij hier willen ons daar ook mee bezig houden. Verhalen van mensen uit Roermond en Venlo delen mee dat de Duitsers op het laatste ogenblik de bevolking meevoerde. Het verloop van de oorlog zal, nu ze bij Bonn de Rijn over zijn, wel sneller gaan. Ik hoor zo juist dat de Engelsen ook bij Wesel de Rijn over zouden zijn.

Wat is eigenlijk allemaal getroffen in Den Haag, het centrum ook?

Vrijdag was ik in Raalte, naar de tandarts om mijn gebit na te laten kijken en schoon te maken. Ik was net weer op de fiets toen een stuk of 6 duikbommenwerpers een aanval deden op de spoorbrug, die ook getroffen werd. Je wist niet zo gauw waar te blijven, de ruiten over heel Raalte sprongen aan diggelen. Een grote aanval zoals jullie die meemaakten zal er wel niet mee te vergelijken zijn. Je kunt misschien nog het beste in de kelder gaan zitten, behalve bij een voltreffer zal je niet veel last ondervinden.

Beroerd dat het gebrek aan levensmiddelen nu ook bij jullie zo nijpend begint te worden.. Ik hier, die aan niets gebrek heb, kan het me eigenlijk nauwelijks voorstellen hoe dat is. Ik vind het alleen een beroerd gevoel jullie daar te zien zitten. Ik had al eens gedacht het schaap te slachten (er moet veel vet in zitten) maar de grote moeilijkheid is natuurlijk het versturen. Komt Keller nog geregeld in Den Haag? Ik kan het zo per bode naar Zwolle sturen, van waaruit hij het mee kan nemen. Over een tijdje kan ik misschien ook wat halfgekookte eieren sturen. Stuur vooral dozen, papier en stevig touw (ook graag tandpasta en zeep) en vooral ook, als er nog is, shag voor Speelman (je hebt nog 1 ½ pond te goed). Als het erg nijpend wordt kunnen jullie dan niet proberen hier ergens heen te komen? Ik denk dat ik van Dora nog wel eens een pondje boter kan krijgen en twee boeren hebben me elk ook nog een pond beloofd. Ook zal ik eens proberen een roggebrood, een wittebrood en nog wat erwten of iets dergelijks te sturen. Ik heb hier ook nog wat havermout, heb je daar ook nog wat aan zonder melk? De grote moeilijkheid is natuurlijk alleen het versturen. Fijn dat jullie uit Zweden nog wat krijgen. Kan je daarop rekenen en hoe wordt dat verstuurd? Hes haar brief met 7 sigaretten heb ik niet ontvangen, het kan misschien nog komen. Over het algemeen worden brieven waarvan het vermoeden bestaat dat er iets in zit, subiet gestolen. Ook bonnen kunnen nauwelijks veilig verzonden worden.

De VI valt hier ook nog dikwijls. Gisteren vielen er liefst vijf achter elkaar. We hebben er gelukkig nog geen last van. De bommen worden onschadelijk gemaakt doordat de Duitsers ze laten uitbranden. We hebben gisterenavond weer 50 liter benzine bemachtigd. Gisteren moesten alle boeren uit Heeten Duitsers naar Almelo, met paard en wagen, vervoeren. Wie niet kwam werd doodgeschoten en de paarden werden in beslag genomen. Uit Heeten gingen slechts drie boeren. Ze zijn nog niet terug. Wij lieten onze paarden onderduiken en brachten ze naar een afgelegen weide.

Bram de Blécourt komt hier nog wel eens op bezoek.

De volgende zaterdag gaan we met een jong paard naar een paarden keuring in Raalte. Ik moet hem weer toiletteren. Verder is hier ook geen nieuws. Kun je ook nog eens couverts sturen?

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

                            Den Haag, 12 maart 1945

brief no. 22 (enkele vorig brieven waren niet genummerd)

Beste Leo,

Je brief no. 20 van 18 feb. waarin het vertrek van Elsebé gemeld wordt is een paar dagen geleden hier aangekomen. Elsebé zelf kwam donderdagsochtends opnieuw in den Haag om namens Mr. Mutsaerts pooshoogte te nemen hoe het stond met zijn kantoor in de Daendelsstraat. Welnu, dat is gelukkig gespaard gebleven, al zijn alle ruiten gesprongen. Maar op zo’n bagatel wordt hier niet meer gekeken. De huizen die zulke malheurtjes tot nu toe misliepen zijn te tellen. Vanmorgen is Elsebé weer bepakt en bezakt vertrokken, ze heeft een nieuw achterwiel op de kop getikt maar de banden blijven een zwak punt. Hes heeft je reeds meegedeeld dat hoe door verkeerd gemikte bommen uit 12, sommigen zeggen 18, 4-motorige vliegtuigen het grootste deel van het Bezuidenhout Kwartier tot aan de Schenkweg, inclusief twee katholieke en twee protestante kerken, verwoest en totaal verbrand zijn. 20.000 mensen zijn dakloos en het aantal dooden wordt tot nu toe op 500 geschat, het aantal gewonden is groter. De bedoeling was het Haagse Bos plat te maken maar op 3000m hoogte vliegend met een sterke noordwesten wind kwamen de bommen enige honderden meters buiten hun doel terecht. Ook de korte Voorhout tot en met Paulez (kroeg) en tot de koninklijke schouwburg is één ruïne. De brand verzwolg ook stukken van de Princessengracht o.a. de Princessenschouwburg, die een voltreffer kreeg. De Boschkantkerk waarvan  alleen de voorgevel met een stompje toren en het hoogaltaar nog overeind staan. Aan de andere kant van de brug, (die zwaar beschadigd werd; ook het Woeltje ligt vrijwel aan diggelen) is veel schade aangericht o.m. aan het grote huis van de typografische dienst. De schade is ontzettend groot. Van de dooden noem ik Speenhoff, Bulzing, en in de Witte Sociëteit veel nonnetjes en priesters. Onze vrienden de Burgers, Deckers, Toon en Mimi, de Wintermans enz. zijn allen ongedeerd maar hebben voor het merendeel hun huis verloren. Toon en Mimi wonen nu –en zeer goed- bij vrienden in Voorburg. We hebben hen bezocht en weer enigszins in de kleren gezet. Jan stond een pak af en Moeder gaf Mimi japonnen, onderkleding en luiers. Bovendien hebben we ze het eten gegeven wat we konden missen. Ze houden zich flink en waren ondanks alles opgewekt en monter.

Je weet van Hes dat ze diezelfde zaterdagmiddag om drie uur een bominslag meemaakte achter de tuin van de familie de Groot. De belendende huizen in de Mauvestraat zijn totaal leeggeblazen. Alle ramen, deuren en panelen vlogen het luchtruim in. Bij ons sprongen alle ramen aan de achterkant en twee grote ruiten aan de straat, plus de bovenlichten (glas in lood) in de gang, de voordeur en de voorkamer. Jan’s, Elsebe’s en Hilletjes kamer bleven intact. Gelukkig waren Moeder en ik juist de stad in om naar de brand te gaan kijken zodat ons de schrik en het ongeval zelf bespaard bleef. Jan heeft nu – met materiaal uit andere lege huizen gestolen- ons huis weer dichtgemaakt. Hij heeft er en hele week aan gewerkt. We hebben zo veel mogelijk weer glas ramen te pakken weten te krijgen zodat op dit moment ons huis eruit ziet als een gewonde soldaat met lappen om zijn hoofd en ledematen. We zijn  de schrik alweer te boven en blij dat noch bij ons, noch bij de buren persoonlijke ongelukken zijn voor gekomen. Verderop in de laan is een bom gesprongen achter het huis van Dr. van Dijk. Mevrouw is licht gewond maar loopt nu al weer rond.

Ik vrees dat als de vliegende bommen weer in jullie nabijheid worden opgelaten het op den duur wel niet mogelijk zal zijn om daar te blijven wonen.

Moeder heeft je brief nauwkeurig bestudeerd en een pak samengesteld dat aan je wensen tegemoet zal komen. We genieten nog elke dag van je schone gaven en lijden dan ook gelukkig geen gebrek. Alleen vet is een zwaar punt; maar dat is dan ook het enige. We mogen dankbaar zijn dat we er zo goed doorrollen. Elke dag stijgt de hoop met reuzensprongen dat ook de laatset loodjes spoedig tot het verleden zullen horen. We houden de datum van 18 maart vast –de feestdag van de Heilige Michael- en anders Pasen maar het kan toch altijd weer tegenvallen. Dit is zo dikwijls al het geval geweest. Wij worden echter niet ongeduldig of teneergedrukt. Hou je maar taai en doe onze hartelijke groeten aan de familie. Tot spoedig weer in ons midden, t.t.

Vader

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 12 maart 1945

Lieve Leo,

Nu wij vernamen dat Keller eind dezen week weer Oostwaarts trekt, kom ik ook nog maar een lettertje schrijven. Tevens gaat aan Keller een pakje mee (ter bezorging, dus misschien duurt het wat langer!) van Ouwersloot, Oegstgeest bestemd voor Vegterloo. Ik deed buiten in dat pakket, dat ik wat meer kantoorachtig en wat minder textielachtig inpakte, voor jou nog een doosje met 7 (of 5?) sigaretjes. Ik hoop dat alles in goede orde in jullie bezit komt. Ik adresseerde alles op jouw naam!

Ik schreef je nog niet, dat ik zoo’n aardig bezoekje bij die familie Ouwersloot bracht, toen ik per fiets naar Oegstgeest ging om ook Suus en Pit en Arend Jan op te zoeken. Ik sprak de moeder en de dochter en ik moest en zou binnenkomen en een kopje koffie drinken, dat al pratend veranderde in een zalige kop chocola met echte volle melk! En verder gaven ze mij wat groente mee, reusachtig aardig en hartelijk. Keurige, hartelijke mensen, waar de smid (Vegteloo) in de mobilisatie ook een tehuis had. Ik schrijf maar niet over alle ellende van de afgelopen weken; ik meen dat Vader je uitvoerig zal inlichten en  de grootste schrik is alweer geleden. De menschen worden zoo goed mogelijk voortgeholpen en haast ieder houdt zich flink. Wij kijken nu ook vol goeden moed naar het komende einde, er zit schot in, wie weet hoe de zaak plotseling in elkaar zakt. Hebben jullie ook nog zooveel te lijden van de V1 – 2 en 3? Het is hier in toenemende mate ontzettend, maar ook zelfs dat went! Ik geniet van je havermout en andere gaven: Ge sijt een braaf menneke! Hold die maar goud!!!

Zoentjes en liefs van

Hessie

 

 

 

 

 

Den Haag, 13 maart 1945

Lieve Leo,

Vanavond gaat iemand jouw richting uit en geef ik even een paar regels mee. Er is juist met de koerier een brief onderweg maar  deze gaat waarschijnlijk vlugger. Dus in het kort herhaalt: erge brand Bezuidenhout, alles afgebrand tot Schenkkade, Mimi en Toon alles kwijt, duurzaam dakloos. Wij op 3 maart een bom achter het huis, veel glasschade, verder alles goed. Elsebé bij ons geweest deze week, zal het bommen is nu een andere richting uit. Maak je niet ongerust over ons. Fris neemt deze mee, als er kans is dat hij overdag rijdt probeert hij bij je te komen om boter voor me mee te brengen waaraan ik erg behoefte heb.

Dag, in grote haast, dikke zoen van

Moeder

 

 

 

 

 

 

 

Den Haag, 13 maart 1945

Lieve Leo,

Er komt nog een bijlage bij de brief van gisteren:

1.     Heb je destijds een pakje 7 sigaretten ontvangen die via Dr. Schierbeek, die naar Deventer ging, gepost zou worden?

2.     Inzake de schoenen, die Elsebé meenam om voor mij nog tegen levensmiddelen (boter of vet of spek) te ruilen. Zie je daar nog kans toe? Indien dit moeilijk gaat en je ziet wel kans om de schoenen terug te sturen, dan doen we daar een goede daad mee, omdat er hier, na de Bezuidenhout ramp duizenden zijn, die alles kwijt zijn.

Misschien dat de boodschapper van Keller, die het pakje voor de smid en jou brengt (het was nl te zwaar voor een briefpakket) het weer mee terug kan nemen?

Zie dus maar eens wat je voor elkaar kunt brengen, maar als je er iets op weet, doe het dan vlug, want ik heb zoo’n idee dat binnenkort wel eens alle verbinding tusschen ons en het Oosten verbroken kan worden; er zit enorme spanning in de lucht, de moffen zijn hier ook weer doende.

Het beste en groetjes en liefs van

Hes

 

 

 

 

 

Heeten, 18 maart 1945

Brief nr. 24

Lieve Moeder,

Deze week ontving ik geen bericht van jullie. De postbode is er gisteren niet geweest, maar misschien komt er dan wel weer een brief van je, morgen. Er is hier eigenlijk niet veel nieuws van bijzonder belang. De vliegende bommen hebben zich een week lang rustig gehouden. De Duitsers hebben, gedurende die tijd de ravage opgeruimd die ze ermee veroorzaakt hadden. Nu schieten ze er één of twee per dag weer af. In het land, waar de pinkkalveren weiden, lagen stukken van uit elkaar geslagen bommen waar deze dieren aan begonnen te likken. Het gevolg was dat er een aan vergiftiging gestorven is en de andere tekenen van vergiftiging vertoonden. We hebben ze toen gauw naar een ander land gebracht. De ergste schade aan het huis en het dak is nu hersteld; de baas en zijn vrouw waren weer van plan in huis te komen maar nu de VI weer is begonnen, hebben ze er maar voorlopig van af gezien.

Deze week had Heeten weer bezoek van de ‘Grünen’. Het verdroot hen dat de boeren hun altijd vóór waren met benzine uit het geheime wapen te halen en ze kwamen huiszoeking doen. Ze kwamen ook bij ons; Dora stond hen te woord: zij was hier de baas, antwoordde zij, ze had geen benzine want er was hier toch immers electriciteit. Ze zochten niet veel, lieten ons ongemoeid en vonden niets. Ze schopten om de beurt tegen een lege VI benzine tank die we vlak in het gezicht achteloos in een sloot gerold hadden.

Zojuist krijg ik liefst vijf brieven, één vlug krabbeltje van jou van 13 maart, dus vijf dagen geleden, Fris, (dat is zeker onze kameraad- groenteboer) heeft hem niet gebracht maar hij kwam per post uit Zwolle, volgens het poststempel.

Is die bom vlak achter het huis terechtgekomen? En zijn bij ons de ruiten kapot?

Je schrijft dat er een brief onderweg is per koerier, Keller gaat dus blijkbaar toch nog naar Den Haag. Ik zal proberen hem een pakje te sturen met boter en eieren nog vóór Pasen. Één van mijn vier hennetjes heeft vanmiddag om halfdrie zijn eerste ei gelegd!

De vier andere brieven waren drukwerken van Hes. ‘De berichten van het hoofdkwartier’ noemen ze het hier altijd en ze worden altijd met gejuich ontvangen. Het blijkt mij eruit dat de oorlog toch harder opschiet dan dat ik gedacht had. Ik geloof dat ik mijn verjaardag nog thuis vier! Probeer in ieder geval verpakkingsmateriaal te sturen en een stukje zeep en tandpasta voor mij. Heb je nog shag Voor Speelman? Vergeet de couverts niet te sturen! Voor Hes haar schoenen heb ik nu twee vette gerookte metworsten gekregen en ik heb de beschikking over 1 pond boter. Laat ze zelf even schrijven hoe en wanneer ik ze zal sturen.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

Heeten, 2 april 1945

Brief no. 25:

Lieve Moeder,

De vorige dinsdag verstuurde ik via Keller een kistje met 21 eieren en een doos met boter, worst en havermout. Ik weet niet of Keller in de naaste toekomst weer naar Den Haag zou gaan; ik heb hem geschreven dat hij anders de boel maar weer moet terugzenden. Ik stuurde daarbij nog een haastig briefje waarin ik je de ontvangst bevestigde van twee pakjes (een van Hes en een van jou) en een brief no. 22 van 12 maart. Verder kreeg ik, zoals  gewoonlijk Hes haar drukwerken.

Uit jullie brieven blijkt gelukkig dat jullie er goed doorgerold zijn. Heeft het huis in de Zuilensteinstraat nog geleden?

Er is geen pak van me gestolen.

We leven op het ogenblik hier in grote spanning, we verwachten tegen de avond of anders morgen de Engelsen hier. Gisteren avond kwam iemand uit Goor hier in Heeten. Hij was eergisteren door de Duitsers gevorderd om met paard en wagen vrachten te rijden naar Enschede. Bij Goor gekomen was hij tussen Duitsers en Canadese tanks geraakt. Hij had alles in de steek gelaten en was op een of andere fiets weer terug naar Heeten gevlucht. De Duitsers bieden niets geen tegenstand. Volgens andere berichten zijn de geallieerden al diep de Achterhoek in en hebben o.a. Ruurlo bevrijd. Ze staan dicht bij Lochem, dus niet ver van Deventer. Gisteren avond kwam een Hollandse arbeider, gevlucht uit Duitsland, hier aan en bleef overnachten. Hij had in Enschede kanongebulder gehoord. Vanochtend werd gezegd dat Hengelo en Enschede bevrijd zouden zijn. Er zijn veel geruchten, net als toen in september van het vorige jaar maar al te veel geloof hecht ik er niet aan. Wel is een feit dat donderdagavond de VI startbaan in Schoonheeten en ook anderen in deze buurt in de lucht is gevlogen. Ik ben er zelf heen geweest en heb de ravage gezien. Het gevaar is dus gelukkig geweken. Verder vluchten sinds eergisteren  Duitsers en NSB’ers vanuit het zuiden en westen naar het oosten. Ook komen zij hier rovend en plunderend door Heeten. Fietsen en paarden en wagens  worden gevorderd, soms met de boeren erbij. Ook worden ze hier ingekwartierd. Gelukkig zijn ze tot noch toe hier niet geweest. Verder vliegen, zelfs bij het slechte weer van nu, telkens Engelse jagers, vlak bij de grond, over. Duitse vrouwen en kinderen komen in grote autobussen hier langs in noordelijke en oostelijke richting. Het is dus wel een feit dat het front dichtbij is.

Donderdag 3 april:

Gisterenavond, volgens officiële berichten was Enschede bevrijd en werden nog straatgevechten in Hengelo geleverd. De Canadezen beheersen het gebied zuidelijk van het Twente-Rijn kanaal van Enschede tot (doch zonder) Zutphen. Lochem is dus bevrijd. Gisteren sprak ik een paar mensen  die zelf gezien hadden dat de geallieerden ook over dit kanaal gekomen waren.

Maak je maar niet ongerust over mij, ik zit hier veilig. Zodra Den Haag bevrijd is kom ik achter het leger aan met mijn schaap en andere proviand!! Dit zal, als het tenminste overkomt, wel mijn laatste brief zijn uit bezet Nederland. Ik blijf in ieder geval doorschrijven  en zal proberen, later, om contact te krijgen via de Robaver.

Jullie hadden toch geen gelijk toen jullie dachten eerder bevrijd te zijn dan wij hier.

Houdt je taai en tot spoedig.

Groetjes,

Leo

 

 

 

 

 

 

Zondag, Heeten, 8 april 1945

Brief no 26:

Lieve Moeder,

De vorige week stuurde ik je voor het laatst bericht; ik weet trouwens niet of het nog over zal komen. Deze brief stuur ik nog maar niet weg want er is niets geen verkeer meer terwijl de Canadezen voor Deventer zitten. In mijn vorige brief schreef ik je al dat wij verwachtten elk ogenblik bevrijd te worden, het mocht helaas nog niet zo zijn. Er blijkt nogal tamelijke tegenstand te zijn geweest bij het Twente kanaal en bij Zutphen, terwijl bij Deventer nog zware gevechten verwacht worden.

Het uiterlijk beeld is deze week wèl veranderd; was er eerst op de wegen niets van militaire bewegingen te bespeuren en was er heel in de verte slechts een vaag gerommel te horen; sinds donderdagnacht is er in Heeten een ware invasie van Duitse troepen gekomen vanuit de richting Deventer, eerst geleek het op een wilde vlucht, later ging alles regelmatiger. Ze namen 100 stuks vee mee, waarschijnlijk de boeren in de Achterhoek afhandig gemaakt, waarvan er 10 daags geslacht worden. Ze arriveerden meest op boerenwagens met paarden of op onderweg buitgemaakte fietsen. Ze kwartierden zich overal bij de boeren in en velen begonnen direkt al met roven en plunderen. De boeren aan de Deventer kant kregen zelfs kanonnen voor het huis. Ook wij kregen inkwartiering van 20 man, 14 paarden en 11 wagens, waarop zij al hun geroofde schatten (meest levensmiddelen) hadden gepakt. Ze hadden o.a. een hond, veertien kippen, een klein schaapje enz. enz. bij zich. Dezelfde nacht begon reeds een hevig artillerievuur en ook de kanonnen  hier in Heeten begonnen te schieten. De granaten kon je soms horen fluiten, het huis stond te schudden op zijn grondvesten. Steeds meer troepen trokken ondertussen nog noordwaarts. Sinds vandaag zijn de troepen hier ingesloten en kunnen nergens meer weg. Enschede, Hengelo en Almelo en verderop Coevorden zijn bevrijd terwijl de tankspitsen naar het IJsselmeer zijn afgebogen.

De Engelsen zitten nu aan de rand van Deventer en, volgens een soldaat die juist van het front kwam, 3 km zuidelijk van Holten. Gisteren waren hier een paar mensen uit Nijverdal die de Tommy daar al aan de andere kant van de Regge gezien hadden. De Duitsers die we hier hadden zijn vanmiddag haastig vertrokken, terwijl de commandant me een paar uur eerder verzekerd had dat de Engelsen teruggeslagen waren. Ze hebben een heilig ontzag voor de geallieerde vuurspuwende tanks en hun artillerie.

Het is nu zondagnacht terwijl ik dit schrijf, er moet bij het paard gewaakt worden dat vannacht wil veulen. Bernard en ik zitten nu bij de ouderwetse lamp (elektriciteit is er sinds drie dagen niet meer) die gevoed wordt door de benzine van de VI. Buiten donderen de kanonnen terwijl soms het huis schudt, als degenen die in Heeten geparkeerd staan, zich in dit hels concert mengen. Ook het verwijderd ratelen van zware mitrailleurs is te horen. Aan de hemel zijn een paar schijnwerpers te zien der Engelsen die het slagveld verlichten; elke avond komen ze dichterbij. Het zijn spannende dagen die jaren schijnen te duren, iedereen verlangt naar nieuws, geruchten zijn er talloze, van werken komt niets meer.

Maandag 9 april:

De Engelsman zit nu dicht bij. De consternatie hier is groot. Alles loopt zenuwachtig door elkaar. Ik ben maar eens aan het schrijven gegaan, dat geeft ten minste wat afleiding.

Vanmorgen was het schieten dichtbij ook het geratel van mitrailleurs was duidelijk te horen. Vannacht vielen enige granaten in Heeten, de bewoners zaten in de kelder. Tegen de middag kwam weer een Duitser, inkwartiering voor 14 man moest hij hebben, het is nu drie uur en ze zijn nog niet gekomen. Ik geloof ook niet dat ze nog komen. Holten is gisterenmiddag bevrijd. Ze zitten nu tussen Nieuw Heeten en Heeten. We hebben het vee in de wei gedreven. De boeren wonend aan de Holterstraatweg zitten nu bij ons. We hebben inderhaast eenmansgaten en loopgraven gemaakt. Ik schrijf nu vanuit een loopgraaf. De granaten fluiten over ons heen. Zojuist is een boerderijtje vlak bij ons in brand gevlogen. We zitten nu volkomen in het frontgebied. Als de Engelsen er nu maar zijn voordat de zon ondergaat. Verschillende boerderijen aan de Hoterweg staan in brand. Het is prachtig weer, er zijn weinig vliegtuigen in de lucht.

Het is nu half negen, we zitten allemaal in de kelder. We zijn naar het afgebrande boerderijtje geweest. Een dronken Mof had het in brand geschoten nadat hij om boter en brood had gevraagd. De Duitsers, zegt men, zijn nu uit Heeten teruggetrokken. We zitten in een niemandsland. Toen ik daarnet even buiten was kwamen een paar granaten op een 100 meter van me af in de grond. Zojuist is de kerktoren in brand geschoten. We zitten in angstige spanning en we blijven vannacht in de kelder. We hebben onze grootste kostbaarheden hier om ons heen in de kelder verzameld. Het is grappig om te zien wat ieder individueel als zijn kostbaarste bezit tracht te redden in zulk een ogenblik. De grootste onbenulligheden worden nog meegesleept. Onze kleren hebben we in een kuil gestopt en er stro en zand overheen gegooid.

Dinsdag 10 april:                     “Dag der bevrijding”

We hadden vorige nacht een slapeloze doch overigens rustige nacht. Er vielen gelukkig geen granaten meer in Heeten. We sliepen halfjes op stoelen in de kelder. In de verte kanongebulder. Ik heb zojuist mijn eerste Engelse sigaret gerookt; ‘Graven A, H.M. Forces’. Vannacht om half twee was bij een buurman een Canadese tankwagen half in de sloot gereden. Ze hielpen hem uitgraven en kregen als beloning en trommel met sigaretten, terwijl de vrouw chocolade kreeg. Net een half uur geleden heb ik twee Engelse tanks gezien. Eerst hoorden we hun zware motoren telkens aanzetten dan stoppen en dan geratel van machinegeweren. Ze kwamen achter het huis over het zandpad rijden naar Schoonheeten. Op dit ogenblik horen we hun tanks weer aankomen. Twee tanks en drie auto’s. Ze gaan weer naar Schoonheeten.

Ik ben net in Heeten geweest; er zijn nog geen Engelsen maar de Duitsers zijn ook teruggetrokken. De ondergrondse patrouilleert door het dorp. Zij hebben een gevecht geleverd met een Duitse scherpschutter. Één van hen is gewond in de buik en is bediend, hij wordt naar Nieuwheeten gebracht waar de Engelsen zitten. De brug naar Raalte is door vier leden van de ondergrondse beweging bezet geweest; de Moffen deden een tegenaanval en vernielden de brug. Een zoon van de buurman is gewond. De kerktoren is gisteravond niet beschoten maar de Duitsers probeerden hem in de lucht te laten vliegen om de Engelsen een observatiepost te onthouden.

Vanmiddag Duits artillerievuur op Heeten, gelukkig geen ongelukken. Om kwart voor drie trokken een tiental Canadese wagens door Heeten en weer terug naar Schoonheeten, direkt werden de vlaggen uitgestoken en de mensen waren wild enthousiast. De Canadezen wuifden naar alle kanten. Er is nu (’s avonds) geen enkele militair in Heeten. We zitten in een soort niemandsland. Een groep Canadezen met tanks is wel zojuist ingekwartierd bij een buurman, achter ons. Vanmiddag kwam een tank bij ons huis. Ze wilden weten waar de VI startbaan was; we kregen direkt sigaretten. We zijn zo even bij de Canadezen geweest; gezellige gezonde kerels. Ze waren net aan het koken. We vergaapten ons aan het spierwitte brood, de kaas enz. We kregen direkt echte thee met suiker, sigaretten, de meisjes gebakjes, de kinderen snoepgoed. Ze vertelden openhartig hun krijgsplannen. Ze gingen nu naar de brug in Heeten om over het kanaal te komen. Ze maakten hun tanks al klaar. Een ondergrond man ging mee om de weg te wijzen.

Woensdag 11 april:

We sliepen vannacht weer allemaal in de kelder want we vreesden granaatvuur van de Duitsers. De nacht verliep echter rustig. Je kunt je haast niet voorstellen dat je bevrijd bent. Overal vlaggen, de mensen dragen oranje. De fietsen worden tevoorschijn gehaald. Alles wandelt door Heeten in afwachting van het gros van de troepen die om drie uur zouden komen. Willem maakte mee hoe drie Grünen gevangen genomen werden. De Canadezen hadden net gedaan of ze hen hadden willen doodschieten en ze toen in hun tanks meegenomen. In Holten zijn direkt alle NSB’ers opgepakt; de vrouwen moesten de huizen schoonmaken waarin Duitsers gehuisd hadden. De Landwacht moet met hun blote handen de gaten van de VI dicht gooien. In Heeten, wordt gezegd, komt ook een vracht NSB’ers uit Raalte (dat vanochtend om 7 uur bevrijd werd) om hier te werk gesteld te worden onder bewaking van de ondergrondse.

Morgen ga ik waarschijnlijk naar Lochem om eens na te gaan wat er met tante Johanna is gebeurd. Men zegt dat Lochem nogal geleden heeft.

Zondag 15 april 1945:

Ik ben donderdag 12 april, samen met Bernard naar Lochem geweest. Wonder boven wonder leeft tante Johanna nog en ze maakt het in de gegeven omstandigheden tamelijk wel.

Bernard en ik vertrokken ’s ochtends over Nieuwheeten en Holten naar Goor om van daar over het Twenterijn naar Hengevelde te gaan waar Anton Kortenhorst bakker is. Onderweg zagen we verscheidene verbrande boerderijen, sommigen hadden hun vee nog bijtijds naar buiten kunnen drijven maar velen hadden  ook alles verloren. We lazen hier ook de eerste proclamaties van de koningin en aanwijzingen van het militair bestuur. Met enige moeite kwamen we over het kanaal dat bewaakt werd door de ondergrondse, thans N.B.S. (Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten) genaamd. Het is namelijk verboden zich buiten een straal van 6 km buiten zijn woonplaats te begeven maar aangezien wij nog geen enkele bekendmaking in Heeten hadden gelezen waren wij daarvan niet op de hoogte. In Hengevelde troffen we Anton in de beste welstand aan. Zij waren daar, evenals in Lochem, de eerste paasdag bevrijd. Wij bleven er niet lang en gingen verder naar Lochem. Onderweg kwamen we duizenden Engelse wagens en tanks tegen, op weg of komende van het front. Lochem was niet zo erg beschadigd als de geruchten deden vermoeden. Wel vertoonden veel huizen kogelgaten  aangezien het tamelijk hoge percentage NSB’ers dat zich verschanst had in de huizen. Tante Johanna was enige weken geleden uit het ziekenhuis gekomen en had weer haar intrek genomen  bij haar nicht van Dugteren. Ze was heel mager geworden maar zag er overigens nog tamelijk goed uit. Lopen kon ze niet erg best meer maar overigens had ze niet veel last meer van haar been. Bij haar vlucht uit Arnhem had ze alles verloren behalve hetgeen ze aan had en een paar dekens. Ze had het overigens goed bij haar nicht en ze voelde zich ook wel op haar gemak. Tijdens de nadering der Engelsen, toen iedereen in de kelder gezeten had, waren zij rustig met hun drieën in de huiskamer blijven zitten, waar ook tante Johanna in bed lag. Alle vertrekken van het hele huis waren doorboord geweest met kogels behalve  dat ene vertrek waar de drie oudjes in gezeten waren. Het is een wonder dat ze er zo af gekomen zijn. Eerst was tante Johanna geestelijk in de war geweest maar ze was er voor de zoveelste keer weer bovenop gekrabbeld.

We wilden bij Lochem weer over de noodbrug om over Bathmen naar huis te gaan, maar ditmaal lukte het ons niet.  We probeerden eerst toestemming te krijgen van de N.B.S.  maar die had niets te vertellen. Ik ben toen naar de ‘Field Security’ gegaan waar me de huid vol gescholden werd door enige, in Engelse uniformen geklede Hollanders die, het scheelde niet veel, me zelfs wilden arresteren, verdacht van Duitse spionage. Gelukkig sprak ik beter Engels dan deze verklede snotneuzen en wist de Engelse officier van mijn argeloosheid te overtuigen. Deze zei ten slotte dat hij me graag wilde helpen maar dat hij me geen permissie kon geven het kanaal over te steken. We zijn toen weer teruggegaan naar Hengevelde waar Anton ook tot de ondergrondse behoorde, om daar, met zijn hulp, bij Goor over het kanaal te komen. Hier werd echter zelfs Anton door de N.B.S. afgesnauwd. Geen mens kwam er meer over, zelfs niet degene met de beste Engelse papieren. Gelukkig stond ook hier een Engelse officier die ik de zaak uitlegde en die ons toestond de brug over te gaan. We stapten prinsheerlijk de brug over, stomverbaasd nagekeken door de ondergrondse. Overal in de dorpen en steden waren de vlaggen uitgestoken, iedereen draagt oranje, kinderen zijn soms helemaal in het oranje gekleed. Het voorlopig bestuur is in handen van de N.B.S. die ook de orde bewaard. Zij zijn gekleed in gewone blauwe overalls met een band om de arm en ze zijn meest bewapend met een repeteer geweer. Het geheel moet voortreffelijk georganiseerd zijn van tevoren, over geheel Nederland. Geen ogenblik na het verdwijnen der Duitsers is er een phase zonder bestuur geweest. In verschillende dorpen en steden heeft zij nog tijdens Duitse bezetting, bruggen, fabrieken en installaties bezet. De leiders zijn meestal in Engeland opgeleid. In sommige gemeenten is de oude burgemeester van vóór de oorlog weer aan het roer. In andere gemeenten, zoals Raalte, mag de burgemeester niet optreden en is een plaatsvervanger aangewezen. In het Raaltense geval is Evers waarnemend burgemeester. Ook de politie mag niet optreden tenzij zij bij de ondergrondse werkzaam zijn geweest. Ook ‘bijltjesdag’ hebben wij nu meegemaakt. Zover mij bekend bleef het beperkt tot het kaalknippen van meisjes die met de moffen op stap zijn geweest en tot pesterijen als: met de tandenborstel Duitse huizen aanvegen, met handen of schoppen met heel korte handvatten gaten dichtgooien, met aanplakborden rondlopen oranje liedjes zingend enz enz. In Deventer moesten ze rare toeren maken die dan verfilmd werden en ’s avonds in de bioscoop vertoond werden. Gelukkig hebben de Canadezen aan die onwaardige en mijns inziens onrechtvaardige vertoningen een eind gemaakt. Wel worden alle NSB’ers gearresteerd.

Langzamerhand wordt al iets meer voedsel aan de bevolking verstrekt. Zo krijgt Deventer al wat meer brood, melk is in kleine hoeveelheden weer op de bon verkrijgbaar, zelfs iets boter. Ook sigaretten werden in enkele winkels, ter ere van de bevrijding, verkocht. Kranten verschijnen in beperkte oplaag en worden op de hoeken van straten of winkels aangeplakt. Het laatste nieuws wordt door luidsprekers of bulletins den volke verkondigd zolang er geen stroom is voor de radio. Overal zijn auto’s, motorfietsen en fietsen weer opgedoken en iedereen rijdt weer prinsheerlijk rond. De wegen moeten wel zo veel mogelijk vrij gehouden worden voor het militair verkeer. Prins Bernhard heeft reeds Enschedé en Deventer bezocht.

 

 

Heeten, zondag 22 april 1945

Deze week is er eigenlijk niets van belang voorgevallen. De oorlog is ons als een windhoos voorbij getrokken, de rust in Heeten is weergekeerd. Je kunt aan zo goed als niets meer merken dat we hier in bevrijd gebied leven. De vlaggen zijn uit zuinigheid weer ingetrokken, iedereen is weer rustig aan het werk. De speruren zijn alleen verschoven naar zeven uur ’s morgens en tien uur ’s avonds. Gisteren verscheen hier in het dorp het eerste vrije weekblad in zakformaat met o.a. een proclamatie van de Koningin en verschillende opgewonden relazen van de bevrijding van enkele buurtschappen. Ook elders in Twente verschijnen nu weer dagbladen; niet alleen communistische (de communisten zijn van het begin af zeer actief geweest met hun propaganda die door het publiek met enige verwondering wordt gadegeslagen) maar ook katholieke bladen. Verder wordt het nieuws door bulletins bekend gemaakt. Er wordt sterk meegeleefd met het Westen waarvan gezegd wordt dat de hongersnood ten top gestegen is, terwijl het land door de overstromingen sterk te lijden heeft. De schade hier in het Oosten van het land valt over het algemeen wel mee. Alleen Groningen heeft tamelijk zwaar geleden terwijl er 2000 doden zijn onder de bevolking. Electriciteit is er sinds 14 dagen niet meer, of dat te wijten is aan beschadigingen van de centrale of kolenschaarste weet ik niet. De kolenmijnen zijn tijdelijk door de regering overgenomen en onder staatstoezicht geplaatst. De productie moet in de komende maanden verdrievoudigd worden. Ook lopen hier geruchten over stakingen in Twente; als oorzaak worden opgenoemd lagere lonen en langere werktijden dan die gedurende oorlogstijd. Ik hecht er niet veel geloof aan aangezien het mij onwaarschijnlijk lijkt dat nu reeds weer de fabrieken draaien bij het heersende gebrek aan grondstoffen. Steeds meer Nederlandse arbeiders komen hier over de grens gevlucht.  De mannen hier worden al opgeroepen om een ‘grenswacht’ te vormen, om verkeerde elementen het overschrijden der grens te beletten. De vriendschap tussen de Engels-Canadese troepen en de bevolking is reeds dik aan, zodanig zelfs dat de pastoors de moeders reeds waarschuwen hun dochters onder hun hoede te houden. Voetbalwedstrijden tussen de verschillende verenigingen en de geallieerden vinden geregeld elke zondag plaats. Ook handel op grote schaal wordt gedreven tussen de bevolking en de troepen. Eieren zijn het voornaamste ruilmiddel waarvoor dan thee, chocolade, sigaretten, zeep, enz. enz. wordt geleverd. In Heeten zijn overigens geen Engelsen te zien en er zijn er ook geen ingekwartierd. Van een ‘bezetting’ zoals wij die onder de nazi overheersing gekend hebben, is geen sprake. De feitelijke macht is in handen der Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten.

 

Zondag 29 april 1945

De gebeurtenissen in het laatst van deze week volgen nu snel op elkaar. Himmler heeft Amerika en Engeland Duitslands capitulatie aangeboden. Goering is terechtgesteld of heeft zelfmoord gepleegd. Mussolinni is gevangengenomen bij een poging om naar Zwitserland te vluchten en Hitler zou vannacht gestorven zijn nadat hij zijn laatste Perzisch tapijtje verorbert had. Lt. Generaal Dittmar is gevangen genomen, Goebels is voortvluchtig.

Zojuist hoorde ik dat vliegtuigen onderweg waren naar West Nederland om voedsel naar beneden te werpen. Het medeleven met de drie hongerprovincies is hier groot. Er wordt hier nog niet veel extras gedistribueerd, zoveel mogelijk wordt gereserveerd voor het Westen. Er zijn al verschillende biddagen uitgeschreven voor de spoedige bevrijding van heel Nederland. Vorige maandag was ik in Deventer; er kwamen lange rijen enorme Londense vrachtwagens langs, hoog opgestapeld met voedsel. Zij rijden achter het front aan om direkt na de bevrijding de eerste nood te lenigen. Deze week is weer voor het eerst suiker, koek, Engelse biscuits en chocolade voor de kinderen op de bon te krijgen.

De ondergrondse wordt hier in de gemeente Raalte hoe langer hoe meer met de nek aangekeken. Iedereen kan er maar bijkomen, wordt gezegd. Ze hebben onderling feestjes en dansfuifjes terwijl de geestelijkheid elk openbaar feestvertoon verbiedt. Jantje die vroeger zwarthandelaar en Grietje die vroeger pro Duits was lopen nu met de oranje band om de arm en het geweer op de rug. Doordat ze met deze laatste dikwijls niet kunnen omgaan, zijn er al vaak ongelukken gebeurd. De kankerpartijen zijn, zoals je ziet, typisch dorps en Nederlands en gelukkig nog niet van politieke aard zoals bv in België, Frankrijk en Griekenland. De bezwaren zijn overal in bevrijd gebied de zelfden naar je het hoort. Overigens doet de ondergrondse goed werk met het opsporen van NSB’ers. Zo zijn Max Blokzijl, de beide cultuur Snijders, de rector magnificus van Groningen en vele anderen reeds gegrepen. De eerste had o.a. 71 miljoen guldens bij zich tezamen met een berucht Gestapo beul uit Groningen. Er zijn trouwens meer NSB’ers in het noorden van het land gegrepen. Ik vermoed dat ze naar Noorwegen wilden uitwijken om daar enige tijd de tegenstand te willen voortzetten.

Kranten verschijnen nu weer wat regelmatiger. Meest vroeger illegale bladen die gezamenlijk een dagblad ‘Het Nieuws’ met de dagelijkse berichten verzorgen en op het eind van de week verschijnen met een weekblad dat meer politiek gekleurde artikelen bevat. Ook een enkel dagblad van vóór de oorlog of bladen die zich gedurende de bezetting niet gecompromitteerd hebben, verschijnen op enkele plaatsen. Ook in Heeten worden de radioberichten nu door middel van loudspeakers verspreid. Electriciteit is nu weer in beperkte mate voor openbare bedrijven, ziekenhuizen en dergelijke beschikbaar gesteld.

Zodra Den Haag bevrijd is probeer ik zo gauw mogelijk met levensmiddelen te komen. De grote moeilijkheid is echter om over de IJssel te komen. De vorige week mocht het nog wel maar arbeiders uit Duitsland, die in steeds groter getale hier aankomen, mogen er toch niet over. Bram de Blécourt en ik zullen echter, desnoods in officiële hoedanigheid, proberen zo gauw mogelijk naar het Westen te komen. De berichten, of liever gezegd, de geruchten, over het Westen zijn hier, vooral de laatste tijd zeer somber gekleurd. Er zou nog voedsel zijn tot begin mei, terwijl in Amsterdam pest heerst, ook zou deze stad onder water gelopen zijn. De schade door de overstromingen moet enorm zijn. De tijd voor degenen die wachten om weer naar huis te gaan, schijnt, vooral de laatste tijd, voorbij te kruipen, terwijl de onzekerheid omtrent de familie dit er niet aangenamer op doet worden. Enkele onderduikers uit Heeten zijn reeds weer naar huis vertrokken maar de meeste kunnen nog niet zo ver komen. De op handen zijnde capitulatie van Duitsland stemt velen weer wat vrolijker maar ik persoonlijk geloof niet dat dat onmiddellijk de Duitse tegenstand in het Westen zal doen ophouden. We moeten maar rustig afwachten.

Zondag, 6 mei 1945

‘Rustig afwachten’ schreef ik de vorige keer. Sinds gisteren is heel Nederland bevrijd. Feeststemming overal, de vlaggen werden uitgestoken, muziek mocht weer gemaakt worden. Maar zo ver lijkt het er nog niet veel op dat ik naar huis kan. Er lopen sterke geruchten dat er verschrikkelijke ziekten zijn uitgebroken in het Westen, het vuil moet hoog in de straten liggen; de Duitsers in sommige steden hebben het vuur op de bevolking geopend. Ik was er al bang voor dat het zo vlot niet zou gaan. De laatste tijd duurt het me erg lang om te wachten. Langer dan twee jaar dat ik hier al zit. Het schijnt dat het Westen minstens 3 maanden quarantaine gebied moet blijven; en dan maar ‘rustig afwachten’. Deze week heb ik via het rode kruis bericht naar jullie gestuurd, ook aan Rosmalen en oom Piet. Gisteren kwam Bram hier met een brief van tante Marie uit Den Bosch. Ze maakten het allemaal goed. Alleen hun huis was bij een tankgevecht vrijwel verwoest. De Rosmalense familie was ook gezond, ze hadden geen schade geleden aan hun huis. Ik wil morgen eens proberen naar Hr. Tukker in Apeldoorn te gaan, misschien weet hij een weg om naar Den Haag te komen. Anders geef ik mij in Deventer op bij de voedselvoorziening om zo te proberen in het Westen te belanden. Ik vrees echter dat het lang zal duren.

Ik zal jullie nu eens schrijven over de laatste gebeurtenissen in Duitsland want ik denk dat jullie weinig berichten daaromtrent kregen. Himmler bood, door middel van de vice voorzitter van het internationale Rode Kruis graaf Bernadotte van Zweden, Duitslands capitulatie aan, uitsluitend aan Engeland en Amerika, die deze capitulatie weigerden zolang het aanbod ook niet aan Rusland gedaan werd. Himmler deelde voorts mede dat Hitler stervende was en niet langer dan 48 uur te leven had. Goering was terechtgesteld en Ribbentrob was vervangen door graaf Schwering von Grositz. De dag daarna deelde admiraal Dönitz mede dat Hitler dinsdag gesneuveld was bij de verdediging van zijn Reichskanslerei en hem (Dönitz) zondag (!) had benoemd als zijn opvolger. Dönitz verklaarde de strijd tegen Rusland te willen voortzetten en tegen de angelsaksen  een defensieve houding aan te nemen zolang zij hem niet in de strijd tegen het rode leger wilden steunen. Daarna kwam het bericht dat Goebels evenals  Hitler zelfmoord gepleegd hadden en dat Mussolini doodgeschoten was nadat hij met leden van zij kabinet plus een zijner vriendinnen een poging gedaan had om in Duitse auto’s de Zwitserse grens over te komen.  Ondertussen werd melding gemaakt van de gevangenneming van talrijke prominente Duitse persoonlijkheden zoals de veldmaarschalken von Rundsed en Kleist, de radio generaals Dittmar en Hans Fritsche, verschillende concentratie kampbeulen enz. Anderzijds de bevrijding van vele Nederlanders uit de beruchte kampen en Franse politici als Daladier, Reinaud, Blum evenals de generaals Weizland en Ganalin. Verder werden nog Schussenig en Niemöller in vrijheid gesteld.

Dönitz begon zijn houding tegenover de Westelijke mogendheden langzamerhand te wijzigen en verklaarde via de radio dat een verdere strijd tegen deze machten zinloos geworden was. Steeds meer legergroepen, te beginnen in Italië gaven zich over aan  de Engelsen en Amerikanen. Aan de Russen gaven zij zich echter niet over. In sommige frontsectoren die voor rekening der Russen waren wilden de Duitsers zich overgeven aan Engelsen of Amerikanen die hen echter naar het Russische opperbevel verwezen. Volgens de BBC stonden de Engelse kranten vol over de gruwelijke ontdekkingen gedaan in de Duitse concentratiekampen waar nog op het laatste ogenblik duizenden mensen de dood in gedreven werden. In een zoutmijn in centraal Duitsland werd  voor miljoenen en miljoenen aan goud en kunstschatten gevonden.

 

Woensdag, 9 mei 1945

Vandaag om één minuut na middernacht werden alle vijandelijkheden in Europa gestaakt. Duitsland is voor het forum der wereld in zijn onderbroek gezet als nog geen enkel land eerder in de geschiedenis in zijn onderbroek gezet is. Vanmiddag en vanavond worden grote feestelijkheden in Heeten georganiseerd.

Maandag ben ik naar Deventer geweest, ik wilde eerst naar Apeldoorn om Tukker te vragen of hij een weg wist om mij naar Den Haag te krijgen maar het lukte mij niet om over de IJssel te komen. Ik ben toen nog naar v/d Lande geweest, die me trouwens mededeelde dat Tukker afgezet was als voedselcommissaris, zodat ik daar toch niet veel verder gekomen zou zijn. Ook v/d Lande kon mij niet helpen om bijvoorbeeld door middel van de voedselvoorziening naar het Westen te komen, evenmin als het Rode Kruis. De gehele voedselactie voor het Westen is in handen der Engelsen. Gisteren hoorde ik dat een paar broeders uit Haarle permissie gekregen zouden hebben om deze week naar het Westen te vertrekken. Het lijkt me tamelijk onwaarschijnlijk maar ik wil toch vanmiddag er even heen en zal ze dan deze brieven meegeven. Probeer nu al het mogelijke om me, desnoods in een of andere functie naar Den Haag te krijgen. Grijp daarbij hoog, hoe hoger hoe beter en veronachtzaam daarbij niet Engelse papieren om rivieren en wegen te passeren.

Gisteren is mijn schaap geschoren, zij leverde 4 kilo wol op, zijzelf ziet er volgens deskundigen zeer goed en vet uit, ze weegt 125 pond.

 

 

 

 

 

 

‘s Gravenhage 24-4-1945

 

Beste Leo,

In afwachting van de bevrijding schrijf ik je een brief en verwacht een vriendelijke koerier hem in Utrecht te posten nadat Utrecht bevrijd zal zijn. Ik veronderstel nl dat onze geallieerden er eerst in zullen slagen Utrecht dan Den Haag aan den vijand te ontrukken. Je zult zeker reeds geschreven hebben aan de ooms in Brabant en in Drenthe en ook wel contact hebben met oom Piet en tante Johanna.

Vanuit de verte hebben we de strijd in jouw omgeving meegeleefd. We zijn natuurlijk zeer verlangend om alle bijzonderheden te vernemen. We hopen je nu over niet al te lange tijd weer hier te zien. Beladen met goede boter. Boter is eigenlijk het enige artikel waaraan we behoefte hebben. Het is hier nog tamelijk rustig in Holland ook in Amsterdam volgens recente berichten van Elsebé. Het water  staat hoog maar de straten zijn niet overstroomd. In onze gemartelde stad worden veel huizen (de flat van Van der Loo bijvoorbeeld) gevorderd om de september 1944 ‘helden’ die naar het oosten gevlucht waren weer op te nemen. Er zijn dus weer NSB'ers waarneembaar en verder etappetroepen. We verwachten hier geen fanatieke strijd gezien de geringe sterkte der hier  afgesneden Duitse troepen, gezien ook de mentaliteit van velen die er schoon genoeg van hebben.

Tot spoedig dus,

Vader

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Informatie Bureau

Van het Nederlandsche Roode Kruis

Netherland Red Cross Information Bureau

 

AANVRAGER     -     ENQUIRER

 

Naam                    Name                                       Kortenhorst

Voornaam              Christian Name                          Leonard G.

Straat                    Street                                       F 68

Plaats                    Locality                                    Heeten (gem. Raalte)

Provincie                         County                                     Overijssel

Land                     Country                                    Nederland

 

MEDEDEELING   -   MESSAGE

(uitsluitend familieberichten, niet meer dan 25 woorden)   (not over 25 words, family news of strictly personal character.)

 

Mij persoonlijk alles wel.

Tante Johanna uit Arnhem naar Lochem geëvacueerd, had daar een ongeval, brak haar been, is thans aan de beterende hand. Groeten, Leo.

 

Datum                   Date                                         3 mei 1945

 

GEADRESSEERDE   -   ADRESSEE

 

Naam                    Name                                       v/d Brugge

Voornaam              Christian Name                         Piet

Straat                    Street                                       ? Oranjeplein? 3

Plaats                    Locality                                    Maastricht

Provincie               County                                     Limburg

Land                     Country                                    Nederland

 

                   ANTWOORD ACHTERZIJDE             REPLY OVERLEAF

                   Verzoeke zeer duidelijk te schrijven                    Please write very clearly

 

 

 

ANTWOORD                                     REPLY       

Mededeeling aan afzender te retourneeren.   -   Message to be returned to enquirer.

(uitsluitend familieberichten, niet meer dan 25 woorden)   -   (Not over 25 words family news of strictly personal character.)

 

Dank voor bericht. Hier alles wel. Jammer van Johanna. Schrijf ook briefkaart. Groeten, oom Piet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

‘s Gravenhage 9 mei 1945

Beste Leo,

De prinses Irenebrigade is in onze vesting en blijft voorlopig. Onder de manschappen waren twee Brabantse journalisten die overwogen, na terugkeer, deze brief in jouw buurt – Nijmegen of Arnhem- op de post te zullen doen. Ik hoop dat je spoedig dit nieuws, het eerste vredesnieuws, vernemen zult.

We zijn allen puik gezond en niet erg vermagerd. De Moffen hebben ons na de capitulatie nog wel gepest door vlaggen naar beneden te rukken en vlaggenstokken in stukken te trappen maar dat is weer geleden. Het is reusachtig gezellig in de stad en in onze buurt. Het aanschijn der wereld is plotseling veranderd. Het afwerpen van voedsel uit bommenwerpers was een fantastisch gezicht. Morgen begint de distributie ervan. Er liggen enorme voorraden voor het westen gereed om volgende week verdeeld te worden. De kwade droom is nu voorbij en de mensen zijn erg gelukkig hier. We zijn erg verlangend naar berichten van jou. Je zult wel je best doen om zo gauw mogelijk hier te komen. Neem wat boter en spek mee want we hebben wel een groot tekort aan vet gehad. Elsebé was zondag voor een week nog even hier, ze luncht elke dag bij een kennis van mij –een slager- en ziet er dus kogelrond uit. Er is al dadelijk veel werk te verrichten en we zijn weer terstond aan de slag gegaan. Vandaag had ik een persconferentie op kantoor met twee Brabantse journalisten. Tot spoedig ziens, groet de familie hartelijk, t.t.

Vader

 

 

 

 

 

 

 

Maastricht, 18 mei 1945

Beste Leo,

Hartelijk dank voor je R.K. (Rode Kruis) bericht. Ben zeer verheugd dat het jou goed gaat. Zielig van Johanna. Van Hes kreeg ik dezer dagen een brief. Ze maakte het goed evenals je ouders en broers. Ook Elsebé is in puike welstand. Suus en Pit en Arend Jan maken het best. Baby no. 2 is op komst. Hes weet blijkbaar van jou en de verdere familie niets af. Eten weer als ik trouwens. Met mij gaat het best en ik heb het altijd goed gehad, niet in het minst door de goede zorgen van Annie. Wat een geluk dat we van het Moffengespuis en de NSB boeven verlost zijn. Hebben jullie in Heeten nog veel last van de bevrijding gehad? Ik antwoord ten overvloede ook op het Rode Kruis bericht. Hier komen hoopen gerepatrieerden aan. Ze weten er geen weg mee. Je gaat zeker zoo spoedig als dat mogelijk is naar Den Haag.

Met hartelijke groeten, tt

Oom Piet

 

 

 

 

 

Indien mogelijk, stuur twee fietsbanden!!

Heeten, 28 mei 1945

Lieve Moeder,

Zojuist heb ik eindelijk bericht van jullie ontvangen. Een brief van vader van 24 april, dus nog voor jullie bevrijding, verzonden uit Utrecht en daarna één van 9 mei, meegegeven aan Brabantse journalisten en waarschijnlijk gepost in Zutphen. Tegelijk kreeg ik nog drie ‘illegale’ blaadjes van Hes gedateerd 9 en 15 maart en verpakt in sigaretten vloeipapier (niet meer nodig Hes, ik rook op dit ogenblik Engelse sigaretten!). Tevens ontving ik per zelfde post een antwoord van Oom Piet op mijn Roode Kruis formulier en tegelijk ook een briefkaart van hem. Hij maakt het best, vooral door de zorgen van Annie; hij had bericht ontvangen van Hes die schreef dat in Den Haag alles goed was evenals met Pit en Elsebé. Van Rosmalen en Den Bosch had hij nog niets gehoord. Ik schreef je al, in de dikke brief die ik met een paar broeders die naar Den Haag gingen meegaf, dat Oom Carel’s huis vernield was maar dat de familie overigens gezond was evenals Oom Moot. Gisteren heeft Bram bericht gekregen van Wiesje, die in de Bommellerwaard op weg naar huis is, maar niet verder kan komen. Ik schreef ook al dat ik tante Johanna in Lochem opgezocht heb direkt na onze bevrijding. Uit Assen heb ik nog geen bericht maar volgens de berichten heeft Assen niet veel geleden.

Ik heb al mijn best gedaan om naar Den Haag te komen, allerlei instanties bezocht maar het ziet er hopeloos uit. Het Westen is hermetisch gesloten. Probeer toch alsjeblieft al het mogelijke om me over te laten komen, desnoods in een of andere officiële functie!! Ik zit me gewoon hier op te eten. Ik ben in ieder geval blij bericht van jullie ontvangen te hebben.

Wat de voedselvoorziening betreft: ik heb een dikke zware kaas gemaakt en een 7 ponds rookvlees gerookt. Het schaap is moddervet en pasgeleden geschoren. Als Jan de tijd heeft laat hij dan proberen in de tuin een kippenhokje in te richten dan kan ik mijn 4 kippen meenemen want aan eieren zullen jullie wel grote behoefte hebben om op krachten te komen.

Verder is hier niet veel nieuws. De laatste tijd zijn hier veel Canadezen aangekomen, vooral in Schoonheeten. Na het melken zijn we er dikwijls met eieren en melk heen geweest om sigaretten en chocolade te ruilen. Pastoors en Dominees waarschuwen alsmaar voor de vrouwelijke jeugd maar tevergeefs. In de grote steden zal dit nog wel erger zijn!

Ik probeer deze brief nog aan iemand die naar Amsterdam gaat mee te geven. Ik eindig dus.

Groetjes,

Leo

Hebben jullie nog omstreeks Pasen 2 pakjes van Keller ontvangen met oa eieren en boter?

 

PS: Het is me net op het nippertje mislukt om deze brief mee naar Amsterdam te geven, hij zal dus per post moeten gaan. Schrijf vooral eens uitvoerig hoe het in Den Haag is gegaan de laatste weken voor de bevrijding, de voedselvoorziening, de propaganda der Duitsers enz. enz., tijdens de bevrijding en de politieke activiteit van nu. Doe toch vooral je uiterste best om me over te laten komen!! Ga je weer gauw naar de Nassau Zuilensteinstraat terug?

Vergunningen om naar het Westen te komen lopen over de ‘Field Security’.

Over de radio hoorde ik Vaders proclamatie van de werkgeversvereniging uitgegeven was. Hebben jullie nog stroom en gas? Er zijn reeds overal bevrijdingsfeesten gevierd, in Heeten ook. De bevolking had inderhaast heel aardige tableaux op grote boerenwagens opgericht. Bijvoorbeeld een clandestiene slagerij of een boerin die aan het karnen is terwijl de (echte) controleurs uit Heeten voorop de wagen zitten te kaarten, onderduikers met de kopen onder een hoop stro uit en landwacht in echte uniformen boven op het stro aan het zoeken. Zelf waren we met een mooi versierd paard en wagentje in de stoet. Willem en Bernard met het fanfarekorps voorop geëscorteerd door de N.B.S. Burgemeester en pastoor hielden toespraken.

Groetjes en hopelijk tot zeer spoedig.

Groeten van de familie!

Leo

 

 

 

 

 

Den Haag, 27 augustus 1945

(Brief van Leo aan Elsebé)

Geliefde Zuster,

I have seen The Hague and The Hague has seen me! Ik heb nooit geweten dat het zo’n rotdorp was. Dinsdagavond wandelde ik naar Cor Buys’ cabaret, toen ik opeens Antoon en Jan Kortenhorst uit Heeten ontmoette. Zij waren net op weg naar ons huis om ook eens het grote leven mee te maken. Ik heb hen meegenomen naar Cor Buys waar ik nog twee plaatsen kon bemachtigen. Het was een waardig begin van onze omzwervingen in Den Haag. Je zult zijn cabaret nog wel niet gezien hebben maar je toch wel levendig kunnen voorstellen hoe hij de beide heertjes van ‘de Witte’ ten tonele voerde met hun glaasje uitmuntend getapt water, waar overheen ze elkaar verwijten maakten hoe ze de afgelopen winter met hun glacé handschoenen naar kolen aan het graaien waren geweest in onbeheerde asbakken.

Het is merkwaardig hoe je door de bril van je plattelandse bezoekers begint te kijken als je in hun gezelschap een stad bezoekt met al zijn geneugten. We gingen ‘s avonds laat naar huis en begonnen met niet onze klompen uit te trekken toen we over de drempel stapten. Wist je dat we een marmeren gang hebben en, met de zolder meegerekend, drie verdiepingen, verbonden met grote trappen bezitten? En dan al die tapijten op de vloeren: we moesten telkens eens opstaan om er over heen te lopen, dat was toch zo lekker zacht aan je voeten. En overal licht in de kamers, op de gang en zelfs in de wc’s; op elke verdieping één, compleet met trekker! En al die boeken en die zachte stoelen waar je met je achterste zo diep in wegzakt.

We gingen laat naar bed en stonden laat op uit een bed dat zo maar uit de muur kwam en je waste je in een muurkast of in een listig kastje met een deksel erop en de hele dag hadden we ons beste pak aan, dat we zelfs aan tafel niet uittrokken. We aten van borden met mes en vork, dat een beetje moeilijk was (maar geen mens die dat redelijkerwijs kan opmerken) en je drukte op een knopje en dan kwam de dienstbode en die bracht al weer nieuwe potten en pannen met rotzooi.

We gingen voor het eerst naar het vredespaleis waar we heerlijk gechoqueerd werden door de weelderig en mollig geschilderde damesfiguren van Fredinand Bol en dan liepen we weer kilometers en kilometers door de Haagse straten waar alle meiden blote benen hebbenen kwamen terecht in een provinciale queue voor de Gevangenpoort en we lieten ons lekker griezelen door een stupide Klaas-leg-uit (familiejargon voor een gids) en vonden dat onze voorvaderen nog veel erger waren dan de Gestapo. En dan kwamen we terecht in Scheveningen waar de zee groot, nat en woest maar geweldig mooi is, want we zagen hem voor het eerst van ons leven. We dronken surrogaat limonade en spoelden met lauw bier een huzarensalade naar beneden en voelden ons een tikkeltje misselijk en we hadden doorgelopen zweetvoeten maar we hadden geweldig veel schik, onze centen waren zowat op en mijn tabaksbuidel begon te kreunen maar het belette ons toch niet om ‘s avonds naar de bioscoop te gaan.

En toen eindelijk kreeg ik eventjes rust en viel in slaap. Ik droomde van koeien en ruisende korenvelden en toen ik weer wakker werd kwamen eventjes de waterlanders. Maar het bruisende stadsleven ging weer door en we liepen door de straten en keken schuin naar de meiden en jaloers naar de Canadezen maar we durfden niet. En we aten een cadet en we vielen doodop in bed en sliepen een gat in de dag tot kwart over acht! En de volgende dag gingen we niet melken en liepen weer kilometers door de motgeregende straten naar de Bijenkorf en kochten haarspelden en pollepels. In het Panorama Mesdag lachten we ons slap om de moppen van Klaas-leg-uit, die wist te vertellen dat een Mof met een verrekijker naar Engeland had staan zoeken. En de Haagse tram deed het nooit als je een hartklopping nabij was en het circus was te vol om er heen te gaan, wat me oprecht speet, en Toontje wou geen paard tekenen.

Sinds Vader en Moeder naar Friesland gingen is ons huis geen ogenblik zonder gasten geweest, iedereen gaat op reis en slaapt in huizen en bedden waar hij niets te maken heeft, maar volgens de wetten van de gastvrijheid het volste recht op heeft. Iedereen is waanzinnig, onze linnenkasten zijn leeg, onze tabakspotten, onze magen, onze hoofden, alles is leeg. We zijn in staat om om de kleinste kleinigheid ruzie met elkaar te maken en kijken elkaar soms met moordlust in de ogen als de bel ’s avonds gaat en Nol Kortenhorst, Ineke en Free uit Assen, Spoorenberg, de Jong, Dwars, Wies, Joke of Tamelons Bakker met een vriendelijke grijns op hun afzichtelijke tronies om onderdak komen vragen. Maar geen seconde daarna blaken we weer van welwillendheid, hollen en vliegen door het huis, zetten thee, bakken spiegeleitjes op onze laatste kubieke centimeter gas, halen het laatste laken uit de kast en schrapen de laatste kruimels tabak bij elkaar, want je moet niet denken dat een van die lummels ook maar iets meebrengt.

En dan ga ik ’s avonds met mijn neef en nicht dansen in Metropole en mijn pas schone boordje begint weer te drijven en mijn sokken zijn kapot en de zool van mijn schoen begint los te laten en mijn lipjes beginnen een beetje te beven, maar ik hou me goed.

En nou eindelijk is iedereen weg en we hoeven niet meer tegen elkaar te fluisteren en ik dank je hartelijk voor het mooie boek dat je voor mijn verjaardag gestuurd hebt.

Wel te rusten, je broeder

Leonard